kuifkrullen bij zomergasten

‘…kinderlijke fantasie, dat zou ik zo graag weer terugkrijgen. Of in ieder geval een deel. Natuurlijk, ik fantaseer wel. Zeker wel! En ik droom. Maar die kinderlijke fantasie die alles mogelijk maakt, die grenzeloze droomvrijheid, die is toch een beetje verloren gegaan tijdens het volwassen worden. Hoe leg ik dat nou goed uit? Ik ken mensen die de mogelijkheid… of nee, het lef om te dromen en te fantaseren volledig zijn kwijtgeraakt. Ik ben het niet volledig kwijtgeraakt, godzijdank. Maar er is altijd redenatie. Snap je?’
‘Ik denk het wel.’
‘Zodra we volwassen worden, willen we toch dat alles enigszins begrijpelijk wordt. We laten de logica overal binnenkomen. Onbewust leggen we allemaal verbanden, lijnen. We fantaseren steeds minder zonder verteltechniek.’
‘Het volgende fragment haakt daar heel erg op in. Zullen we eerst kijken en er dan verder op in gaan?
‘Graag.’
‘U gaat kijken naar Where the wild things are. Uit 2009. Geregisseerd door Spike Jonze. Ook bekend van films als Being John Malkovich en Adaptation.’

http://www.youtube.com/watch?v=M5jAh_kqTTM
(Om de een of andere reden lukt het insluiten van het filmpje niet. Wanneer je op de link of de foto klikt, werkt het wel.)

‘Ja. Prachtig.’
‘Wat maakt dit nou zo prachtig? Waarom precies deze scène? Ik ken de film, er zitten veel heel mooie momenten in. Waarom koos je dit stuk?
‘Die dialoog… dat gesprek. Daar zit zoveel moois in. Ik verwachtte al dat je zoiets zou vragen, ik heb het even opgeschreven.
Om de Wild Things  te overtuigen van zijn krachten zegt Max: “My powers are able to slip right through the cracks.”
Waarop Judith zegt: “But what if the cracks are closed up?”
Max: “Then I have a re-cracker, which goes right through that.”
Judith: “But what if they have some sort of material that re-crackers can't get through?”
Max: “Then I have a double re-cracker, which can get through anything in this whole universe. And that's the end, and there's nothing more powerful after that, ever. Period.”

Zo simpel. Als de re-cracker niet voldoet, dan gebruik je een dubbele re-cracker.’
‘Is dat niet wat té simpel?’
‘Nee! Nee, juist niet. Dát is wat deze film zo mooi maakt. Ja, het is simpel. Maar het is een geloofwaardige kinderfantasie-oplossing. Zoveel andere films zouden met ingenieuze oplossing  aankomen. Van die volwassenen-met-zo’n-vrije-fantasie-oplossingen. Hier niet. Hier fantaseert een kind. Dat maakt het zo’n goede film. En dat is ook wat het zo’n briljant boek maakt, schijnt. Ik heb het niet gelezen. Nog niet. Er is nog zo’n boek die dat ook zo mooi heeft, dat kinderlijke perspectief. The Curious Incident of the Dog in the Night-time. Is dat eigenlijk verfilmd?’
‘Dat is een schitterend boek inderdaad. Maar terug naar deze film. Hoe vrijelijk de fantasie ook is, het is een wat droeve film. Op een bepaalde manier.’
‘[…]’
’Waarom lach je nou?’
‘Er zit nog zo’n mooie quote in dat fragment wat we net zagen. Die wilde ik eigenlijk nog voorlezen. Maar ik vond het wat mal om zomaar in het wilde weg te gaan zitten quoten. Nu jij over droefheid bent begonnen, past het precies. In het fragment gaat het over waarom Max koning zou moeten zijn. Douglas vraagt hem: “Will you keep out all the sadness?” En max antwoordt: “I have a sadness shield that keeps out all the sadness, and it's big enough for all of us”. Zó mooi.’

‘Wanneer heb jij voor het laatst echt vrij gefantaseerd?’
‘Ik weet het niet. Dat vind ik lastig te zeggen.’
‘Doe eens een gooi.’
‘Ik denk maandag. Tijdens het schrijven van mijn column. Toen waande ik me gast in zomergasten en ik zou alle fragmenten mogen laten zien, die ik prachtig vind. En ik zou eindigen met Big Fish als keuzefilm. Ik zou fragmenten laten zien van House en vertellen over hoe vaak ik die afleveringen had gezien. En hoe erg ik van zijn rol houd en waarom. En ik zou beelden laten zien van het tribute-concert voor Freddy Mercury. Waarna ik zou vertellen over mijn moeder die nogal verbolgen was over het shirt wat Axl Rose droeg tijdens Bohemian Rhapsody. En ik zou een stuk laten zien van Where the wild things are. En ik zou praten over dat ik wel weer eens zo intens zou willen fantaseren  als in mijn jeugd. En dat er geen grenzen zouden zijn aan mijn fantasie. En dat het geen fantasie meer zou zijn, maar echt.’