De kleine lettertjes

Ouderdom komt met gebreken. Het leven is kut.
Toch zie ik er nog steeds geweldig uit. En dan hebben we het niet over mijn lichaam: die bolle bakkes, dat bierbuikje en dat o zo lekkere kontje. Nee, hier gaat het over mijn smaakvolle kledingstijl en hippe haardracht. Met dank aan Vrouwlief. Zij heeft er echt kijk op. Ik niet. Ik pak de spijkerbroek en het T-shirt dat boven op de stapel in de kast ligt. En eerlijk is eerlijk, als Vrouwlief eens de stapel husselt, zodat ik een keer een ander T-shirt zal aantrekken, dan graai ik stiekem onder in de stapel mijn oude vertrouwde T-shirtje tevoorschijn. Ik bedoel: Frank Zappa moet er wel groot op staan.

De Zoon kijkt graag naar Top Gear op televisie en dus kijken we als liefhebbende ouders graag met hem mee. Vrouwlief kan dat gelul over auto's allemaal geen ene mallemoer schelen; zij zit te glunderen bij de aanblik van James May. Ze noemt hem een mooie man. Ik vind het een griezel met dat vieze lange haar (grápje!), maar zij kijkt meer naar de binnenkant van de persoon. Ze vindt zijn uitstraling geweldig en bewondert zijn keuze voor shirts. Je kon erop wachten. Ja hoor, enige tijd geleden kwam Vrouwlief thuis van een middagje shoppen in het centrum van ons mooie Apeldoorn.
"Kijk eens wat ik voor je heb gekocht," zei ze. Ze hield een veelkleurig overhemd omhoog. Ik moest het gelijk aantrekken. "Staat je geweldig," knikte Vrouwlief. "Je bent nu net zo knap als James May."
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ook niet toen al snel erna mijn halve garderobekast vol begon te hangen met James Mayshirts.
"Wat kosten die krengen eigenlijk?" vroeg ik, toen Vrouwlief weer eens met een nieuwe stapel aan kwam zetten. Ik bekeek het prijskaartje.
"Valt best mee, toch?" vroeg Vrouwlief.
"Ik zou het niet weten. Ik kan het niet lezen."
"Jij bent hard aan een bril toe," zei ze.

Daar ging mijn look.
Eerst een nieuwe werkplek waardoor ik dat vieze lange haar in een staart moet dragen en jasjes en overhemden moest aanschaffen, toen James Mayshirts en nu dan ook nog eens een bril.
Dat lange haar draag ik thuis gewoon los, hoor. Lang leve de vrijheid.
Een bril. Ik keek er niet echt naar uit. Zo'n ding dat bij mooi weer van je neus af zweet. Toch was het wel nodig.

Ik ben een groot muziekliefhebber en ik koop me scheel aan cd's. (Tegen die scheelheid helpt geen bril, hoor!) Vrienden van mij zeggen wel eens dat ik meer geluidsdragers heb dan er in mijn lokale muziekwinkel in de bakken staan. Het is overdreven, maar het scheelt niet veel. Wat een prachtverzameling heb ik toch.
Al van jongs af aan bestudeer ik de platenhoezen; ik wil alles weten over hoe het album tot stand is gekomen, welke teksten er gezongen worden, wie erop gespeeld heeft, enzovoorts. Op de hoes van een elpee kon je die informatie gemakkelijk vinden. Zo'n ding is drieëndertig centimeter bij drieëndertig centimeter. Sinds eind jaren tachtig ben ik overgestapt op cd's. De geluidskwaliteit is in mijn oren best verbeterd, maar de charme van de hoes is in veel gevallen allerbelabberdst geworden. Doosjes vallen kapot, klempukkeltjes breken af en digipacks beschadigen al als je ernaar kijkt. Het grootste probleem is echter dat de informatie op de hoesjes en in de boekjes totaal onleesbaar zijn geworden. Wie o wie is in staat tot het ontcijferen van de kleine lettertjes?

