Nachtritten: sexy lading (36)

   Hier lees je deel 35

‘Ik voel mij inderdaad anders. Rustiger.’
‘Goed zo. Dan gaan we nu de wapens inspecteren. Ik heb één M240, met een band van 240 kogels. Niet te tillen. Ik heb hem vanuit Nederland gekregen van een bevriende relatie van jullie. Een volle Beretta met twintig kogels en één in de loop. En we hebben de Steyr met één magazijn en tien kogels. Ik stel voor dat we het bestaande aanvalsplan op details aanpassen. Dat van die postzak laten vallen hoeft geen teken te zijn. Jij ziet door je vizier wel wanneer je moet schieten. Als ik aan kom lopen en ik word opgemerkt door de eerste wacht, die dus niet aan het eten is, schiet ik hem neer met de Beretta. Ik hoop twee schoten. Daar komt heel zijn leger op af. Jij vangt ze op met de Steyr. Als ze merken dat er een sluipschutter is, gaan zij zich ingraven. Het is zaak dat je snel herlaadt en snel richt en schiet. Ik heb mij suf getraind met de Steyr, denk je dat jij het ook snel kan?’
‘Ik was in het leger een scherpschutter. Zullen we eens kijken hoeveel ik er in een minuut kan omleggen?’
‘Ik weet natuurlijk geen zak van jou, sorry.’
‘Maakt niet uit, vertrouw mij maar. Mijn zorg is ze allemaal met een hoofdschot uit te schakelen. Schouder, borst en buik geeft ze allemaal de kans nog te schieten.’ Sjaak had vertrouwen in Bart.
‘Na de Steyr neem je de M240 en rent naar het midden van de oprijlaan. Dan kunnen ze met hun handvuurwapens niet zo veel beginnen. Ik verwacht dat de meesten met hun M16 aan zullen komen. Die M240 gaat het verschil maken, Bart. Als jij op het midden van het pad staat en je gaat met deze baby spelen, dan schiet je door de eerste muren van het huis heen.’
‘Jij weet wel erg veel af van aanvaltactieken. En hoe heb je al die tijd overleefd hier, man? Dat vraag ik mij wel eens af. Maar goed, ik weet wat deze baby kan, Sjaak. Het is de duivel in metaal. Maar je weet ook dat ik mij moet houden aan de wet van de natuur. En dat is dat ik na twee salvo’s de loop rust moet geven, anders trekt hij krom. En dan heb ik het nog niet over het gewicht. Dat ding met de kogelband weegt zwaarder dan mijn schoonmoeder en die werd zelfs bij Sonja Bakker afgewezen.’ Sjaak proestte het even uit van het lachen.
‘Trouwens dat ‘hier overleven’ van mij, dat was geen koud kunstje.’
‘Maar toch. Wie ben jij echt?’ Sjaak gaf er geen antwoord op

Ze reden naar de villa van Giovanni. En zoals verwacht, stond er één man voor het huis met een M16, een automatisch wapen met een magazijn van twintig kogels. De soldaat liet de eerder geziene postwagen dichterbij komen. Sjaak stapte uit, hij had Vicky al gezien. Ze stond op de eerste verdieping voor haar eigen slaapkamerraam. Hij hoopte twee dingen. Dat ze niet in bed had gelegen zodat de batterij van haar GPS niet opgeladen zou zijn. En hij hoopte dat ze klaar zou staan. Veel hoop gedrenkt in bloed, bij Giovanni altijd in bloed. De soldaat die op wacht stond viel neer. Hij zag toch kans een salvo met zijn eigen wapen te geven, maar raakte niets. Sjaak bleef buiten staan, hij hoopte dat de soldaten massaal naar buiten zouden komen. Hij had gelijk, het duurde een paar seconden. Zij waren inderdaad eerst aan het eten. Sommigen vielen, met het servet nog in hun overhemd gepropt, dood neer. Bart raakte ze vliegensvlug. In een fractie van een seconde vergrendelde hij het volgende patroon in de kamer en vuurde nog geen seconde later. Hij had er vier dodelijk geraakt en twee gewond geschoten. Een daarvan zou nog enkele minuten hebben dan zou hij leeggebloed zijn. Giovanni was nog nergens te bekennen. Sjaak zag Vicky nu ook niet meer.

Bart zag de overige mannen, zes stuks nog, voor de ramen rennen. Ze kozen positie. Het waren er dus twee meer geweest dan Sjaak en Bart dachten. Bart trok de stelpoten van de M240 uit, zette het wapen op de grond en legde het eerste patroon van de belt in de kamer. Hij had geen zin het bijna dertien kilo wegende wapen te tillen, plus de kilo’s die de belt nog woog met zeshonderdvijftig patronen. Toen de eerste salvo’s volgden, ontstond er paniek bij de soldaten. Op dit wapen hadden ze niet gerekend. De kogels sloegen door de dunne Italiaanse bouwmuren en verwondde en doodde verschillende soldaten.

