Vakantiestress: Wat een werk!

Een korte zomerserie over vakantiestress. Lees hier de vorige aflevering.

Wij hadden voor dit jaar geen vakantieplannen gemaakt in verband met de gezondheid van mijn man. Op dit moment is rust voor hem erg belangrijk, en wij zijn geen mensen die nou de hele dag op het strand willen liggen. Als wij op vakantie gaan, dan willen we dingen zien, ondernemen en de hele dag op sjouw kunnen zijn. Dat zat er dit jaar niet in. Wel wilde ik een paar weken vakantie opnemen in de zomer, omdat ik zo’n onderbreking van werk wel even kon gebruiken. Maar we zouden lekker thuis blijven.

Een goede vriendin van ons maakte zich nogal zorgen; ze ging dit jaar naar Frankrijk op vakantie en had dit jaar voor het eerst niemand die op haar huis wilde passen en de kat eten kon komen geven. En ook omdat ze een restaurant heeft, vond ze het een naar idee om de boel onbeheerd achter te laten. Natuurlijk boden wij aan om op het huis te passen. Twee straten verderop, maar een ander huis geeft toch een soort van vakantiegevoel. Toch? We hadden in elk geval de beschikking over een groot huis met grote tuin, een ruime badkamer met ligbad, een keuken die aan de tuin grensde waar we naar hartelust konden kokkerellen, en een boekenkast vol boeken die wij nog niet hadden gelezen. Het goede leven lachte ons toe, en tevens zouden we een goede vriendin een gunst verlenen. Dat geeft een goed gevoel!

Een paar weken voor de vakantie kreeg onze vriendin een heel naar bericht: haar vader was opgenomen in het ziekenhuis met een hersenvliesontsteking. Voorlopig kon hij niet naar huis, en hij zou ook moeten revalideren. Zijn vrouw, die dementerend is, kon niet alleen thuisblijven, dus werd zij in een verpleegtehuis opgenomen. Onze vriendin rende zich rot om voor de dieren van haar ouders te zorgen, de was te doen en haar ouders te bezoeken, en ze maakte zich ook grote zorgen of haar vader wel weer de oude zou worden. Het oude hondje van haar ouders nam ze maar mee naar huis. Waar moest het beestje anders blijven? Maar dat hondje kon onmogelijk mee naar Frankrijk, want het beestje was stokoud. Wat nu? Natuurlijk wilden wij die zorg wel op ons nemen; onze eigen hond ging immers ook mee naar haar huis? En dat het oude hondje geen trappen kon lopen? Ach, met liefde wilden we het beestje de trap van 31 treden op en af sjouwen…

Een week voordat onze vriendin met haar vriend en zijn kinderen op vakantie ging, kreeg ze verheugend bericht: eindelijk zou de serre achter haar huis vervangen worden. Hier was ze al jaren mee bezig met de huisbaas, maar eindelijk was het zover. Dit hield wel in, dat de grote achtertuin iets minder privé zou zijn dan dat wij gedacht hadden… Er zouden vier bouwvakkers komen die zich wekenlang zouden gaan bezighouden met het afbreken van de oude serre en het opbouwen van de nieuwe. Nou ja, pech voor ons. Samenloop van omstandigheden, doe je niks aan. Mochten we al teleurgesteld zijn, we lieten hier maar niets van blijken. We waren voor haar wel heel blij dat het er eindelijk van ging komen. maar van uitslapen zou niet zo heel veel gaan komen, want we zouden recht boven de serre slapen…

Er waren nog meer vrienden van ons die in dezelfde periode op vakantie gingen. Natuurlijk hoorden zij ook, dat wij op het huis van die wederzijdse vriendin zouden passen. Mondjesmaat kwamen er meer verzoeken: “Ach, als jullie toch hier blijven, zouden jullie dan mijn planten…?” Natuurlijk. Geen probleem. Geef je sleutels maar, en het komt goed.
“Eh… ik ga twee weken weg, maar mijn vissen moeten toch wel minimaal eens per week voer…” Moet kunnen. Lever je sleutels wel in met je naam eraan, anders weten we straks niet meer wat van wie is.
“Ik heb mijn balkon volstaan met planten. Eigenlijk zouden die om de dag gesproeid moeten worden. Maar als het te veel wordt voor jullie… Eerlijk zeggen hoor!” O nee hoor, geen probleem. Kom maar op. Kan er ook nog wel bij.

En zo trokken wij zo’n drie weken geleden in het huis van onze vriendin. We kregen de schema’s door over het voer van het hondje, wanneer welke planten van vrienden besproeid moesten worden, waar het voer van de vissen stond, en we kwamen er ook achter dat iedereen op driehoog woonde! Ach, alleen maar goed voor de conditie!

Die zaterdag stonden we vroeg op. Eigenlijk stond alles al ingepakt, maar in huis was nog wel een en ander te doen. De hele week al hadden we ons rot gewerkt om ons eigen huis netjes achter te laten, de was weg te werken, het bed vast te verschonen en onze eigen planten vast een plens water te geven. Even nog de puntjes op de i. We hadden afgesproken dat we om 12 uur zouden komen zodat een en ander ons even uitgelegd kon worden. Hoe werkt de wasmachine, welke sleutels horen bij welke deur, wat moet de hond eten, en wat de kat en allemaal dat soort dingen. Maar ik kreeg een sms-je, of het een uurtje later kon. Onze vriendin wilde nog even bij haar ouders langs. Natuurlijk was dat goed! Hadden wij nog even tijd om uit te blazen en een kop koffie te drinken.

