Mijn Vriend is dood

Glas scheidt ons. Als een onneembare vesting. Helder glas als contrast voor een weinig blinkende dood. Ik staar vol ontzetting in de kist naar zijn dodenmasker. Een dag na zijn verscheiden herken ik hem ternauwernood. Mijn Vriend is weg, eindeloos ver weg. Zijn afwezigheid is dodelijk, zo pijnlijk dodelijk. Zijn gelaat toont de sporen van een val, gesmoord in verwonding en bloed. Zijn hart was er voor eeuwig klaar mee en stopte een monotoon kloppend ritueel. Zielloze stilstand is achteruitgang, zoveel is in ieder geval duidelijk.

 De zwart gerande enveloppe, enkele uren daarvoor, vulde mijn postbus. Ik dacht, in mijn naïviteit, dat iemand een morbide grap met mij wilde uithalen. De inhoud aanschouwend deed echter óók mij verstijven. Verbijstering en ongeloof omklemden mij. Doorlopend bezoek, zónder bloemen, wordt erg op prijs gesteld. Ik zet mij tranend achter het toetsenbord. Schrijf een ondersteunend epistel voor vrouw, kinderen en kleinkinderen. Ga op weg naar het dodenhuis. Zo geeft zijn wilsbeschikking het aan. Thuis tot de laatste snik en liefst nog wat langer.

Ik heb me in zijn huis jarenlang thuis gevoeld. Nu is alles anders. Een plek vol verdriet maar verder herkenbaar: dialect, gastvrijheid, humor, warmte en koffie. De locatie ook van kleine en grote beurten. Mijn auto kwam op de 2e plaats, terwijl dat aanvankelijk de reden was van mijn komst. De toekomstige dode had mijn auto in onderhoud. Ook met hart en ziel. Tegen geringe kosten. Vaak onder de kostprijs, vertelt zijn lieve, lieve weduwe later. Stad en land afbellend voor net dat ene onderdeel voor mijn verouderd type. Ergens op een sloop deed hij telkens weer de vondst van zijn leven (...). Dan genoot hij! Tja.

Hij was er, vaak binnen 15 minuten al, wanneer mijn voertuig niet meer voor- of achteruit wilde. Liet zijn gezicht zien toen mijn jongste zich met haar huisraad bij mij vestigde. Gaf acte de présence toen een bejaarde vader wat te verhuizen had. Zelfs Utrecht, waar ik kortstondig verbleef, vormde voor hem geen brug te ver. In leven blijven was voor hem de grens. Uiteindelijk. En nu? Nu is hij overal maar vooral nergens! Zijn bestaan, zijn laten bestaan, is zonder vorm en inhoud. Is de zin van leven dat het ophoudt?

Zijn "Hoi, Japie", zal nooit meer weerklinken. Vaak troonde hij me mee naar zijn trotse bezittingen. Een gerestaureerde Amerikaanse legertruck en jeep. Maar ook oude tractoren. Als nieuw glommen ze je tegemoet, terwijl ze als wrak binnengesleept waren. Zijn vaardigheden leken onbegrensd. Zijn liefde voor anderen ook. Hij toerde gehandicapte kinderen rond. Deed met zijn ‘barrels' mee aan allerhande festiviteiten. Hij leefde het leven met liefde en humor. Niet met het uitgangspunt: "Leven is vooral mijn leven".

Een man met een gebruiksaanwijzing, vertelt men. Werkelijk? Een man van weinig woorden, vindt men. Ik kon met hem lezen en schrijven. En hij met mij. Zijn geestigheid was dodelijk. Tot het laatst toe! Levendig waren zijn daden, ook tot het laatst. De dood heeft hem nu toch lelijk te pakken. Fraai is anders. Ook al zegt iedereen dat hij er zo mooi bij ligt. En dat het morgen weer anders kan zijn. Een morgen tussen jou en mij zal er nooit meer komen. Aan het ritme van slagen kwam een eind. Ik ben van slag...

Dag lieve Vriend, dag lieve Harm.

weblog: http://www.bouwjaar54.nl