Tour 8: Strijd in Jura

Daar had je dus weer Chavanel
Hij demarreerde heel fel
Hij flitste omhoog
Het leek of hij vloog
Maar daardoor won hij dus wel

Eindelijk strijd. De renners hadden waarschijnlijk een voorbeeld genomen aan Barredo en Costa die gisteren na de aankomst op de vuist gingen. “Hijo de puta” riep Ruiz Costa naar Barredo en als je weet dat putin Frans is voor hoer, snap je ook al snel wat hij in het Spaans zei. Ze kregen na die knokpartij natuurlijk wel de prijs voor de strijdlustigste renner, maar kregen toen weer ruzie, omdat ze hem moesten delen.

We moesten er ook vandaag vrij lang op wachten, maar toen barstte die strijd ook echt los. Ik had er nog een hard hoofd in, want de etappe begon net als de vorige drie etappes. Een paar vluchters die vanaf het begin wegreden, al waren er dit keer nog wat schermutselingen achter hun kromme ruggen. Bouygues Telecom probeerde de vlucht nog te achterhalen, maar dat lukte niet en toen gaf Thomas Voeckler het sein om het maar zo te laten. Vele kilometers later was de voorsprong van de vijf vluchters meer dan acht minuten en toen ging de ploeg van Voeckler alsnog de achtervolging inzetten. Soms snap ik het wielrennen niet.
Ondertussen kon de Fransman Pineau zijn bolletjestrui steviger om zijn schouders trekken, want op alle bergjes, behalve de laatste, kwam hij als eerste boven. Als ik Voeckler was geweest en ik had gezien dat de man met de bolletjestrui ontsnapte, dan zou ik meteen mee zijn gegaan, want je weet dan dat die man zijn trui wil gaan verdedigen. Maar Voeckler liet nu zijn ploeg de halve dag op kop rijden, reed toen weg op de voorlaatste klim, moest Chavanel laten gaan en werd vierde. Dat zal wel geen champagne worden bij het eten vanavond. Wel scheldende ploegmaten.
De klassementsrenners hielden zich nog wel rustig vandaag, maar dat nam niet weg dat er veel te genieten was. Op de voorlaatste berg, eentje van de tweede categorie, werd de lont in het kruitvat gegooid door de ploegmaten Voeckler en Gautier. Vanaf dat moment regende het ontsnappingen van renners uit het peloton. Cancellara moest snel afhaken, kwam weer terug en moest weer afhaken. Daarna ging hij net zo rustig rijden als in het laatste, door hem geneutraliseerde gedeelte van de rit naar Spa, maar dit keer deden maar een paar renners met hem mee.
Er ontstond op een gegeven moment een leuk groepje achter de koplopers die inmiddels met zijn tweeën waren. Pineau en Hondo. Pineau liet Hondo achter en Chavanel liet het groepje met onder andere Voeckler en Raborenner Garate achter. Veertien kilometer van de finish was Pineau de pineut. Chavanel reed hem in sneltreinvaart voorbij en won de etappe. Dat kon Pineau echter geen fuck schelen, want het was zijn ploegmakker en ook nog eens een goede vriend. Bovendien had hij zelfs de bolletjestrui steviger om zijn schouders. Quick Step moet voortaan maar altijd zonder Tom Boonen naar de Tour, dan winnen ze meer.
Chavanel mag dus voor één dag weer het geel aan. Morgen zal het om de schouders van een andere renner zitten. Evans maakt de meeste kans, maar met de aankomst bergop in Morzine-Avoriaz moet je Contador ook niet uitschakelen.
 
