Voor eens en altijd

Het mooie van kinderen is dat ze geen onderscheid maken tussen slim en dom, rijk en arm, mooi en lelijk of andere vormen van hokjesdenken. Ook ik had als kleuter –achteraf gezien– een veel gedifferentieerdere vriendengroep dan nu het geval is. Maar hoe gemêleerd het gezelschap ook was, mijn vriendjes hadden één ding gemeen: ieders eigen vader was de sterkste, de liefste, de slimste, en op alle andere vlakken superieur aan alle andere papa’s van de hele wereld. Reeds op die leeftijd zag ik de kinderlijke naïviteit van hun bewering in. Misschien was ik ook wel veel te rationeel voor de kleuterschool. Al die zogenaamde supermannen in ons dorp, dat was ronduit ridicuul! Er was er toch echt maar één. En dat juist ík zijn zoon was, vervulde mij met geluk.

Maar wie denkt dat zulke overschatting louter bij mijn jeugdkameraden voorkwam, heeft het mooi mis. Ook nu ik 30 ben hebben mijn vrienden nog altijd weinig kaas gegeten van objectiviteit, wanneer het over hun vader gaat. Of het nou een kwestie is van gezond optimisme of van kortzichtigheid, het feit is dat de ouderlijke levensverwachting veel rooskleuriger wordt ingeschat dan op basis van kansberekening mag worden verwacht. Collectief denken ze dat senior een levenselixer heeft geslikt ofzo. Je hoeft geen statisticus te zijn om in te zien dat een deel van hen de deksel lelijk op de neus zal krijgen. De hoge leeftijd die mijn vader zal bereiken moet immers worden gecompenseerd. Het gemiddelde is in dat opzicht onverbiddelijk.

Enkele weken geleden bevond ik mij opeens in het ziekenhuis.
Aanhoudende klachten hadden mijn vader genoopt zich eens grondig na te laten kijken. De eerste indruk was niet goed geweest, en de tweede evenmin. Er bestond een vermoeden op die vreselijke ziekte, en dan ook nog één van de agressiefste telgen van het geslacht. Een donderslag bij heldere hemel. Er restte ons niets anders dan wachten. Weken waarin verschillende onderzoeken plaatsvonden werden gevuld met niets dan eindeloze onzekerheid.

De tijd in de wachtkamer probeerde ik, in afwachting van het laatste oordeel, te doden met het doorbladeren van de aanwezige tijdschriften. Veel informatie nam ik niet op, het was weinig meer dan plaatjes kijken. Tot mijn oog viel op een artikel over D66-kamerlid Boris van der Ham, naar aanleiding van Cornald Maas’ boek Verlies. Hij vertelde over de relatie met zijn overleden ouders.
Hoewel Boris enorm gesteld was op die vreemde man met dat Einstein haar, betuigde hij op diens begrafenis voor het eerst openlijk zijn liefde voor hem. Hij sprak mooie woorden. Toch had hij spijt dit nooit eerder te hebben gezegd. Ik herkende mezelf in het verhaal van Boris. Ook mijn vader en ik praten niet over gevoelens. Zoetsappigheid laten we over aan anderen. Ik hou van hem, dat weet hij toch wel.

Er flitsten beelden door mijn hoofd van mijn vaders uitvaart. Ik zou niet bij machte zijn iets uit mijn mond te krijgen, maar als dat wel het geval zou zijn, wat zou ik dan zeggen? Waarschijnlijk woorden met dezelfde strekking als die van Boris, maar dan nog mooier en liefdevoller, aangezien mijn vader boven alle vaders uitsteekt. Ik zou vertellen dat hij altijd voor mij klaar stond, dat hij mij nooit een tik heeft gegeven, dat hij enorm veel wist, dat hij prachtig enthousiast kon vertellen over zijn hobby’s, dat hij altijd gelijk had (nou ja, bijna dan), dat hij de liefste opa was, dat ik jaloers was op zijn doorzettingsvermogen, dat hij nooit klaagde, dat hij mijn voorbeeld was en dat ik altijd ontzettend trots ben geweest om zijn zoon te zijn.
Daar in die wachtkamer was ik voor het eerst vreselijk bang dat niet ik, maar mijn vrienden gelijk zouden krijgen. Wat als het lot aan de verkeerde kant van het gemiddelde stond?

Eergisteren is mijn vader 67 geworden.
Zoals ieder jaar had ik geen idee wat ik hem moest geven. Deze keer was het extra moeilijk, omdat hij drie weken geleden al iets moois kreeg. Een gunstige uitslag. Er werd uiteindelijk toch geen kwaadaardig weefsel gevonden. Daar kan geen cadeau tegenop. Daarom besloot ik om dit jaar eens geen zak drop te geven, maar een stukje voor hem te schrijven. Een ode. Zodat hij voor eens en altijd weet dat ik heel veel van hem hou.

Bij dezen, papa, deze is voor jou.