Riooljournalistiek?

Wat is belangrijker: het nieuws, of hoe de nieuwsbrenger aan het nieuws is gekomen? Deze vraag lijkt momenteel de gemoederen in Nederland knap bezig te houden. Mij ook. Het verhaal van de negenjarige overlevende van het vliegtuigongeluk in Libië heeft De Telegraaf heel wat abonnementhouders gekost. Het ging er niet om, dat het interview dat Jolande van der Graaf  met Ruben gehouden had niet goed genoeg was, nee, het ging om de manier waarop de journaliste aan deze informatie gekomen was. Brutaalweg het ziekenhuis opbellen. Tja, en dat de behandelend arts zomaar zijn mobiele telefoon aan Ruben gaf was voor de journaliste natuurlijk te mooi voor woorden. En daar heeft ze dan ook meteen gebruik van gemaakt. Het interview werd geplaatst door De Telegraaf, dus De Telegraaf is eindverantwoordelijk. Niet die arts, die ze nog laf de schuld probeerden te geven. Het trieste vond ik persoonlijk, dat heel Nederland op dat moment veel meer van het verhaal af wist dan Ruben zelf, namelijk dat zijn ouders en broer bij deze vliegramp om het leven waren gekomen. De hoofdredactie van De Telegraaf zette een excuusbrief in de krant, als je zo’n slap verhaal tenminste een excuus kunt noemen.
“Het spijt ons dat er onder onze lezers het gevoel is ontstaan dat De Telegraaf onzorgvuldig heeft gehandeld.” Heeft De Telegraaf nou onzorgvuldig gehandeld, of hebben de lezers alleen maar dat gevoel? Hoe lang heeft De Telegraaf nagedacht over de formulering van hun ‘excuus’? En waarover hebben de lezers er nou zo de pest in? En is dat terecht? Wat was de nieuwswaarde van het bericht in De Telegraaf? Nou, eigenlijk maar één ding: dat De Telegraaf er als enige krant in was geslaagd om live contact met Ruben te hebben. Dat was niemand gelukt. Nou hoera, en van harte gefeliciteerd.

Wat wel een grappig detail is, is dat deze actie breed uitgemeten werd in het grootste roddelprogramma van Nederland. ‘RTL-Boulevard.’  Heel hypocriet, hoe ze in dat programma hoofdschuddend en met gefronste wenkbrauwen schande spraken over het verschrikkelijke gedrag van De Telegraaf. Albert Verlinde zou dat natuurlijk zelf nooit zo hebben gedaan. Nog net geen aureooltjes boven de hoofden van de presentatoren. Ook de website GeenStijl meende De Telegraaf de maat te kunnen nemen. Dan heb je toch echt boter op je hoofd. Kilo’s boter.
De heilige verontwaardiging over de media die steeds minder respect zouden tonen voor privacy heeft sowieso iets hypocriets. Er zijn toch immers genoeg lezers en kijkers die zich altijd maar weer willen verlekkeren aan de roddelrubrieken?

De vraag creëert het aanbod. Ook als nieuwsgierigheid van mensen groter wordt  zijn er steeds minder remmingen van de media. Zij willen niets liever dan die nieuwsgierigheid van hun publiek bevredigen. Kranten ondervinden veel druk door de groeiende concurrentie tussen de media en de opkomt van het internet. Internet is sneller, en onuitputtelijk qua informatie. Daar kan een krant niet tegenop. Bovendien geven mensen op het internet steeds meer van zichzelf prijs zonder zich bewust te zijn van de mogelijke consequenties. Dankzij internet kan iedereen tegenwoordig meningen, foto’s, verhalen en filmpjes over van alles en nog wat plaatsen. Iedereen kan journalist, cameraman en fotograaf tegelijk zijn.
Maar internet heeft geen redactie. Het nieuws wordt niet gezeefd. Internet ontwikkelt zich en zijn grote verschil met de traditionele media is, dat op internet de redactionele zeef vaak ontbreekt. En de traditionele media lijkt daar in mee te gaan.