Sjaak sloop naar het totaal verwoeste huis. Bart had al snel zijn zeshonderdvijftig kogels verschoten. Hij liet de M240 staan en rende naar het huis. Sjaak stond nog buiten.

‘Maak die gozer los!’ schreeuwde Sjaak en hij wees naar Max. ‘Ik ga naar binnen, Vicky halen.’ Sjaak was bereid Giovanni te doden wanneer hij hem tegen zou komen. Sjaak keek achterom. Hij zag Bart en Max wegstrompelen naar de auto’s. Bart had ook een M16 gepakt van een van de dode soldaten. En voor het gemak ook zijn Beretta.
Sjaak wist dat hij terug zou komen.
Bart zette Max in de auto en rende terug. Bart leek een dolle hazewindhond. Hij zigzagde over het verharde pad. De kogels sloegen naast zijn voeten in het asfalt. Al de jaren atletiek in zijn jeugd hadden hun vruchten afgeworpen en dan met name hier op het beslissende moment van het drama Vicky, Giovanni en Sjaak. Inmiddels was Sjaak in een hevig vuurgevecht gewikkeld met Giovanni en vier overgebleven gewonde soldaten, waarvan er één zijn laatste adem sneller zou verbruiken dan zijn munitie. Sjaak wist ook dat zij hun posities zouden kiezen en dan zou het over zijn. Bart en hij zouden sneller dan Giovanni en zijn soldaten door de munitie heen zijn. Hij wist dat hij met Bart moest forceren. En nog steeds kon Giovanni niet goed zien dat hij met Sjaak te maken had. Sjaak had geen masker, alleen een opgeplakt baardje en snorretje, plus een pet met haar in de binnenkant geplakt dat bijna op zijn schouders viel.

In het heftige vuurgevecht voelde Sjaak zijn schouder warm worden. Hij wist dat hij geraakt was. Bart schakelde de rest uit en ergens in het midden van het gevecht was Giovanni spoorloos verdwenen. Sjaak rende naar binnen. Hij sprong over de lijken en zwaargewonde soldaten. Hij zocht Vicky. Na een paar minuten zoeken, vond hij haar in de kast, waar zij goede momenten hadden beleefd, op de eerste verdieping in de gang.  Ze vloog hem om de hals en wilde hem nooit meer loslaten. Hij zoende haar kort maar heftig, zij spuugde zijn snor op de grond.
 
‘Weet je waar hij is, Vick?’
‘Ik denk dat hij zich veilig waant in de veilige kamer. Die kamer hadden we in de bunker ook.’
‘Ik weet het, schat. Maar waar is die kamer?’
‘Je kunt niets met hem doen, schat. Of je moet een kleine atoombom bij je hebben. Ik zou hem niet opzoeken, Sjaak, als hij je nog niet gezien heeft. Zo kun je je geheim voor hem bewaren. Nu kan hij van alles denken over wie dit gedaan heeft.’ Sjaak vuurde plotseling. Een soldaat achter in de gang, een meter of tien van hen verwijderd, werd dodelijk getroffen.
‘Voor een taxichauffeur schiet jij gewoon bijna blind raak?’
‘In mijn vroege jaren ben ik lid geweest van een schietclub, vandaar.’
‘Overal je antwoord op, hè schat?’ Ze glimlachten tegen elkaar. Ze hoorden nog enkele schoten beneden. Bart was nog steeds bezig. Hij duelleerde met lood op twee overgebleven soldaten. Hij had het talent ze druk bezig te houden.
‘Toch wil ik die kamer zien, ik wil weten dat ik hem achterlaat in die kamer. Dat heeft gewoon met strategie te maken, schat.’
‘Okay, jij zult wel weten wat je doet, Sjaak’, zei Vicky rustig. Ze liepen voorzichtig naar de beveiligde ruimte waar Giovanni in moest zitten. Sjaak keek er uitvoerig in via het raampje. Er was geen Giovanni waar te nemen. Sjaak voelde zijn arm slapper worden. Zijn bloed druppelde rustig op de grond. Vicky zag dit nu ook en begon een beetje paniekerig te doen.
‘Wel verdomme!’ schreeuwde Sjaak. Hij zag aan de andere kant van de ruimte een tas liggen met een elektronische klok er bovenop. De seconden tikten weg. Nog vijftien seconden. Sjaak wist dat ze nooit meer weg zouden kunnen komen.