De kleine blonde doos

Ik heb er eigenlijk schoon genoeg van. Ik begin het zat te worden; mijn verzadigingspunt is inmiddels bereikt. Het voetbal begint me danig de strot uit te hangen.
Ik had me voorgenomen om met mate WK-wedstrijden te kijken maar de avonden nekken mij telkens weer. Overdag wanneer ik aan het werk ben kan ik gewoon niet kijken en dat is maar goed ook. ’s Avonds haal ik echter de schade ruimschoots in. Niet dat ik elke wedstrijd zie, maar mijn zapgedrag is zodanig dat mijn duim vaak instinctief Nederland 1 indrukt. En ja, als je dan ergens voorin een aansprekende tweede helft valt, blijf je toch maar weer hangen. Je bent toch benieuwd naar de afloop. Vrouwlief gaat dan altijd braaf naar boven met het commentaar:
‘Dan kun jij nog even wat voetbal kijken.’
De schat!
Hoe dan ook, overdaad schaadt en bij mij is de grens bereikt en is snelle hulp geboden. Ik heb daarom assistentie gezocht van “mijn kleine blonde doos”.

De kleine blonde doos; nee, zij is niet mijn vrouw of vriendin en zelfs niet mijn minnares hoewel de gedachte van zo’n bijzit wel eens heel beeldend door mijn hoofd schiet.
Nee, de kleine blonde doos is mijn geweten. Om precies te zijn, mijn voetbalgeweten. Waar andere mensen een duiveltje en een engeltje voor goed en kwaad hebben zitten, zwaait bij mij de kleine blonde doos de scepter over deze principiële kwesties
Zij beschermt mij tegen te veel diepzinnige gedachten over voetbal. Zij beschermt mij tegen te veel kijkuren en zij beschermt mij tegen te veel euforie en liefde voor het spel. Zij doet dit door middel van relativeren. Tzeejus, ik ken geen ander die zo meesterlijk kan relativeren! Zij weet als geen ander op mijn gemoed te werken, zodat alle elementen van het voetbal weer terugvallen tot hun normale proporties. De kleine blonde doos bespeelt mij zoals Jan Akkerman zijn gitaar bespeelt, meesterlijk, virtuoos. Met haar uitspraken, haar denkbeelden, haar ideeën weet zij mij weer op de juiste plaats te zetten.

Over voetbal heeft zij ooit een uitspraak gebezigd die ik later in een stripboek terugvond. Ik herinner me hem nog goed: “Geren van mannetjes in hun gekleurde ondergoed”. Briljant!
Als ik al te lyrisch over bepaalde Oranjespelers doorzanik straft mijn kleine blonde doos dat gelijk genadeloos af.
‘Wie, Van Persie? Is dat een wasmiddel?’
‘Maarten Stekelenburg, hm, was die niet van het FNV?’
‘Robben. Tuurlijk jongen, die zag ik gister nog in de Waddenzee zwemmen.’
Dat is nog eens duidelijke taal. Je kunt hier geen enkele kant mee op vandaar dat je maar berust in lethargie. Het enthousiasme over de wedstrijd is dan immers al geslonken tot armzalige afmetingen.
‘Ja ja, Babel…die had die toren toch gebouwd?’
‘Rafael van der Vaart? Zeventiende-eeuwse schilder?’
Soms lijkt haar aanpak net op slechte seks. Je kent die situaties wel; ben je net lekker bezig, komt je vriendin met zo’n dooddoener uit de kast waardoor het hele “zaakje” spontaan in elkaar klapt.
‘Demy de Zeeuw? De broer van Zeeuws Meisje toch?’
Na zulke uitspraken kan ik er niks meer mee. Mijn zin om een lekker potje voetbal te gaan kijken is dan met het spreekwoordelijke badwater weggespoeld.
Geweldig hè, zo’n virtuele vrouw die je op je wenken bedient? Zo’n blond wonder die je gevoelstemperatuur voor voetbal onder nul laat verdwijnen wanneer dat echt nodig is?

Soms is mijn kleine blonde doos echter wat recalcitrant. Kleine onhebbelijkheden of dwaze dwalingen kun je haar nog vergeven. Maar als ze dan met uitspraken komt die over het randje gaan.
‘Die Wesley Sneijder… hhmmm, daar zou ik wel eens een beschuitje mee willen eten na een goeie ***.’
Kijk, dat ze het met die overmaatse tuinkabouter wil doen oké (Hoewel Yolantheke daar wel een stokje voor zal steken). Maar in deze uitspraak geeft ze duidelijk aan dat ze dus wel degelijk weet wie ons Wesley is. Dus dat ze er notie van heeft dat het een voetballer is, dat steekt me. Daarvoor heb ik haar hulp niet ingeroepen. Nee, zij moet een kleine blonde doos zijn zoals kleine blonde dozen horen te zijn, totaal onwetend op het gebied van het balspel. Juist vanwege die kwaliteit kan een kleine blonde doos uitspraken op tafel leggen die je spontaan de lust in voetbal doen vergeten. Daar is het hem nu juist om te doen.
Als zij zulke citaten blijft bezigen zie ik mij genoodzaakt in te grijpen. Ik kan haar niet tot de orde roepen, dat helpt geen zier. Kleine blonde dozen trekken zich doorgaans niets van boude taal aan. Drastische maatregelen zijn dan geboden. Ik zal haar dan virtueel moeten wurgen op een manier waar Joran zich niet voor zou schamen. Het zou een groot verlies betekenen als de kleine blonde doos ineens de kleine blonde dood zou worden. Laten we hopen dat het niet zo ver zal komen.

Eigenlijk is het eeuwig zonde dat ik nu al de hulp van de kleine blonde doos heb moeten inroepen. Het WK is amper de poulefase voorbij en nu al is de opwinding dermate groot dat een paardenmiddel nodig was. Hoe moet dat als ons Oranje verder het toernooi inrolt? Zal mijn kleine blonde doos dan nog genoeg relativerende opmerkingen eruit kunnen persen? Zal zij mijn gemoedsrust nog zodanig kunnen temperen dat ik nog redelijk volledige nachten kan maken? Zal zij mij dan nog dusdanig kunnen bespelen dat voetbal niet meer op de eerste plaats komt? Ik hoop het maar, anders vrees ik dat ik kopje onder zal gaan in het voetbalgeweld dat ons de komende weken nog zal overspoelen.

Morgen de achtste finales tegen Slowakije. Mijn kleine blonde doos heeft zich gelukkig hersteld van haar slippertje met Wesley en bestookt mij nu weer gewoon met dooddoeners waar de honden geen brood van lusten. Mijn stemming is tot nu toe vrij stabiel en doordat ze zich goed van haar taak kwijt, heb ik er alle vertrouwen in dat het tot na de wedstrijd binnen de perken zal blijven.
Vooruit dan, nog een paar voor de leut.
‘Achtste finales. Oké, zijn er al zeven gespeeld dan?’
‘Ooijer, dat heeft toch iets met schapen te maken?’
‘Afellay, Afellay. Oké, ik weet het weer, dat was de imam van die moskee hier achter.’
‘Maar die van Bommel zit toch ook in de politiek?’

Ik denk dat ik er weer even tegen kan zo. Prettige wedstrijd morgen! Enne… als de druk nu toch te hoog wordt, denk dan even aan de kleine blonde doos!