Eigenlijk mogen we er blij mee zijn, dat deze actie van De Telegraaf voor zo’n ophef heeft gezorgd. Mensen vinden dus niet zomaar zonder meer dat ze recht hebben op al het nieuws. Ook veel politici spraken schande van deze manier van handelen door De Telegraaf. Bijvoorbeeld iemand als André Rouvoet was heel erg boos. Als demissionair vice-premier en minister van Jeugd en Gezin vindt hij dit een enorme inbreuk op de privacy van dit jongetje.

André Rouvoet. Ook niet zo blij met de pers dus. Maar niet alleen vanwege het artikel over Ruben in De Telegraaf, want zelf krijgt hij het ook zwaar te verduren. Aanleiding is het politieke roddelblad Binnenhof, een coproductie van opinieblad HP/De Tijd en het weekblad Weekend. De makers van Binnenhof hebben zitten wroeten in de vuilnisbakken van Pechtold en Rouvoet. Op zich is dat geen grensverleggende journalistiek, maar de vraag is, waarom het is gebeurd. En dan is het antwoord heel simpel: commercieel gewin. Niets meer en niets minder. Dat geeft hoofdredacteur Jan Dijkgraaf broodnuchter toe. De bezwaren van Pechtold kan hij zich wel voorstellen, maar als het Pechtold niet bevalt, dan moet hij z’n gelijk maar bij de rechter gaan halen, vindt Dijkgraaf. Ja, dat zal even lekker wezen, zeg! Hebben journalisten dan geen eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de publicatie van privacygevoelige informatie?
Uit dit gegraai in de vuilnisbakken kwam wel iets tevoorschijn wat op zich kwalijk te noemen is. In de vuilnisbak van André Rouvoet werd een brief gevonden. Een brief, gericht aan meneer en mevrouw Rouvoet. Er stond dus niet achter: en aan de rest van Nederland. Het was geen huis-aan-huisblad. Maar het betrof wel een brief van de leerplichtambtenaar, waaruit bleek, dat de dochter van meneer en mevrouw Rouvoet regelmatig spijbelt en dat de ouders in gebreke blijven door niets aan dit spijbelgedrag te doen.

Horen wij dit te weten als Nederlanders? Of is het voor potentiële ChristenUnie-stemmers relevant? Ja, waarschijnlijk wel. En al is het dan minder ‘zwaar’ dan de reden waarom Jack de Vries politiek Den Haag uiteindelijk toch heeft moeten verlaten, ik vind het in wezen hetzelfde. Jack de Vries pleitte voor het gezin als hoeksteen van de samenleving. Daar horen woorden als ‘trouw’ en ‘toegewijd’ bij. Als je dan een schuinsmarcheerder blijkt te zijn, dan ga je dubbel op je bek. Helemaal, als jezelf het beleid hebt gemaakt dat relaties op de werkvloer ten alle tijden gemeld dienen te worden.
Als je minister bent van Jeugd en Gezin, dan kan het natuurlijk best nog wel eens misgaan in je eigen gezin. Natuurlijk. We zijn allemaal mensen. Mijn zoon heeft ook wel eens gespijbeld en ik heb ook wel eens met hem bij een leerplichtambtenaar gezeten. Maakt mij dat tot slechte ouder? Nee. Maar als je door de school op de hoogte wordt gesteld dat je kind spijbelt, dan moet je daar iets mee. En als je een oproep krijgt om bij een leerplichtambtenaar op het matje te komen met je kind, dan moet je daar zéker wat mee. Zeker als minister van Jeugd en Gezin.

Toch vind ik het gênant. Ik had dit niet geweten als nare mannetjes het huisvuil van Rouvoet ongemoeid hadden gelaten. Gaat het dus om het nieuws, of de manier waarop het nieuws tot stand wordt gebracht?
Ik merk, dat voor mijzelf de manier waaróp de boventoon voert. De leerplichtambtenaar deelt regelmatig taakstraffen uit aan leerlingen die spijbelen. Vaak worden deze kinderen tewerkgesteld bij de gemeentereinigingsdienst. Ik stel voor, dat we de riooljournalisten ook zo’n taak geven als ze weer eens te ver gaan. Ga het vuil maar ophalen in de grote steden. Jullie wroeten toch zo graag in het huisvuil van anderen?