Nachtritten: sexy lading (41)

Hier lees je deel 40

‘Max? Wil je altijd dicht bij mij blijven? Jou ken ik en ik vertrouw je.’
‘Dat is goed, Vicky.’ Hij streelde met zijn hand kort door haar haar.
‘Wil je naar een ziekenhuis om je te laten checken?’
‘Met mijn kind gaat het goed, Max. Ik wil alleen rusten in mijn eigen appartement. Moeten die collega’s van jou ook bij mij binnen zijn?’
‘Er moet er één altijd binnen zijn, en er staat er één buiten bij je voordeur. Ik hoop dat je begrijpt hoe ernstig de situatie is. Mocht Giovanni hier al zijn, dan krijgen wij het met zijn vieren extreem moeilijk. Er is extra controle bij Schiphol wat betreft de vliegtuigen uit Italië. Maar je weet net zo goed als ik dat er duizend manieren zijn om een land binnen te komen.’
‘Ik zal naar je luisteren, Max. Nog even wat anders: ik wil dat mijn ouders de eerste nacht ook bij mij slapen, okay?’
‘Natuurlijk, Vicky, natuurlijk.’ 

Vicky en haar ouders spraken tot in de vroege uurtjes met elkaar. Ze vertelde hen nog steeds heel veel over Sjaak, de vader van haar kind. Hoe hij haar gered had. Hoe hij haar bijgestaan had in de lastigste periode van haar leven. Haar moeder zei plotseling:
‘Lieverd, het is je man, de vader van je kind. Hij zal met een goede reden gelogen hebben. Ik vertrouw hem.’
‘Maar mam? Ik heb je net alles uitgelegd!’ Vicky was duidelijk geïrriteerd. Haar moeder keek haar recht in de ogen en boog met haar gezicht naar dat van Vicky.
‘Luister lieverd, je weet dat ik altijd eerlijk tegen je zal zijn. Maar als jij denkt dat hij gelogen heeft zonder een goede reden en dat het allemaal een spelletje van hem was, dan heb je het volgens mij mis. Hij waagde zijn leven meer dan eens voor je, raakte gewond. Hij heeft je met alles wat hij in zich had beschermd. Liegen? Hij kon de waarheid niet vertellen, schat. Waarschijnlijk had zijn waarheid jou op zeker je leven gekost.’ Vicky zei niets meer. Ze stond op en verdween naar haar slaapkamer. Haar ouders hoorden hoe onbedaarlijk zij huilde. Het waren meer schreeuwen vanuit haar ziel samen met een zee aan zout water. Pas na uren hield ze op en viel bijna dodelijk vermoeid in een diepe slaap.

Er gingen weken en maanden voorbij. Vicky studeerde weer. Ze probeerde zo goed en kwaad als het ging haar leven weer op te pakken. Ze moest er echt niet aan denken ooit nog een callgirl te zijn.
Niets duidde erop dat Giovanni in Nederland zou zijn. Ook de politie ging zich steeds meer af vragen of het nog wel zin had haar zo streng te bewaken. Max verdedigde de stelling dat Giovanni altijd ergens op de loer zou kunnen liggen. Juist omdat zij permanente bewaking had, leefde ze nog. Het was zijn stellige overtuiging, maar hij kwam er steeds meer alleen in te staan. Hij stond er ook steeds meer letterlijk alleen voor. Zijn twee collega’s werden steeds vaker voor spoedeisend recherchewerk weggeroepen. Het moorden en dealen stopte nooit in Amsterdam. Er zouden altijd genoeg Giovanni’s zijn. En dan was er de dag dat ze plotseling een brief van Sjaak kreeg.

“Vicky, terwijl ik je naam schrijf, bedenk ik dat ik schat had willen schrijven. Want dat is wat ik voel. Ik zou je willen vragen hoe het met ons kind gaat. Ik kan nu absoluut geen contact met je zoeken. Ik kan alleen schrijven: vertrouw mij, je zult het eens allemaal horen, de waarheid. Ik weet dat je hoofd vol paradoxen zit nu, maar nogmaals, vertrouw mij. Weet dat mijn waarheid en de verborgenheid ervan jouw redding zijn. Als mijn missie gedaan is, zal jij alles weten en dan heb ik ook de vrijbrief je alles te kunnen en mogen vertellen. Ik heb een tijdelijk mobiel nummer, dat geef ik je. Stuur mij één sms met wat dan ook en ik zal bij je terugkomen, de vader van mijn kind zijn en de man die jij wenst. Mocht je de sms niet binnen 48 uur na deze brief verzonden hebben, dan weet ik wat ik moet doen.  Dan zal dit nummer sowieso niet meer bestaan. Ik heb een telefoon nooit langer dan 48 uur. Ik zal je nooit meer lastigvallen en zal met de wetenschap moeten leren leven dat ik mijn kind nooit zal kunnen vasthouden.
Liefs
?? (Geen Sjaak, mijn echte naam geef ik je als ik je zie)
XX”

