De 6 min-mentaliteit

Zijn laatste rapport gaf geen reden tot vieren, dankzij de overdaad aan gelijknamige cijfers. Zijn mentor had een ernstig gesprek met hem: het was 2 voor 12, qua overgaan. Het opende hem de ogen. Met nog acht weken te gaan, nam hij een besluit: hij zou niet blijven zitten dit jaar. Als hij een 6,8 voor aardrijkskunde zou halen, en een 7,2 voor biologie, zou dat gemiddeld uitkomen op een 5,5, afgerond een 6 min, dus voldoende. Met klapperende oren heb ik zijn rekensom aangehoord. In 2 havo zit hij en nu al is hij tevreden met een zesje. En hij niet alleen. Is dit waar de nieuwe generatie genoegen mee neemt? Een 6 min?

Een jaar of twee geleden woonde ik een lezing bij van Jan Timmer. In die tijd rommelde het al flink in Amerika, maar hier nam nog niemand het woord kredietcrisis in de mond. Dachten we dat het wel over zou waaien? De voormalige Philips-topman sprak die avond voor een zaal vol ondernemers en waarschuwde. Te weinig daadkracht in Nederland, vond hij, onder ondernemers, maar ook bij de overheid. ‘We zijn een dieptepunt nabij’, voorspelde hij. ‘Nederland, kijk uit voor de 6 min-mentaliteit.’ De term liet me niet meer los. En met de neergang van onze economie, hoorde ik hem steeds vaker.

Niet veel later lagen we met z’n allen achter de zandzakken. Met de hand op de knip en de schrik om het hart, bang voor onze tweede auto, onze nieuwe televisie en ons pensioenpotje. In dit land waar matigheid van de kansel wordt gepreekt en de maaivelden het landschap bepalen, haalden we gedwee de broekriem aan en wachtten af. ‘Jongens, het is crisis! We kruipen lekker achter moeders gebreide broek en schuilen tot de storm over is.’ En vervolgens vielen we in slaap.

Plotseling lijkt die 6 min de norm geworden. Is dat uit solidariteit met hen die echt te lijden hebben gehad onder de crisis? Of conformeren we ons maar al te graag aan de schamele verwachtingen? Of denken we dat het toch geen zin heeft, omdat het toch allemaal kut is? Dat vermaledijde Amerika, die kloteregering, die klerebelastingen en dat hondenweer, er verandert nooit iets in dit teringland. En zo zijn we allemaal slachtoffer, maar vooral van onszelf.

Het geeft te denken. Waar zijn onze uitblinkers, onze cum laude-studenten, onze laureaten, onze topsporters? Waar zijn ze, de grote denkers, de vernieuwers, de durfals, de hoofd-boven-het-maaiveld-bollebozen? Waar zijn onze Idols, X-factors, getalenteerden, onze aardige mensen? Zij weten het al. Nederland is te klein voor sterspelers. En wat betekent de jeukterm high potential tegenwoordig nog in dit land? Dat je ooit de postkamer zult ontgroeien? 

Ik kijk naar onze jongste. 14 jaar, de puberteit, het zal best, maar ik zie bij hem, zijn broers en zijn vrienden dat ze makkelijk tevreden zijn. Te makkelijk. Na 10 minuten klapt hij zijn boek dicht en zet de Playstation aan. ‘Overhoren?’ vraagt zijn vader. Ja, best, maar dat kan dan wel terwijl hij zijn favoriete spel speelt. Hij leert nogal makkelijk, echt waar. Hoofdschuddend loop ik de kamer uit. Het resultaat horen we een paar dagen later. Een 6 min. Keurig toch? Precies genoeg.

Nee, laten we het dit keer niet hebben over de kwaliteit van het onderwijs. Daar is al genoeg over gezegd. Laten we nu eens niets zeggen over het ondernemersklimaat in Nederland. Laten we niet met de vinger naar een ander wijzen. Of naar een factor die buiten onszelf ligt. Laten we eens kijken naar onze eigen mentaliteit en naar wat eraan mankeert. Wanneer gaan wij weer voor een dikke voldoende of een goed? Wie durft er nog te pieken? Wie ontworstelt zich aan de 6 min-mentaliteit?

Word wakker, Nederland, and smell the roses.