Geslachtsverkeer

Er bestaan veel synoniemen voor het woord seks. Neuken is daarvan het populairste, direct gevolgd door vrijen. Het is mij opgevallen dat de woorden ‘geslachtsverkeer’ of ‘geslachtsgemeenschap’ gebruikt worden op het moment dat het niet gaat om seks als zijnde genotsmiddel, maar juist als er iets mis mee is.
Op internet heb ik gezocht naar de definitie van het woord geslachtsverkeer. Ik werd keer op keer doorverwezen naar het woord geslachtsgemeenschap, wat dus exact dezelfde betekenis schijnt te hebben. Toch ben ik het daar niet mee eens. Als je op televisie een programma als Opsporing Verzocht kijkt, en het gaat om een zedendelict, dan wordt er wel gesproken over ‘de dader die geslachtsgemeenschap had met het slachtoffer’, maar het woord geslachtsverkeer wordt dan nooit gebruikt. En terecht, denk ik. Geslachtsverkeer geeft iets aan van het over en weer goed vinden van die seks. Rechtdoorgaand en tegemoetkomend verkeer, of zoiets. Dat gevoel geeft het woord geslachtsgemeenschap mij niet. Ook niet bepaald een woord om knettergeil van te worden en bij dat woord moet ik altijd aan mijn huisarts denken. Niet omdat ik met hem geslachtsgemeenschap zou willen hebben – ik moet er niet aan denken zelfs - maar vanwege mijn bezoekje aan hem.

Járen geleden kreeg ik last van jeuk. Ik werd echt gék van de jeuk. Om de plaats van de jeuk nauwkeurig aan te duiden zal ik het volgende voorbeeld geven: als ik op mijn fiets zat, dan had ik de neiging om mijn zadel er gewoon maar áf te schroeven, zodat ik tijdens het fietsen van die hinderlijke jeuk af zou komen en goed zou kunnen schuren en krabben. Dáár dus.
Ik naar de huisarts. Toch een beetje een ongemakkelijk gesprekje en dito onderzoek. Maar gelukkig was de vaginale infectie die ik bleek te hebben gemakkelijk met een kuurtje te genezen. Zo'n infectie komt veel voor, maar is niet echt een onderwerp waar je als vrouw nou eens lekker op een verjaardag bij je zwager over gaat zitten kletsen. "Tjonge, weet je wat ik laatst had?" Maar goed, zo'n infectie schijnt bij 1 op de 3 vrouwen vaak voor te komen. Helemaal als ze, net als ik op dat moment, kort daarvoor een kind hebben gebaard.
De dokter gaf me nog goede raad: “Voorlopig uitkijken met de geslachtsgemeenschap. Beter is het om helemaal geen geslachtsverkeer te hebben gedurende het genezingsproces. Eerst de kuur afmaken.”
Geslachtsverkeer. Gatverdamme, wat een woord!

Als mijn man ooit aan mij zou vragen: “Schat, ben je ook zo in de stemming voor een stevig potje geslachtsverkeer?” dan zou ik acuut opdrogen als een woestijn, en weken nodig hebben om nog zin in seks te krijgen.

Er wordt veel geschreven over seks, en ook is er veel beeldmateriaal. Dat gaat van softe seks tot harde porno. Het heeft dan vaak alles te maken met lust, verlangens, behoeftes, geilheid, en noem maar op. Als een man en vrouw geen kinderwens hebben, dan wordt de sperma gezien als een onderdeel van het hoogtepunt en dat onderdeel wordt vervolgens nonchalant met een washandje of tissue weggeveegd. Wat er inwendig gebeurt in die vrouwenbuik, afgezien van het fijne gevoel, daar staat geen hond dan bij stil.

Maar op het moment dat de man ejaculeert wordt er ongeveer 3 tot 5 ml sperma geloosd dat normaal gesproken tussen 100 en 200 miljoen zaadcellen bevat. Een man ejaculeert gemiddeld 7.200 keer in zijn leven (2000 keer door masturberen) en hierbij komt 53 liter sperma vrij met een gemiddelde snelheid van 45 kilometer per uur. Dat is wel prettig, want de meeste mannen vrijen toch binnen de bebouwde kom, dus overtreden ze niet de wet.

