Komkommercolumn

De stierkikker en de waternavel worden met uitsterven bedreigd, de nieuwe burgemeester van Tytsjerksteradiel moet een baars met een extra vin zijn, en Sylvie verrast Rafael van der Vaart met een ondeugend setje ondergoed als ze voor de wedstrijd een nachtje met manlief door mag brengen. Het zijn zomaar wat nieuwsberichten en het niveau wordt er de komende tijd niet beter op. Met de vakantie voor de deur blijft er de komende twee maanden geen fuck te doen, zelfs niet in deze altijd boeiende columnhoek. Kortom, het is weer komkommertijd.

Vroeger vond ik komkommertijd vreselijk. Toen ik nog klein was, betekende komkommertijd voor mij dat het een superlange vakantie was en dat moeder als afleiding had bedacht om mij twintig minuten lang op dezelfde stoel in de keuken te zitten. Moeder gaf me een schilmesje om het lange groene ding voor me te slachten. Met mijn linkerhandje hield ik de komkommer vast, met het rechterhandje het schilmesje en mijn tong zorgde er intussen voor dat mijn kin niet uit zou drogen van de inspanning die het me kostte. Moeder stond dan met haar rechterhand in een grote pan eten te roeren. Haar ogen flitsten steeds heen en weer van het eten naar het E.H.B.O.-setje, dat erg terecht klaarstond voor het geval ik weer mijn duim, wijsvinger, handpalm, pols of zelfs mijn bovenbeen open had geschraapt met een bijzondere beweging van het schilmesje. Nee, komkommertijd was in mijn jeugd geen pretje.

Gelukkig weet ik sinds vijf minuten waar de komkommertijd zijn naam vandaan heeft. Zo betekent komkommertijd niet dat je geblinddoekt met een zwaard mag zwaaien terwijl er een verlept wijf op een stoel vastgebonden zit met groenten in haar mond en andere lichaamsdelen. Komkommertijd betekent ook niet dat je lekker onder een zonnehemel geniet van blauw licht rondom je geslachtsdelen, terwijl er plakjes komkommer op je ogen liggen te zweten. En komkommertijd schijnt zelfs geen betrekking te hebben tot de konijnenvoerbasis wat je als garnering op een heel groot bord krijgt, waar maar een piepklein stukje vlees angstig op siddert.

Nee, komkommertijd heeft te maken met kleermakers. Met kleermakers? Ja, met kleermakers. Heel lang geleden, toen seks nog vies was, cola gezond en kinderarbeid een zegen, waren er kleermakers die in het adellijke Londen werkten. Zij zwoegden het hele jaar door en kropen tot aan de enkels van de edelen om hun geld te verdienen. Maar midden in de zomer lag het werk stil. De adel trok naar de buitenverblijven om de hitte van de stad te ontvluchten. De kleermakers bleven achter en zagen dat het enige werk nog gedaan kon worden door de landarbeiders, die de rijpe komkommers in augustus konden oogsten. “Taylers Holiday, when they have leave to play, and cucumbers are in season,” werd er verzucht. Daarmee is de uitdrukking cucumber time rond het jaar 1700 in Groot-Brittannië geboren.

Het begrip werd daarna verder verspreid over de wereld. Maar wie nu interessant denkt te doen door in Groot-Brittannië de zojuist geleerde term cucumber time flink rond te strooien, zal vreemd worden aangekeken. Daar kennen ze het woord niet meer. “The dull season” is de weinig inspirerende nieuwe variant. Maar het kan gekker, met de idiote Amerikaanse “big gooseberry time”, het immer vrolijke Franse “la morte-saison” of de oud-Vlaamse term “plattebonentijd”. Het lijkt me trouwens sterk dat je interessant kan doen met komkommers, maar je weet maar nooit waar je taalkennis op vakantie in het buitenland nog mee van pas komt. Zo hebben de Duitsers twee woorden gevonden voor komkommertijd die het nog enigszins aantrekkelijk maken om ze te gebruiken; je kan er zelfs mee schelden. Dus geniet er lekker van en steek die Sauregurkenzeit maar in je Sommerloch!