Wie wil er genaaid worden! Ik!

Vandaag dertig euro gegeven aan een voor ons vreemde jongeman op straat. Hij had een pakkend verhaal aan mijn vrouw verteld. Dat hij zijn ouders wilde bezoeken een straat achter ons, in Almere Parkwijk. Hij had van de buren van zijn ouders gehoord dat ze op vakantie waren, zijn ouders. (Hij wist niet dat zijn ouders op vakantie waren?)

Hij liep bij ons voor langs mijn vrouw en vroeg haar dus om geld om terug te kunnen naar Utrecht. Met dertig euro zou hij het wel redden. Hij wilde een onderpand geven. Dat vond ik een beetje banaal, wat achteraf natuurlijk vreselijk naïef is. Zomaar een mens die om geld vraagt. Hij vroeg mij of hij mij moest bellen zodat ik zijn nummer had. Hier stemde ik wel in toe. Maar ik was niet bij mijn mobiel, ik zag niet of hij daadwerkelijk belde. Wat is dat toch met onze naïviteit? Maar misschien brengt hij het wel terug. Ik keek even bij www.ns.nl en zag dat een enkeltje naar Utrecht € 8,50 kost. Het koude zweet brak mij uit. Niet bij mijn vrouw, die engel gelooft alles en iedereen en geeft alle straatkrantverkopers twee euro. Soms komt ze thuis met twee dezelfde straatkranten.

Gelukkig, ik heb zijn nummer, maar bedenk mij dat dit natuurlijk helemaal niks zegt wanneer hij een doorgewinterde oplichter is.

De eerste dag is voorbij, ik heb hem een sms gestuurd:

Ik weet niet of je onze dertig euro nog terug komt brengen. Weet je wel die dertig die je gekregen hebt om weer naar Utrecht te kunnen reizen afgelopen dinsdag in Almere. Ik zie je graag. Vr. Gr. Dick R.

Ik besef dat hij wellicht alleen nummers beantwoordt die hij kent. Hij was zo echt in zijn handelen, zo zeker van zijn zaak. Hij had geen geld, straalde lichte paniek uit. Gewoon perfect. Carice van Houten zou aan dit acteerspel haar vingers aflikken. En wij? Mijn vrouw en ik, wij voelen ons dom en geschoren. Daar staan we dan, in een wei zonder gras, geschoren en hard van achteren genomen zonder dat we er erg in hadden.

Morgen stuur ik weer een sms. Die zal deze inhoud hebben:

Beste voor ons nog steeds grote onbekende. We beginnen te beseffen dat we opgelicht zijn door jou. Jij bevestigt waarom veel mensen niets meer voor elkaar over hebben en hun deur, voor zo een smoel als jij hebt, dichtsmijten. Aan jou is het nieuwe spotje van Sire niet besteed: ’Pas op! Aardig’. Ken je dat spotje? Dat moet wel want het is jouw gereedschap de mensen in je omgeving een oor aan te kunnen naaien. Wij waren aardig tegen jou. En jij naaide ons. Het mag duidelijk zijn dat ik letterlijk op je smoel ga zitten wanneer ik je weer tegenkom in Almere. Dus kijk achterom naar een één meter vijfennegentig lang stuk woedend vlees van 120 kilo.

Aardig zijn, yeah sure. Niet meer. De moed nu al verloren? Nee, dat niet. Maar aardig is te snel naïef. Naïef is dommig, vind ik. Dus Sire, rot op met die domme spotjes. Het gaat mij niet om Sire. Het gaat mij om de algehele verloedering van het menselijk handelen. Steeds meer mensen zien anderen als objecten waar geld aan te verdienen valt. Ze zitten absoluut niet met een geweten. Ze moeten geld hebben. Of diensten, ze moeten iets van je hebben, het maakt niet uit hoe of wat. Ze willen hebben. Niet uit honger maar uit hebzucht of uit een liederlijke verslaving. De eerste de beste die nu nog aan mijn deur klopt voor iets krijgt het glas van mijn voordeur in zijn ponem. Ik word schijtziek van die fucking bedelaars die geen honger hebben, genoeg kleding aan hun lijf hebben en altijd een slaapplaats. Rot op en ga werken voor je geld en laat ons met rust. Zo, aardig genoeg?

En dan mijn laatste SMS:
Zeg vriend, ik schenk je die dertig euro. Je mag ze houden. Ik wil rust in mijn kop en hart.