Er gingen 48 uur voorbij. Ze schreef hem niet terug. Met haar handen op haar blote buik had ze een intens contact met haar kind. Ze huilde zacht. Toch voelde ze verdriet en blijdschap. Ze wist dat haar hormonen haar voor de gek hielden. En na iedere dag ebde het gevoel dat ze voor Sjaak had weer iets weg. Het was niet meetbaar in haar lijf of in haar geest. Het ging gewoon iedere dag, week weer iets beter. Loskomen van je grote liefde doe je nooit.
Daarom hoopte Vicky dat hij in een ander land zou gaan wonen zodat de mogelijkheid dat ze hem tegen zou kunnen komen in Amsterdam nihil was.

Nieuwe vrienden dienden zich aan. De laatste weken van haar zwangerschap waren zwaar. Haar hartsvriendin Fiona was een oude studievriendin. Fiona was het er nooit mee eens geweest dat Vicky zover ging zichzelf te prostitueren in het begin van haar studie. Ze begreep al helemaal haar motivatie niet: de ‘echte’ beweegreden van klanten achterhalen waarom zij naar de hoeren gingen. Toen was Vicky nog losgeslagen. Een vrouw die alles deed omdat zij dit wilde. Nu was ze voorzichtiger met mannen geworden. Ze begreep hun macht door fysieke kracht, hun overheersing en hun psychologie daarin. Ze had in iets meer dan een jaar tijd meer geleerd dan een doorsnee vrouw in een heel leven.

Nu ze zesentwintig geworden was, waren er andere beweegredenen gekomen voor haar. Ze leefde veel meer in het nu. Dat betekende dat de dag van morgen begroet werd en de dag van gisteren voltooid verleden tijd was waar je niets meer aan kon veranderen. Ze vroeg zich ook niet meer af waarom mannen naar de hoeren gaan. Het is zo en ze heeft het fijn gevonden deze mannen van zeer dichtbij mee te hebben mogen maken. Nu zou haar kind belangrijk worden. De grote les die ze eruit geleerd had was dat welke keuze je ook maakt in je leven, je moet de consequenties die er bij aansluiten ook accepteren. Zo heeft ze de aanwezigheid van Giovanni in haar leven geaccepteerd. De verkrachtingen deden zeer en waren mensonterend. Maar deze beelden hoorden bij voorbijgegane nachten. Er diende zich weer een zon aan en in één van de warmteringen van de zon lag haar kind en dus haar toekomst.

Ze hoopte ooit de stem van Giovanni te horen wanneer hij zou zeggen, oprecht zou zeggen, dat hij wist wat hij haar had aangedaan. Ze zou een stilte achter deze woorden wensen. Van alle partijen, daarna alleen de eeuwige stilte. Maar ze wist dat er nog ondefinieerbare vlokken van woede door haar aderen stroomden. En wanneer die bij haar denken aankwamen, blokkeerden ze haar dagelijkse handelen. Dat zou zo blijven.
En wanneer ze aan Sjaak dacht, dan werd ze eerst kwaad op het feit dat het zijn naam niet was. Daarna was er weer dat rare warme gevoel. In haar dromen kuste ze zijn ogen, kroop haar tong zijn neusgaten in, zijn oren in. Lagen ze naakt in een hemelbed. Zijn lid stond fier omhoog en dat bleef zo, uren achtereen. Ze ging wijdbeens op hem liggen met hun tongen stil in elkaars mond. Zij voelde zijn naakte lichaam, zijn haren op zijn buik en zijn zachte huid. Ze liet hem diep in haar dringen en op dat moment voelde zij zich zo verschrikkelijk intens met hem verbonden. Centimeter voor centimeter, steeds dieper in haar. Zij bepaalde het ritme, hij de diepte, samen in een perfecte compositie. Een wanneer de dirigent, het goddelijke tussen twee mensen, de maat naar het hoogtepunt sloeg, kwamen zij. In haar dromen. Er waren momenten dat zij iedere nacht van deze dromen had en telkens weer op andere locaties. En iedere ochtend keek ze met haar grote, dikke buik in de spiegel. Ze zag hoe het kind zoog aan haar schoonheid. Maar direct erna voelde ze ook dat het goed was, dat het nieuwe van haar uit haarzelf moest komen in een ander lichaam.