De lul van de dag:

Eigenlijk is McEwen nu echt de lul van de dag. Gisteren viel hij na de finish, omdat een veel grotere lul van de dag hem gewoon omver liep. Je moet weten dat die renners met zo’n zeventig kilometer per uur over de finish komen en dan daarna meteen een smalle doorgang in moeten waar het wemelt van mensen die er geen reet te maken hebben. Mensen van de pers en dan weet je het wel. Die kijken niet uit als ze een foto willen maken of snel naar iemand toe willen voor een interview. Robbie viel dus weer en moest naar het ziekenhuis om zich te laten onderzoeken. Vandaag zag ik hem lijden. Het gevecht van de eenzame fietser die minuten achter het peloton zwoegt. Overal blauwe plekken en kneuzingen. En nu? De man die hem omver liep, is een dag geschorst uit de Tour. Als ik Robbie was, zou ik er nog even voor zorgen dat die man de Tour helemaal moet verlaten.
Ook een lul van de dag was Virenque. Je weet wel. Mister Doping van vroeger. Hij kwam bij de Franse commentatoren en het eerste wat hij zei was: “C’est chaud.” Snugger.
 
Vandaag was dus al strijd, maar morgen gaat het echt gebeuren. Natuurlijk, de moeilijkste bergetappes zijn in de Pyreneeën, maar morgen eindigt de etappe bergop en daarna is een rustdag. Als de klassementsrenners daar geen strijd gaan leveren, dan eet ik een bord tuinbonen leeg en dat is voor mij een echte marteling.
De renners rijden morgen om het meer van Genève heen naar Morzine-Avoriaz. Morzine is het dorp aan de voet van de berg en Avoriaz is het skistation boven. Het skigebied is onderdeel van de Portes du Soleil, één van de grootste skigebieden in Europa met 650 kilometer aan skipistes. Ik ben er nog nooit geweest. Ik ga altijd in Oostenrijk skiën omdat ze daar ook après-ski hebben. Dat is in Frankrijk minder. Ik ben een keer in Tigne geweest in november en daar was buiten het skiën niets te beleven. Ik organiseer de skireizen al jaren voor een groep van twintig tot dertig personen en die willen nog wel even losgaan na het skiën.
De renners komen door Annemasse, een voorstadje van Genève. Ik heb daar gelogeerd toen ik met mijn vrouw van Thonon les Bains aan het meer van Genève langs de Rhône naar Saintes Maries de la Mer aan de Middellandse Zee fietste twee jaar geleden. Dat was een fantastische fietstocht waar ik later in de Tour nog op terugkom. Annemasse was leuk, omdat we in een restaurant naast het hotel aten. Het eten was inclusief, maar de drank niet. Het meisje dat bediende dacht echter dat we de fles wijn in het hotel moesten afrekenen de volgende morgen en bij het hotel dacht men dat we dat bij het restaurant moesten doen. De wijn was dus gratis.
De renners rijden ook langs Bellegarde sur Valserina en daar gaan ze de pas richting Genève door. Wij gingen daar de andere kant op en bogen met de Rhône mee naar het Zuiden. Het is een prachtige pas met diep beneden je de Rhône. Het was wel wat klimwerk, maar het uitzicht was schitterend.
Je bevindt je daar in de Haute-Savoie, ooit een zelfstandig Koninkrijk, daarna kwam het in handen van het Koninkrijk Sicilië en nog later van het Koninkrijk Sardinië. De Mont Blanc maakt deel uit van dit departement.
De dag dat we van Thonon les Bains naar Annemasse fietsten, heb ik de Mont Blanc in de verte gefilmd. Later bleek dat diezelfde dag in 2008 acht bergbeklimmers op die berg zijn omgekomen door een lawine. Dan bekijk je de film later toch anders.

Heel veel Nederlanders kennen wel de hoofdstad van de Haute-Savoie: Annecy. Deze stad ligt aan het uiterste noordpuntje van het meer van Annecy. Een prachtig meer, omgeven door bergtoppen. De Tour de France heeft meer dan eens Annecy aangedaan en vorig jaar was daar nog een tijdrit rond het meer. Alberto Contador won toen voor Fabian Cancellara.
Hoe zou het morgen gaan met Contador in de Haute-Savoie. Weer winst? Of zal die Hollander hem dwars kunnen zitten. Dan staat het tenminste vast 1 – 0 voor Nederland. Maar vandaag heeft Gesink het moeilijk gehad, geloof ik.   

http://mw2.google.com/mw-panoramio/photos/medium/1842471.jpg