Hooters met toeters

Morgen begint de Tour de France met de proloog in Rotterdam. Ik ben een fan van de Tour en ga dus kijken. Maar ik kijk niet alleen naar wielrennen; ik ben zelf ook een zeer enthousiaste wielrenner. Ik fiets in de lente, zomer en herfst minstens één keer per week tussen de vijftig en tweehonderd kilometer. Leuke routes zat in de buurt. Ik kan over de mooie Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden naar Middelburg of Goes. Ik kan richting Utrecht via Bodegraven en Woerden, of via Gouda en Oudewater. Ik kan ook naar het Noorden richting Haarlem en pak dan meestal ook even het Kopje van Bloemendaal mee, of naar Amsterdam langs de IJssel, of naar Den Helder. Soms ga ik met de fiets in de trein terug. Dat hangt van de windrichting af, want ik fiets wel graag, maar liever niet met harde tegenwind.
Maar altijd fiets ik alleen. Tot vorige zondag.

Ik sprak zaterdagavond een aantal goede vrienden met wie ik altijd op wintersport ga. Een van die vrienden vertelde dat hij onlangs ook een racefiets had gekocht en vroeg of ik zin had om de volgende dag mee te gaan voor een rondje van zo’n vijftig kilometer. Ik zeg soms veel te snel ja als mensen me iets vragen. Dom, dom, dom, dom.
Er zijn twee redenen waarom het dom was van me om ja te zeggen.
Ten eerste is hij vijfentwintig jaar jonger dan ik en ten tweede ben ik vijfentwintig jaar ouder dan hij.
Er was nog een derde reden, maar daar had hij ook last van.

De reden dat we elkaar die zaterdagavond zagen was een vijfentwintigjarig huwelijk van twee andere wintersportvrienden. Die vierden dat jubileum in Scheveningen op het terras van een restaurant aan de haven. Het mooie van zo’n jubileum is dat het bier gratis is.
Ik nam plaats aan een ronde tafel waar de wintersporters stonden, met wie ik ook altijd de après-ski op stelten zet. Het was ongeveer vijf uur in de middag, maar de zon was nog lekker warm. Nog warmer kreeg ik het toen ene Jolanda kwam vragen wat ik wilde drinken.
Jolanda had op een Hooters kalender niet misstaan. Ze was blond, had blauwe ogen, een lekker wipneusje, een mondje dat gewoon om een kus schreeuwde en twee enorme vuvuzela’s in haar redelijk diep uitgesneden bloesje. Ik was meteen wel aan een biertje toe.
Ik had net de eerste slok genomen of ik verslikte me bijna. Een andere Jolanda, die Manon bleek te heten, kwam met een blad vol met heerlijke hapjes, maar de lekkerste hapjes staken boven het blad uit. Nog zo’n Hooters girl. Eigenlijk had Manon helemaal geen dienblad nodig om de hapjes op uit te stallen. Ze kon ze zo op haar boezem kwijt.
“Dat ziet er lekker uit.” Ik zei het, maar Manon zag wel dat ik niet naar het lekkers op het blad keek, hoewel dat er ook wel smakelijk uit zag. Toast met paling, gevulde eitjes, asperges, gewikkeld in ham en rolletjes worst. Manon keek me aan op een manier die verried dat ze dit soort opmerkingen niet voor het eerst kreeg en zei schalks: “Je bedoelt zeker de gevulde eitjes?”
De toon voor de avond was gezet.   