Een nacht vol draaien in haar bed en pijn in haar buik. Weer opstaan en lopen, als ze liep werd het minder. Uitgeput viel Vicky weer in slaap om na een uur vloekend wakker te worden.
‘Verdomme! Nu weer in mijn bed gepist? Ze sloeg haar dekbed wild van zich af en wilde
haar bed gaan verschonen. Maar ze wachtte even en keek naar de enorme plas die een roestbruine kleur had. Ze begreep direct wat er aan de hand was. Ze belde Fiona, ze belde Max. Max was de laatste tijd zo onzichtbaar dat ze was vergeten dat hij een kamer in haar appartement had. Hij was een boek aan het schrijven over zijn tijd op Sicilië op zijn kamer.
Vicky voelde direct al een lichte wee. Haar hart gonsde in haar keel. Ze dacht niet meer aan de pijn, alleen aan haar kind. Ze wilde naar het ziekenhuis omdat haar verteld was dat het kindje in het vruchtwater gepoept zou kunnen hebben als het een bruine kleur had. Ze wilde sowieso niet thuis bevallen. Ze wilde Max niet in de buurt hebben. Max was wel een vriend van haar geworden, maar niet de vriend.

Max reed Vicky in een sneltreinvaart naar het ziekenhuis. Na een korte controle bleek dat haar kindje sinds het laatste onderzoek bij de verloskundige omgedraaid was. Nu wilde het eruit en zat de navelstreng nog om het borstje, maar dat zou snel kunnen veranderen.
‘We gaan de baby nu halen, mevrouw van Straatten.’
‘Gaat u het inleiden?’
‘Nee mevrouw, het wordt een keizersnee. Het kindje heeft het op twee manieren benauwd. En de navelstreng zit niet zoals wij het willen en het heeft vervuild vruchtwater binnen gekregen. We willen een longontsteking vermijden. We gaan nu.’ Twee zusters trokken haar bed uit de remmen. Voordat Vicky goed en wel besefte wat er gebeurde, werd ze suf, ze zag het kapje nog komen. Toen ze drie kwartier later wakker werd, werd haar zoon op haar borst gelegd, ook al omdat Vicky haar armen naar hem spreidde.
‘Een mooie Hollandse jongen, mevrouw.’ Vicky voelde een geluk door haar lichaam stromen dat ze al een lange tijd niet gevoeld had. Ze keek haar kind in de ogen aan en zag Sjaak. Er was niets aan het kindje dat haar aan het twijfelen bracht. Ze was intens gelukkig. Even wenste zij dat Sjaak hier zou zijn, al was het maar om hem te laten zien waar hij vader van geworden was.

De derde dag brak aan. Vicky voelde zich sinds gisteren niet topfit., Ze bleek een lichte koorts te hebben die vandaag weer iets hoger was. Er werd bloed bij haar afgenomen. Vicky vond dat de zusters zenuwachtig deden.
‘Alles goed met mijn kind, Astrid?’ Astrid was de vaste zuster voor de kamer waarin Vicky lag.
‘Vicky, de dokter komt zo. Hij moet je het een en ander uitleggen.’
‘Wat is dit nu weer? Waarom heb ik mijn kind nog niet gehad vandaag?’
‘Je hebt koorts en zolang de doktoren niet weten waar die koorts vandaan komt, is het verstandig dat je kind even in de andere kamer blijft.’
‘En dat vertel je mij nu pas, Astrid?’
‘Ik mocht het je helemaal niet vertellen, Vicky. Dat is eigenlijk de taak van de dokter. Maar ik mag je, lieverd.’ Ze pakte Vicky’s hand.
‘Het is goed, Astrid, ik doe wel of ik nog van niets weet.’ De dokter kwam binnen. Het zorgelijke gezicht had hij van nature al, vond Vicky, dus er waren voor haar nog geen conclusies te trekken.
‘Mevrouw van Straatten. U hebt een infectie en wij weten nog niet waar deze zit. Uw bloed wordt onderzocht. We hebben ook wat speeksel nodig. Over een paar uur weten we meer. Uw kindje houden we even bij u vandaan. U wilt natuurlijk niet dat u uw kindje aansteekt met de griep of zoiets.’
‘Verdomme! Wat is er met mij aan de hand?’ De voor Vicky onbekende dokter stond als een standbeeld naast haar bed.

Na een paar uur kwam dezelfde arts terug met zuster Astrid. Ze droegen mondkapjes. Vicky voelde zich met het uur beroerder worden.
‘Mevrouw van Straatten. Ik heb niet zulk goed nieuws voor u. U bent besmet met de zogenoemde Methicilline Resistente Staphylococcus aureus.’
‘Jezus en nu in het Nederlands?’
‘De ziekenhuisbacterie, Vicky. Iedereen die hier naar binnen wil zal speciale kleding nodig hebben. En jij krijgt het behoorlijk zwaar.’