Hoe zak je?

Dat kan ik jullie precies vertellen. Ik weet ervan. Natuurlijk was het mijn manier van afgaan, maar wellicht helpt het als ik het jullie vertel. Ik had thuis fiks theorie getraind, alle examens die ik te pakken  kon krijgen gemaakt, eerst met wisselend succes, een foutje of tien, elf terwijl je er maximaal zes mag hebben. Allengs ging het beter. Natuurlijk na elk examen de fouten nog effe doorgenomen. Een maandje geleden moest ik theorie doen, voor de motor. In Leusden, lekker dichtbij. Het was er met 47 man en vooral vrouw volle bak, slechts één plaats bleef onbezet. Er hingen zes monitoren in de zaal, drie rijtjes van twee, waarop de afbeeldingen te zien waren. Een paar dames checkten de namen, de band werd gestart, waarbij eerst wat aanwijzingen voor het examen werden gegeven. Er kwamen eerst drie proefvragen langs waarna het feest kon beginnen.

En toen ging het al fout. Iedere vraag verschijnt met beeld op het scherm, waarbij de vraag ook nog eens wordt voorgelezen. Ook dyslecten hebben zo de kans om de boel niet meteen te verprutsen. Als de hele vraag is voorgelezen druk je op je display het antwoord in, a, b of c dan wel ja of nee. Soms wordt een getal gevraagd. Achteraf bleek ik na acht vragen al gezakt, want ik was zo gespitst op het goede antwoord dat ik de toetsen al indrukte zodra het juiste antwoord als optie werd genoemd. En dat was te snel, het tijdbalkje op het scherm ging pas daarna lopen, zodat de eerste rij vragen meteen fout was. Kom je van een kouwe kermis thuis, je weet zeker dat de antwoorden goed waren, ben je toch nog gezakt. Nou ja, pech, 48 eurietjes storten en een volgende kans afwachten. Een paar weken later mocht ik weer, juist op de middag dat Nederland zijn eerste wedstrijd speelde, tegen Denemarken. Klaarblijkelijk hadden meer mensen de link examen – voetbal niet gemaakt, want er waren toch nog veertig kandidaten. Gelukkig konden we kijken tijdens het wachten en als er tijdens het examen een doelpunt werd gemaakt zou men dat wel even komen vertellen. Deze keer wachtte ik me er wel voor om te snel de toetsen in te drukken. Dus ging het goed. Slechts één fout, hebben we dat tenminste weer gehad.

Onderweg naar huis ging mijn mobieltje. Ja, dat mag want ik bel handsfree. Het was onze oudste zoon, ook een motormuis. Hij vroeg hoe het gegaan was. Ik riep een heel kort, heel lelijk woord terug door de telefoon wat werd beantwoord met een lachbui van zoonlief. Hij heeft er namelijk ook drie keer over gedaan, maar dat kwam omdat hij het verrekte om echt te gaan leren. Ik gaf terug dat hij me moest laten uitpraten. Door zijn lachbui hoorde hij niet dat ik eerst een lelijk woord zei, en daarna: één fout. Kijk, zo krijg je de misverstanden en de praatjes in de wereld.

Kort na het eerste, mislukte theorie-examen moest ik bijzondere verrichtingen doen, op het veemarktterrein in Utrecht. We vertrokken vroeg, zodat we nog wat konden oefenen, elders op het terrein. Onderweg naar Amersfoort had ik een bammetje naar binnen gewerkt, terwijl ik er ook nog een paar in de zak van mijn motorjas had gestoken. Ik ben helemaal vergeten om die ook even te nuttigen, wat de hele situatie niet ten goede kwam. Als je namelijk onder spanning staat en geen bakkie koffie met suiker krijgt (dat serveren ze daar niet, kan er zeker niet af) zakt je bloedsuikerspiegel en ga je trillen en verlies je je concentratie. Dat weet ik als leraar drommels goed, ik loop altijd tegen mijn leerlingen te preken dat ze niet zonder wat te eten moeten gaan toetsen, en nou overkwam het me zelf.  

Het oefenen ging nog zowat, maar het examen was ronduit bagger. Ik rijd bijna altijd op een motor met trommelrem, waardoor je bij bepaalde oefeningen de achterrem fiks moet indrukken, anders heb je geen remkracht van betekenis. Als je niet genoeg remt mislukt de oefening. En daar ging ik. Motor parkeren? Ik trilde zodanig dat het maar net goed ging. Lekker beginnetje. De korte slalom ging maar net goed, ik reed geen pilon omver maar het was verre van vloeiend. Bij de lange slalom drukte ik de achterrem niet genoeg in, zodat ik te weinig snelheid verloor om met de motor licht trekkend de slalom te maken. Ik reed met gas dicht langs de pilonnen, en dat mag niet. De acht was helemaal prut, terwijl ik die oefening zowat met mijn ogen dicht kan doen. Gewoon niet hard genoeg gevoetremd en dan is de vloeiende beweging helemaal pleite.

Als ik zelf examinator was geweest was ik ook tot de conclusie gekomen dat er niks van deugde. Mij laten slagen voor zo’n wanvertoning zou fnuikend zijn geweest voor zijn geloofwaardigheid. Ik had er dus alle vrede mee. Jammer, ee es dee bee. Eigen schuld dikke bult. Voortaan goed eten, jochie. Komende week gaan we weer, net op de dag dat Nederland tegen Kameroen speelt. Maar die match is in de avonduren en dan ben ik allang geslaagd.

Hoop ik.

Updeet: Jawel jawel, het is gelukt. Natuuuurlijk had ik net de vent die echt op alle slakken zout legt. Iedere keer dat ik dacht: zo, opa, dat ging nou eens lekker, dan deugde het weer niet. Te langzaam, te slordig, te vroeg gestart, steeds moest het over. Maar goed, slagen is hier slagen, cijfers worden niet gegeven. Hebben we ook weer gehad. Nu een paar weken geen les, want de instructeur zit met zijn familie in Barcelona. Daarna ga ik tweemaal per week, kan ik gauw afrijden.