Langzamerhand waren het niet alleen de boekjes van de cd's die ik niet meer kon lezen, maar ook de ingrediënten en bereidingswijzen op de verpakking van producten uit de supermarkt, de zakelijke post en zelfs het boek dat ik aan het lezen was. Het boek dat ik aan het lezen was heet 'Mijn haar is lang' en werd geschreven door mijn literatuurheld Herman Brusselmans. Vooral de foto op de voorkant: haha, méésterlijk! Ik wil heel erg zijn zoals hij: schrijven over drank en andere vrouwen, terwijl je zelf heerlijk getrouwd bent en ondertussen je haar laat groeien dat het een lieve lust is.

Ouderdom komt met gebreken. Het leven is kut. Een leesbril, dus. Op een verloren zaterdagmiddag struinden Vrouwlief en ik wat winkels in het oergezellige en pittoreske Apeldoorn af. Het mocht allemaal natuurlijk weer geen ene drol kosten, dus begonnen we bij de Action en de V&D en de Hema. Het aanbod in deze winkels bleek abominabel, zodat we uiteindelijk terechtkwamen bij een erkende brillenwinkel. Maar liefst dertien pleuro kostte mijn leesbril. Daar kan ik bij mijn lokale platenzaak een cd voor scoren, want ondertussen kom ik daar zó veel, dat ik een boel vaste-klantenkorting heb afgedwongen.
"Dit is een leuke," moedigde Vrouwlief me aan. "Hij staat je geweldig." Het was een zwarte leesbril. "Je bent een heel mooie man, zo."

Thuisgekomen legde ik mijn nieuwe leesbril snel op een plek waar ik hem waarschijnlijk nooit zou terugvinden.
"Ga je hem niet gebruiken?" vroeg Vrouwlief. Ze zorgt zo goed voor mij. Op het zieke af. Met tegenzin stopte ik de bril in de binnenzak van het jasje dat vooraan aan de kapstok hing.
Die eerste maandag erop trok ik een ander jasje aan naar het werk.
"En, hoe beviel je nieuwe bril op je nieuwe werkplek?" vroeg Vrouwlief 's avonds. Ik zag aan haar gezicht dat ze me door had.
De volgende dag moest ik op mijn nieuwe werkplek een training geven. Altijd leuk. En dan komt zo'n leesbril goed van pas. Niet om te gebruiken, maar om in je hand te houden of af en toe een pootje in je mond te stoppen. Staat reuze interessant.

's Avonds thuis schopte ik mijn jasje aan de kant, trok ik een oud vertrouwd T-shirt van bovenop de stapel en deed ik mijn lange haren weer los.
"Er is post voor je," zei Vrouwlief.
"Zal wel weer fanmail van één van mijn vele vrouwelijke Lezers zijn," deed ik ongeïnteresseerd.
"Kijk nou maar. Ik ben wel benieuwd."
Ik opende de envelop en keek naar het vel papier.
"Wat is het?" vroeg Vrouwlief.
"Geen idee. Ik kan het niet lezen."
"Daar heb je toch je leesbril voor? Toe nou, gebruik hem. Hij staat je zo mooi."
Ik kon er niet langer onderuit. Met mijn staart tussen mijn benen haalde ik mijn bril tevoorschijn. Toch probeerde ik een sterke houding aan te nemen. Met een stoere Brusselmansiaanse beweging zette ik hem op mijn neus. Ik keek naar de brief, maar kon niets zien.
"Snap jij dat nu?" vroeg ik geërgerd. "Heb ik eindelijk eens iets waarmee ik er mooi uitzie, is het nou al kapot!"
"Oh, ik begrijp het wel, hoor!" riep Vrouwlief uit. "Waarom je de kleine lettertjes nóg niet kunt lezen!"



Apeldoorn, mei 2010