Nederlandse militairen kunnen niks

Er zal de komende jaren flink bezuinigd worden, ook op het Nederlandse leger. Er liggen diverse scenario’s klaar. Zo wordt bijvoorbeeld het materieel niet vervangen, zodat de militairen straks weer met kanonnen en voorladers naar het front mogen. Misschien krijgen ze paarden mee, als de graanprijs tenminste onder de dieselprijs blijft. Munitie moet uit de wonden van de neergeschoten soldaten gepeuterd worden, zodat daar ook op bezuinigd kan worden. Het is ook niet nodig om te investeren in het eten; in de tijd van Napoleon konden soldaten ook al plunderend prima voor zichzelf zorgen. Een oorlog winnen is er in ieder geval niet bij voor Nederland, dus de commandant van de strijdkrachten kan bij voorbaat worden verbannen naar Schiermonnikoog. Dat is tenminste een stuk goedkoper dan een vliegticket naar Elba.

Het maakt allemaal niet uit, want het Nederlandse leger kan helemaal niets. In de laatste eeuw zijn talloze mooie voorbeelden te vinden. Neem nou de Eerste Wereldoorlog. Pruisen, Fransen, Britten, Russen, zelfs Amerikanen gingen druk de strijd met elkaar aan. Te land, ter zee en zelfs al een beetje in de lucht werd de strijd geleverd, oorlogsmachinerie ontwikkeld en ervaring opgedaan. Nederland deed niets. Vooruit, de Tweede Wereldoorlog. Nederland kreeg nieuwe kansen en een paar jaar de tijd voor een grondige voorbereiding. Er gebeurde wel iets, maar het was zo’n symbolisch momentje van strijd, dat er net zo goed niets had hoeven te gebeuren. Ook de bevrijding moest van buitenaf komen. Het defensieapparaat hier stelt immers niets voor. Daarna is er nog een lekkere wrede poging ondernomen in Nederlands-Indië, waar de soldaten zich mochten uitleven op de rebellen. In Nederland werden het politionele acties genoemd, alsof het om een oproertje bij een voetbalwedstrijd ging. Maar ook daar konden militairen niets, omdat ze onder druk van de buitenlandse politiek direct moeten stoppen met oorlogje voeren. Nederland verloor Indonesië.

Na een tijd moest Nederland zich onder internationale druk eens bemoeien met het buitenland. Jongens die tijdens hun opleiding boompjes hebben gesnoeid op de Veluwe en goed zijn geworden in kuilen graven, mochten op vakantie naar het buitenland. En reken maar dat die vaardigheden van pas kwamen. In Srebrenica bijvoorbeeld, toen de soldaten kuilen mochten graven voor de ruim 7000 moslimmannen die ze eigenlijk zouden beschermen. Het heette een vredesmissie, want dat klinkt zo lekker politiek correct. Nederland kwam wel even de vrede brengen. In Den Haag waren ze voor het gemak even vergeten dat er daarbij misschien wel geweld nodig was. Geweld, waar je een goede oorlogsuitrusting voor nodig hebt. Ook pacifisten kunnen niet zonder wapens. Dus de jongens stonden erbij en keken naar de bussen vol wanhopige mannen die naar het slachthuis werden gebracht.

Irak, ach, waarom zijn onze jongens daar ook alweer naartoe gegaan? Had het niet iets te maken met een achterlijke boerenlul van een president in Amerika, die wat olie wilde hebben? En zo’n Nederlandse poppenspeler die overal ‘ja’ en ‘amen’ op zei? Dus de jongens en meisjes in het groen gingen weer op reis. Ze kwamen, ze zagen en… vertrokken weer. Door naar de missie in Afghanistan. De jongens en meisjes in het groen kwamen, zagen, bouwden zo nu en dan iets op, losten zo nu en dan een schot voor de Nederlandse televisie en verloren dierbare vrienden op bermbommen. En nu mogen ze misschien weer naar huis. Maar het materieel blijft zo slecht, dat geen enkel land iets van Nederland over wil nemen. Dat is ook niet zo gek. Wie wil er een muilezel en lemen hutjes, als de nieuwste vliegtuigen en instant sportscholen aanwezig zijn op de Amerikaanse basis?

Voor de komende bezuinigingen is het dus belangrijk om te weten welke rol Nederland in 2030 gaat spelen. Die rol lijkt me wel duidelijk. Nederland moet het leger opheffen en als uitzendbureau werken. De overheid mag zelf soldaten rekruteren en als huurlingen naar het buitenland sturen en geld opstrijken voor de bemiddeling. Voor de wederopbouw krijgen organisaties als het Rode Kruis meer geld, omdat zij tenminste weten waar ze mee bezig zijn. Nederland moet blijven bijdragen aan de wederopbouw, maar dan vanaf een veilige afstand. Nederland is altijd al beter geweest in het leveren van diensten dan het uitvoeren van plannen. Het leger gaat eruit. Nederlandse soldaten mogen toch niets van de leiding en hebben niet de middelen ter beschikking om iets te kunnen doen. Defensie is een subsidieclubje geworden. En wat doen we tegenwoordig met subsidieclubjes? Juist. Keihard opheffen en het geld besteden aan organisaties die wel iets kunnen ondernemen.