Nachtritten: sexy lading (39)

        Hier lees je deel 38

Sjaak keek door een smalle opening van de luiken die voor het raam hingen naar de deur.
‘Paolo?’ riep Sjaak. Hij opende de deur.
‘Sleutel vergeten. Sorry.’
‘Jezus man.’ Paolo zag de bedrukte sfeer.
‘Jullie kijken alsof er iemand dood is.’ Niemand zei iets. ‘Mijn God, Bart heeft het niet gered’, zei Paolo geschrokken. ‘Ik had al een donkerbruin vermoeden. Hij had veel te veel bloed verloren’, zei Paolo nu koel zoals alleen een arts dat kan doen.
‘Jezus, en ik ben nog gestopt met de auto om Vicky te zoenen’, zei Sjaak schuldbewust.
‘Voel je niet schuldig, man. Hij was sowieso ten dode opgeschreven toen hij hier kwam. Daar hebben die vijf minuten echt geen invloed op gehad. Ik had hier wel bloed, maar niet zijn groep. En alleen met zoutoplossingen redde ik het niet.’

‘Ik moet alleen even goed nadenken hoe we hem in Nederland krijgen zonder deze schuilplaats op te geven’, zei Max. Paolo keek bedenkelijk.
‘Die schuilplaats moet je sowieso opgeven. Giovanni heeft bijna honderd man op de been gebracht met maar één doel: Vicky terug te krijgen. Ik denk dat hij werkelijk om haar geeft en dat het kind van hem is’, zei Paolo nijdig.’
‘Als ik maar weet dat het niet zo is, Paolo. Ik sterf nog liever dan nu weer terug te moeten naar hem.’
Sjaak omhelsde haar, zoende haar op het voorhoofd.
‘Jij hoeft nooit meer terug, schat. Niemand zal jou ooit nog iets doen. Ik trek ze eigenhandig uit elkaar.’

Ze voelde zich absoluut veilig bij Sjaak. Max was naar boven gegaan. Paolo had zijn wonden beneden verzorgd.
‘Ik moet weer gaan, Sjaak, Vicky. Giovanni belt mij om het uur op. Hij is helemaal door het lint. Ik stel voor dat jullie je totaal verkleden. Ik kom morgen terug met wat spullen. Reis niet met zijn drieën. Laat Max zijn eigen weg naar Nederland kiezen. Jullie vertragen elkaar alleen maar.’ Sjaak vond dat hij een punt had en zou erover nadenken vannacht.
‘Ik stel ook voor Bart in mijn auto te leggen zodat ik hem naar het Nederlands Consulaat in Palermo kan brengen. Daar heb ik een vriend die ervoor zorg kan dragen dat hij naar Nederland gevlogen wordt. Desnoods met een militair vliegtuig.’

Sjaak en Max legden Bart in een lijkzak die Paolo altijd in zijn wagen had. Ze legden hem voorzichtig in de kofferbak van de auto.
‘Ga maar weer naar binnen. Je hoort morgen van mij’, zei Paolo gehaast. Toen Max zijn vriend en collega in de lijkzak legde, zag hij een briefje uit zijn broekzak rollen. Niemand had dit gezien. Max stopte het snel weg in een van zijn zakken en besloot het later te lezen. Dat later was nu. Hij zat even alleen boven, Vicky en Sjaak zaten op de bank naar de tv te kijken.

“Ik voel dat ik doodga. Ik heb het al uren koud. Ik val iedere keer weg en dan zie ik de mooiste dingen in mijn korte dromen. Ik geloof dat ik aan het sterven ben, Max. Ik hoop echt dat jij dit als eerste leest. Ik moet snel zijn, want mijn handen willen niet meer van de kou. Sjaak is geen gewone taxichauffeur.”

Max las het voor in zijn hoofd, maar hij kwam niet ver, hij wilde het allemaal niet geloven. Alleen de laatste woorden van zijn vriend:

“Vaarwel mijn vriend….
Bart.”

Max begreep helemaal niets van dit briefje. Hij verstopte het in zijn sok. ‘Sjaak een soldaat?’ dacht hij, toen hij naar beneden liep. Vicky en Sjaak zaten op de bank. Sjaak had de bandensporen van Paolo weer weggeveegd.
Hij schonk een wijntje in voor Vicky die zichtbaar genoot van alle aandacht van Sjaak. Ze dronk er niets van. Max twijfelde of hij het briefje aan Sjaak en Vicky moest laten lezen. Hij wist dat zijn collega en vriend Bart het zelden bij het verkeerde eind had. Met zijn mensenkennis was nooit iets mis geweest. En als het waar zou zijn, wat was zijn missie dan? De gedachtes vlogen door zijn hoofd. Hij besloot het zo te laten en ging weer naar boven. Ook hij zou de komende dagen goed op Sjaak letten.