We waren er stipt op tijd. Onze vrienden hadden het ontzettend druk gehad de afgelopen tijd, en lagen niet helemaal op schema. Helemaal niet erg. Hij was nog aan het stofzuigen, zij zocht de laatste spullen bij elkaar. Ik zag het afgehaalde bed en het schone beddengoed dat al klaar lag en ik was natuurlijk helemaal niet te beroerd om even het bed op te maken. Toen onze vriendin mij wilde uitleggen hoe de wasmachine en de droger werkte, bleek in beiden nog een was te zitten. Ze schrok zichtbaar, maar ik stelde haar gerust door te zeggen dat ik die was wel voor mijn rekening zou nemen. Niks erg.
En dat vond ik ook niet. Want het gaat hier wel om vrienden die altijd voor ons klaarstaan. Zij zijn degene die ik het eerst zou bellen midden in de nacht als er wat naars aan de hand zou zijn. Hij was ceremoniemeester op onze trouwdag, en zij was mijn getuige. Zoiets doe je niet zomaar.

Wij gunden onze vrienden gewoon een fijne vakantie. We zwaaiden ze hartelijk uit en settelden ons eerst maar eens lekker in de tuin. We besloten om lekker te gaan barbecuen. Nu we de beschikking hadden over een tuin, moesten we daar ook maar meteen de vruchten van plukken! Terwijl mijn man zich ontfermde over de boodschappen die nodig waren om te kunnen barbecuen, werkte ik de was weg, pakte de koffers uit zodat de vakantie echt kon beginnen.

Het was heerlijk in de tuin. We lieten ons het vlees heerlijk smaken en genoten van een wijntje. Wat een vakantiegevoel was dit! We zaten aan een grote tafel onder een partytent.  Vandaar dat het ons ook niet deerde dat er wel een onweersbuitje was voorspeld. Toen we het laatste stukje vlees van ons bord hadden geprikt, ging het inderdaad een beetje waaien. Maar wij zaten droog! Ik zette een paar kaarsjes op tafel en schonk nog maar eens een wijntje in.
Het begon harder te waaien en opeens begon het te kletteren van de regen. Ja hoor, de vakantie was begonnen! We moesten lachen en bleven onverstoorbaar zitten. Totdat ineens de hele partytent begon te kapseizen en ik verrast werd met een plens water in mijn nek. Zo snel mogelijk legden we de tent plat, maar het was al te laat. Een van de stangen bleek afgebroken. Lekker dan! We brachten in de stromende regen de spullen zo snel mogelijk naar binnen en kropen meteen maar in het ligbad. Dat was heerlijk. De rest van de avond brachten we binnen door.

De volgende morgen werden we niet echt uitgerust wakker; het bed was veel korter dan dat van ons. Mijn man is bijna twee meter lang, dus die had zich de hele nacht geen raad geweten met zijn benen. We hadden ons voorgenomen om uit te slapen, maar om zeven uur begon de kat klaaglijk te miauwen. Hij was gewend om vroeg in de morgen zijn ontbijt te krijgen van het bazinnetje. Mijn man ging eruit om hem van brokjes te voorzien. Van uitslapen kwam niks meer, we waren veel te wakker. Dan maar uit bed en lekker ontbijten. Verse aardbeien en verse koffie. Wat wil een mens nog meer? We moesten dit wel binnen nuttigen, want het regende nog steeds. Eén voordeel: we hoefden niet naar het balkon van een van onze vrienden  om de planten te sproeien, want dat gebeurde nu al op de natuurlijke manier.

Gelukkig klaarde het weer op. En het bleef mooi weer. Wel zo prettig, want we hadden het best wel druk. Een schema lag klaar om te kunnen onthouden op welke dagen we naar welk huis moesten om planten en dieren te verzorgen. Elke ochtend sjouwden we het kleine oude hondje naar beneden om uit te laten en daarna weer naar boven.

Op een ochtend werd ik wakker door enorm veel lawaai beneden. Het leek wel alsof het huis werd afgebroken beneden ons. De bouwvakkers waren gearriveerd om de serre af te breken. Maar niet alleen de serre, zo bleek. Ook het balkon dat aan onze slaapkamer grensde. De hele dag liepen deze mensen af en aan en vroegen ons van alles; waar bepaalde stopcontacten zaten, of ze de keuken mochten gebruiken, waar het toilet was en ze maakten een bende van jewelste. Ik sjouwde er maar achteraan met de stofzuiger, de chloor – de wc was steeds zeiknat – en toen waren we het zat. We zaten er nu anderhalve week en hadden nog geen dag uit kunnen slapen. “Weet je wat ik zo graag zou willen?” vroeg mijn man mij dan ook een beetje schuchter. “Naar huis. Ik wil zó graag mijn benen weer eens kunnen strekken in bed. Ik zou zó graag een keertje willen uitslapen. Wat vind jij?”

Het was half 12 ’s avonds toen we ons eigen huisje binnenkwamen. We keken rond alsof we het jaren niet gezien hadden. Die nacht sliepen we heerlijk in ons eigen bed en werden de volgende ochtend uitgerust wakker. En dat was maar goed ook. Die energie konden we wel gebruiken. We moesten immers snel naar ons vakantiehuis om de kat te verzorgen, de honden uit te laten en op het schema te kijken naar welk huis we vandaag weer moesten gaan om de planten te verzorgen...