Ben ik een aandachtshoer?

“Zonnetje heeft wel vaker dergelijke columns waar ze naar mijn mening iets te veel bezig is met de notie van hoe geweldig ze zelf wel niet is. Het probleem met dit gedrag is dat het alleen benadrukt hoeveel ze de aandacht, blijkbaar, nodig heeft.” Zo schreef een lezer vorige week in een reactie onder mijn column jongens van 17. Ik vroeg deze user nog om uitleg of voorbeelden, maar hij liet niets meer van zich horen. Speciaal voor deze reactie had hij een account aangemaakt -of een kloon, want dat kan natuurlijk ook-, legde zijn ei en liet mij enigszins verbaasd achter. De rest van zijn reactie was dermate hatelijk, dat ik bijna het gevoel kreeg dat ik deze persoon op een of andere manier wel enorm gekwetst moet hebben, maar ik ben me van geen kwaad bewust.

Toch -zelfreflecterend als ik ben- ben ik gaan nadenken over het eventuele gelijk van deze user. Het viel me met name op dat het woord ‘aandacht’ in combinatie met ‘probleem’ werd genoemd. Is dat zo? Is het willen hebben van aandacht iets negatiefs? Daar ben ik me eens in gaan verdiepen. Het woord ‘aandacht’ kent vele betekenissen. Het kan vertaald worden als belangstelling hebben, vragen speciaal op iets te letten, bekommernis, interesse, enz. Een synoniem voor het woord aandacht is het woord opvallen. Iets valt je op, iets trekt je aandacht.

Dat is ook toe te passen bij mensen. Mensen die aandacht willen, mensen die willen opvallen. Is dat iets negatiefs? Ik denk dat in onze samenleving de woorden ‘aandacht’ en ‘opvallen’ onterecht een negatief label hebben gekregen.
 
Ooit kwam ik in aanraking met de theorieën van Maslow, een Amerikaanse klinisch psycholoog die in de jaren-60 de humanistische psychologie ontwikkelde, ook wel bekend als de theorie van de toenemende behoefte. Maslow ziet de mens als een uniek gemotiveerd individu met een brede waaier drijfveren. Om zichzelf als gezonde persoonlijkheid te kunnen ontwikkelen, moet volgens Maslow een aantal fundamentele menselijke behoeften minimaal bevredigd zijn. Al deze fundamentele behoeften zijn aangeboren.

De piramide van Maslow is bekend, maar ik wil zijn verhaal toch even toelichten. Een aantal zaken is nodig om tot zelfontplooiing te kunnen komen. Die zelfontplooiing is de top van de piramide. Het begint bij de basis, namelijk het fysieke aspect. Eten, een dak boven je hoofd, warmte, alles wat je primair nodig hebt om in leven te blijven. De volgende laag betreft de individuele veiligheid; dat er geen gevaar of dreiging heerst, dat er rust, orde en een gevoel van veiligheid kan zijn, en een goede gezondheid. Dan is het sociale aspect van levensbelang; een persoon moet het gevoel hebben bij anderen te horen, geaccepteerd, liever nog geliefd worden, verzorgd worden en zorgen voor anderen. Waardering hoort ook bij de voorwaarde om tot zelfontplooiing te kunnen komen. Je moet dan eerst respect voor jezelf hebben en ook krijgen van anderen, status hebben. En om dat te bereiken is communicatie nodig. Aandacht geven en aandacht krijgen. En pas als aan deze vier voorwaarden - fysiek, veiligheid, sociaal en waardering- wordt voldaan, kan je als persoon tot volle bloei komen.

Als je in Afrika woont en je moet elke dag zes kilometer lopen om een emmer water te bemachtigen, dan zul je niet toekomen aan zelfontplooiing. Als je in een schuilkelder zit omdat anders de kogels om je oren vliegen, dan ben je alleen maar bezig met overleven.
Maar ook dichter bij huis: als je je hele leven hoort dat je niks kan, dat je dom bent, en je hebt daardoor een laag zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen en zelfrespect, dan zul je ook niet snel tot zelfontplooiing komen.
Wat je ook bedenkt, de piramide van Maslow werkt. Haal er een schakel tussenuit en je zult begrijpen dat zelfontplooiing niet zal gaan lukken, doordat er te veel belemmeringen zijn.

Mensen hebben, zoals hierboven is uitgelegd, dus aandacht nodig. Maar ook het woord ‘aandacht’ kan weer op vele manieren worden uitgelegd. Een leraar die voor de klas staat wil aandacht van de leerlingen. Voor hem als persoon? Nee, eigenlijk wil hij dat de leerlingen aandacht hebben voor de lesstof en hij is degene die deze lesstof moet geven aan zijn leerlingen. Hij zal dus manieren bedenken om de aandacht van zijn leerlingen te bemachtigen en deze ook vast te houden.