Toch best snel, die 45 kilometer per uur. Zou het daarom geslachtsverkeer heten? Omdat al die zaadjes als auto’s op de snelweg de baarmoedermond binnenracen? Over spitsuur gesproken… Op het ene moment is de snelweg verlaten, als op een autoloze zondag, op het volgende moment zijn er 150 miljoen voertuigen op de weg. Wie zou het verkeer daar regelen van binnen? Wie roept er: “En nu ritsen allemaal!” Met kleine tomtommetjes aan boord die op het moment dat de eicel in beeld komt roepen: “Bestemming bereikt!”

Tijdens mijn zoektocht naar dat rare woord geslachtsverkeer, kwam ik heel erg interessante dingen tegen. Maar ik werd ook een beetje verdrietig. Want, als ik niet zo lekker in mijn vel zit, mezelf misschien af en toe zelfs een looser voel, houd één gedachte mij altijd op de been: ooit ben ik van 150 miljoen zaadcellen de vlugste geweest. Ik heb de belangrijkste wedstrijd gewonnen die er maar is. Dit blijkt dus helemaal niet waar te zijn. Echt, ik heb er een studie naar gedaan.
Ik had het al die tijd bij het verkeerde eind! En veel mensen met mij, zo bleek wel uit de zoekmachine. Er is zelfs een ‘ik ben blij dat ik de snelste zaadcel was – hyve’.  Doek maar op. Het is niet waar. Flauwekul.

Nee, het zit zo: die zaadcellen worden ongeveer tegelijkertijd gelanceerd. Er zijn een paar miljoen zaadjes die meteen als een gek beginnen te zwemmen. Mijn moeder zei het altijd al: “Hardlopers zijn doodlopers.” Zo’n uitdrukking bestaat natuurlijk ook niet voor niks.
Maar goed, de rest van de zaadjes doet het wat rustiger aan. Dus die hardlopers beginnen aan het zware werk, terwijl de rest van de zaadjes nog lekker op hun rug ligt te dobberen. Geen haast! Je hebt nou eenmaal werkpaarden en showpaarden. Als die hardzwemmertjes bij de eicel aankomen zijn ze dolenthousiast en beginnen als een gek tegen die eicel aan te knallen, want ze willen naar binnen! Het is een gedrang zeg, om zo’n eicel heen! Maar ze hebben geen rekening gehouden met de zona pellucida. Ja zeg, ik hoef het toch niet uit te leggen? Iedereen weet toch wat de zona pellucida is?

Maar ze hadden niet op ons gerekend. Zo mag ik dat zeggen: ons. Want wij hebben met z’n allen met slimheid die wedstrijd gewonnen. Ja, zelfs álle FOK!-users! Tegen de tijd dat wij bij de eicel aankwamen waren die andere zaadcellen zó uitgeput, dat ze echt geen puf meer hadden om nog hard te knokken om die eicel binnen te dringen. Wel hadden ze het voor mekaar gekregen om een scheurtje in de wand van de eicel te veroorzaken, en daar zagen wij onze kans. Hup, naar binnen, en ons kostje was gekocht.

Over geslachtsverkeer gesproken… Wees een heer in het verkeer, wordt ons altijd geleerd. O ja? Als we dat bij die eicel hadden toegepast, dan was het toch mooi misgegaan! “Gaat u voor,” had je dan misschien hoffelijk gezegd, en even later was jij in de wc doorgespoeld of afgesmeerd aan een tissue. Nee, ooit is het begonnen met dringen, voordringen, ellebogenwerk en slimme trucjes. Ook een troost. Voortaan kunnen we wél zeggen, dat we toch maar mooi de slimste waren van 150 miljoen concurrenten. Toch?

Zo, en nu maar eens kijken, of mijn man nog te porren is voor een lekker potje geslachtsverkeer… Geil!