We stonden met vier mannen aan de tafel en dus ging het hard met het bier, want ik was niet de enige die Jolanda leuk vond. We hadden al snel door dat Jolanda ons goed in de gaten hield, want de glazen waren nog niet leeg, of ze kwam al vragen of we nog wat wilden drinken. Het meisje kon zowat aan onze tafel blijven staan, zo razendsnel ging dat bier er doorheen. En dan kwam tussendoor Manon ook nog steeds met haar lekkers. Na de koude, kwamen de warme hapjes.
Op een gegeven moment realiseerde ik me nog net op tijd dat ik, als het zo door ging, straks niet twee toeters bij Jolanda zou zien, maar wel vier. En hoewel dat wel een aanlokkelijk vooruitzicht was, bedacht ik me ook dat ik nog elf kilometer op de fiets naar huis moest.
Net op dat moment merkte de vriend met wie ik de volgende dag zou gaan fietsen op, dat er vlakbij een goede Griek was en dat hij wel zin had om daar wat te gaan eten, want het huwelijksfeest was tot zeven uur. Dat was het al bijna en hij kreeg al wel wat trek. We spraken af met een groepje van tien, mijn vriend bestelde even een tafel voor tien en klaar was Kees.
We hadden nog net tijd voor een afzakkertje van Jolanda.
“Gaan jullie straks nog naar het voetbal kijken?” vroeg ze plotseling, terwijl ze de glazen neerzette. “Het komt op groot scherm. Ghana tegen de Verenigde Staten. Ik ben voor Ghana.”
Wat een spraakwater opeens.
“Hou jij van voetbal dan?” vroeg ik.
“Ik speel zelf voetbal.” zei ze trots.
Ik keek haar nog eens goed aan en bedacht dat ze de bal wel goed met de borst zou kunnen controleren. Maar we vertelden dat we naar de Griek gingen. Jolanda was echter niet snel uit het veld te slaan (om maar in voetbaltermen te blijven).
“Daar hebben ze ook een groot scherm. Mogen Manon en ik mee? Na dit feest zijn we vrij. En jullie zijn wel gezellige mensen.” Ze keek ons vragend aan, maar inwendig hadden we allemaal al ja gezegd.

De Griek had een terras aan de boulevard en de zon was nog steeds lekker warm. Ik had me zo strategisch opgesteld bij het betreden van het terras, dat ik het voor elkaar kreeg dat Jolanda naast me kwam zitten en Manon tegenover me. Een kwestie van ervaring. Ze hadden zich voor ze mee gingen omgekleed, maar dat maakte het uitzicht op de toeters er eigenlijk nog beter op.
Het gesprek kwam al snel op het damesvoetbalelftal waar niet alleen Jolanda, maar ook Manon in bleek te spelen. De meiden waren zeer fanatieke voetbalsters en ik leerde ook meteen wat voor gemene trucjes vrouwen konden toepassen bij elkaar tijdens het voetballen en mannen niet.
Sommige van die trucjes wilde ik ook wel toepassen op de meisjes, maar dan veel zachter.

Er was helaas geen gratis bier meer, maar we kregen wel een gratis ouzo als voorafje. Verder lieten we een paar wijnflessen neerzetten. De meisjes hadden liever wijn en voor mij was het ook wel handig om wijn te nemen, want van bier moet ik vaker naar het toilet en dat wilde ik natuurlijk zo weinig mogelijk.
Om half negen begon de wedstrijd. Mij interesseerde die hele wedstrijd niet, maar ik vond het wel leuk dat Jolanda en Manon zó enthousiast meeleefden, dat hun Vuvuzela’s er van op en neer gingen.
“Jammer dat we geen toeters hebben om op te blazen.” zei Jolanda op een gegeven moment.
Ik maakte bijna een opmerking, maar zag er nog net op tijd vanaf.
Om half twaalf verlieten we het terras. De meisjes waren ook op de fiets en fietsten een stukje mee met me, want mijn route liep vrijwel langs hun huis. Ik probeerde zo goed en zo kwaad mogelijk recht te sturen. Toen we vlakbij hun woning waren vroeg Jolanda of ik nog zin had in een afzakkertje. Ik was meteen enthousiast, maar wist niet lang daarna dat ze niet voor niets samenwoonden. Zij hadden elkaar en ik had een Baco. Om half drie was ik thuis. 

“Wijn na bier geeft plezier.” schijnt eens iemand gezegd te hebben, maar toen ik de volgende morgen om negen uur mijn vriend op zijn racefiets de straat in zag komen, wist ik zeker dat die spreuk niet klopte. Het leek namelijk alsof ik net een rottend lijk had gegeten. Ik had voor alle zekerheid nog maar een extra bidon met water meegenomen.
Ik kon nog met veel moeite de hele weg in het wiel van mijn vriend blijven door te visualiseren dat Jolanda en Manon me zagen fietsen en dan wilde ik niet afgaan natuurlijk. Toen ik na de rit met mijn vriend weer thuis was en snel naar de wc moest om te kotsen, hield ik uiteraard op met visualiseren.