Over opvallende politici wordt vaak gezegd: “O, hij wil gewoon opvallen.” Of: “Wat een aandachtskanon, zeg!” Neem bijvoorbeeld Geert Wilders. Wil deze man aandacht? Wil hij opvallen? Ja, ik denk het wel. Maar wil hij opvallen om zichzelf als persoon te laten verheerlijken of wil hij aandacht voor zijn visie, zijn boodschap aan het volk? Dat heeft met de perceptie van mensen te maken, wat zij daarvan vinden. Wilders-aanhangers zullen aan zijn lippen hangen vanwege de voor hen herkenbare boodschap die hij te melden heeft; zij zien hem als boodschapper van wat zij zelf ook vinden. Niet-aanhangers zullen roepen: “Die vent wil alleen maar aandacht! Hij probeert alleen maar om te provoceren, met z’n belachelijke geblondeerde kapsel!” Provoceren is in elk geval een probaat middel om aandacht te krijgen. Maar gaat het er dan om dat Wilders expres provoceert om de aandacht te vestigen op het gedachtegoed van zijn partij of geilt hij gewoon op al die mensen die hem -negatief of positief- heel veel aandacht geven?

Ik heb het mezelf echt afgevraagd. Ben ik een aandachtshoer? Doe ik alles om aandacht te krijgen?
Al vanaf het moment dat ik kon schrijven heb ik dagboeken bijgehouden. Stapels en stapels dagboeken heb ik bewaard. Waarom ik zo veel schreef? Vanuit de behoefte om te schrijven. Een behoefte die ik van kleins af aan heb gehad. Maar ik liet die dagboeken aan niemand lezen; ze waren van mij. Dus ik ben niet gaan schrijven opdat iedereen ‘Oh’ en ‘Ah’ zou roepen. Sterker nog: ik verborg die dagboeken op mijn kamer, maar ik vervulde daarmee gewoon een innerlijke behoefte. Pas in 2006 heb ik voor het eerst -nadat ik dus al zo’n 30 jaar dagboeken had bijgehouden, maar ook heel veel verhalen had geschreven- iets gepubliceerd op internet. Door de positieve reacties, maar ook door de kritische feedback, werd ik gestimuleerd om door te gaan met schrijven. Deze laatste vier jaar ben ik met sprongen vooruit gegaan, door de mij gegeven feedback ter harte te nemen.

Ik schrijf over dingen die mij bezighouden, die mij opvallen, die mij boeien. Soms over onderwerpen die stof doen opwaaien, andere keren gewoon een lief verhaaltje. Ik schuw geen onderwerp en weet soms al van tevoren dat ik bepaalde lezers tegen mij in het harnas zal jagen. Maar ik ben geen pleaser; ik ben een volwassen persoon met een eigen referentiekader. En wat ik al vaak heb meegemaakt, is een succeservaring. Als ik schreef over mijn zoon met het syndroom van Asperger, dan kreeg ik brieven van mensen die veel aan mijn column hadden gehad. Toen ik schreef over de lange weg die ik heb bewandeld om me uiteindelijk uit de gereformeerde kerk als lid te onttrekken, kreeg ik heel veel verhalen van anderen die zich herkenden in mijn verhaal. Soms hebben mensen moeten lachen om mijn columns. Kortom: het heeft me veel opgeleverd. En ja, ook aandacht. Maar niet voor mij als persoon; nee, het ging om de dingen waar ik dan over schreef.

Als je iemand wilt straffen, dan is negeren een van de ergste dingen die je de ander aan kunt doen. Dat is gewoon gekmakend! Je vraagt om aandacht en die vraag wordt compleet genegeerd. Dat is erger dan wanneer iemand het niet met je eens is en er ruzie ontstaat. Het tegenovergestelde van liefde is daarom ook niet haat, maar onverschilligheid. Dan is er dus geen enkele emotie meer ten opzichte van die ander; er is gewoon niks. En dat is vaak moeilijker te accepteren voor die ander, dan wanneer er nog sprake is van emotie en dus ook van aandacht voor elkaar. Of het nou positief of negatief is.

In het kader van mijn onderzoek naar de definitie van het woord ‘aandacht’ kwam ik nog een interessante omschrijving tegen. Ik moest meteen denken aan de user van vorige week die ik in de eerste alinea van mijn column citeerde. Het stukje dat ik tegenkwam ging over de omgang met lastige mensen. Ik las: ‘Lastige mensen dwarsbomen jouw doelen om aandacht van je te krijgen. Negatieve aandacht vinden ze beter dan geen aandacht. Lastige mensen hopen dat jij je schuldig voelt omdat je de wereld niet ziet zoals zij die zien, of omdat jij iets anders doet dan dat zij vinden hoe het hoort.’ Opeens begrijp ik waarom die user zo vervelend deed. Wie is hier dus de aandachtshoer?