Het was nog vroeg in de avond maar Max besloot toch te gaan slapen. Hij hoorde het lachen van Vicky en Sjaak langzaam wegsterven in zijn hoofd. Hij vond het heerlijk dat ze genoten van elkaar.

Max was de volgende ochtend als eerste beneden. Hij zag Vicky en Sjaak op de bank liggen met hun kleren gedeeltelijk aan. De fles wijn was leeg. Sjaak had geen overhemd aan. Max kon zien dat de wond in zijn schouder weer was gaan bloeden. Vicky lag op haar rug. Hij kon goed zien dat haar buik gegroeid was.  Max hoorde in de verte een helikopter.
‘Sjaak, Vicky!’ Ze schoten wakker. De heli vloog nu met volle snelheid over het huis.

Er gingen uren voorbij. Paolo kwam nu wel met zijn sleutel binnen.
‘Ik heb Bart afgeleverd. Ik heb aan mijn relatie gevraagd of jullie ook meekonden. Dat was niet goed. Niet allemaal. Ik weet niet waarom, maar mijn vriend van het consulaat deed bijzonder vreemd. Vicky en Max moeten mee terug. Sjaak blijft hier.’
‘Sjaak blijft hier! Wat een bullshit is dit!’ schreeuwde Vicky.
‘Wie bepaalt dit?’ vroeg Max. Paolo leek overrompeld.
‘Ik ben slechts de boodschapper.’ Max ijsbeerde door de kamer. Hij had niet in de gaten dat het briefje van Bart uit zijn sok viel. En nu zagen Vicky, Sjaak en Paolo dit wel.
‘Er valt iets uit je sok, Max.’ Sjaak keek Max wantrouwend aan. Max rukte het briefje uit de handen van Sjaak.
‘Ik lees het wel voor. Het zijn zo’n beetje de laatste woorden van Bart. Hij heeft ze een paar uur voor zijn dood geschreven.
Max las het rustig voor.

“Ik voel dat ik doodga. Ik heb het al uren koud. Ik val iedere keer weg en dan zie ik de mooiste dingen in mijn korte dromen. Ik geloof dat ik aan het sterven ben, Max. Ik hoop echt dat jij dit als eerste leest. Ik moet snel zijn want mijn handen willen niet meer van de kou. Sjaak is geen gewone taxichauffeur. Ik denk dat hij voor een of andere geheime dienst werkt. Max, we zijn collega’s en goede rechercheurs. Je weet dat ik geen onzin lul. Pas op voor hem omdat je niet weet wat zijn missie is. Ga er vanuit dat hij niet is wat wij met zijn allen denken dat hij is. Daarvoor heeft hij te veel ervaring in combat tactics, wapens en vechtsporten. Hij heeft het inzicht van een soort ‘supercommando’. In Amerika zou hij een Navy Seal kunnen zijn. Houd er rekening mee, Max, denk er constant aan. Ik ga, denk ik, de ochtend niet halen. Let op hem. Hij is niet wie hij zegt te zijn. Vaarwel mijn vriend….
Bart.”

‘Sjaak?’ vroeg Vicky angstig. Sjaak stond perplex. Zijn antwoord bleef te lang uit. De mensen aan wie Max van Schie het briefje had voorgelezen, geloofden hem.
‘Maar Vicky?’ Een traan schoot uit zijn ooghoek. Het was te laat.
‘Sjaak, je hebt tegen mij gelogen. Gelogen zoals al mijn klanten altijd tegen mij gedaan hebben. Ik zou nooit met een man getrouwd kunnen zijn die zo hard tegen mij kan liegen. Nooit Sjaak. Ze pakte zijn gezicht. Sjaak had zich nog nooit zo droevig gevoeld. Vicky’s hart was gebroken. Voorgoed.
‘Vaarwel, Sjaak. Ik ken je missie niet. Ik wil hem ook niet kennen. Zoek mij niet op in Nederland. Nooit.’ Max liep hoofdschuddend naar Paolo’s auto. Vicky deed hard huilend hetzelfde. Paolo keek Sjaak recht in de ogen aan.
‘Je hebt je meisje verdriet gedaan. Waarom?’
‘Ik werd verliefd op haar’, waren Sjaaks laatste woorden.