Ik heb GEEN dwangstoornis!

"HIER!" brulde ik.
"Wat is er?" Vrouwlief kwam paniekerig de keuken binnen.
"Kijk in de krant!" Ik zat aan de keukentafel en hield het Algemeen Dagblad van woensdag 17 maart omhoog.
"Wat staat er dan?"
"Lees die kop dan! 'Iedereen heeft zijn eigen, kleine obsessie – in meer of mindere mate'."
"Ja? En?"
"Wat nou: ja, en? Jij bent toch degene die hier altijd begint over dat ik een neuroot zou zijn?"
"Klopt," zei Vrouwlief. "Maar wat wil je nou zeggen?"
"Dit artikel laat zien dat iederéén dwanggedrag vertoont."
"Ja? En?"
"Jij dus ook."
"Ik? Moet je horen wie het zegt." Vrouwlief lachte schamper. "Jij haalt toch de kopjes weer uit de vaatwasser omdat ze er niet goed instaan?"
"Maar dat klopt toch ook! Je moet de vaat volgens een bepaald systeem inpakken. Dat je 's morgens vroeg ook gemakkelijk de spullen die je nodig hebt kunt grijpen."
"O gut," zuchtte Vrouwlief. "Krijgen we dat riedeltje weer?"
"WELK RIEDELTJE!" gilde ik.
"Nou zeg, je hoeft niet zo te schreeuwen, hoor."
"IK SCHREEUW NIET!"

Het tijdschrift Psychologie Magazine heeft onderzoek gedaan onder zeshonderd abonnees. En wat blijkt? Maar liefst 99% van de ondervraagden vertoont alledaags dwanggedrag. Boeken op alfabetische volgorde, schilderijen recht hangen, lades en kastdeuren nauwkeurig hersluiten, chips kauwen op de maat van een deuntje, bij vrienden de klok gelijkzetten of de kalender bijhouden, steeds weer controleren of ramen en deuren goed gesloten zijn, voortdurend drang hebben de handen te wassen, andere overdreven poetsneigingen, kopjes in de kast op kleur sorteren, noem maar op. Teldrang komt ook veel voor: traptreden, stoeptegels of lettergrepen in een zin. Bijna iedereen heeft wel zo'n kleine obsessie. De meeste mensen zien het niet als dwangtrekje. De onderzoekers hebben ook niet de indruk dat deze mensen er onder lijden.

"Zo zie je maar weer," besloot ik mijn uitleg. "Het hebben van vaste patronen is heel normaal. Het is een manier om de wereld te ordenen, zodat ik niet meer hoef na te denken over alledaagse handelingen. Zeg dat ik het gezegd heb. 's Morgens vroeg bij het opstaan hebben al mijn handelingen een vaste volgorde. Het lastige daarvan is wel, dat er maar íéts te hoeft gebeuren en dan ligt mijn hele systeem in de soep. Laatst moest ik een keer heel vroeg de deur uit. Normaal gesproken kom ik beneden, zet ik de koffie aan, ga ik de krant buiten uit de brievenbus halen en dan kan ik koffie drinken. Maar omdat ik zó vroeg was, was de krant er nog niet. Ik was gelijk half van slag."
"Dat herken ik wel," moest Vrouwlief met rood hoofd toegeven.
"Zie je nou wel?" zuchtte ik. "Zelfs jij."
"Inderdaad. Door mijn ziekte zit ik hele dagen thuis. Ik heb 's morgens een vast ritueel opgebouwd. Nu ben jij een keer een ochtendje vrij en is heel mijn ritme verstoord."
"Fijn."
"O? Vind je dat fijn?"
"Het is fijn om gelijk te hebben," beaamde ik. "Ik zou er zo langzamerhand aan gewend moeten zijn, maar iedere keer weer is het een prettige sensatie."
"Nou ja, zeg!"
"Ho ho! Eerst mag ík niet schreeuwen; moet je nou eens naar jezelf luisteren!"
"Mag ik ook een keer?" zei Vrouwlief. "Normaal gesproken loop jij hier altijd te roepen dat dit niet goed ligt of dat verkeerd is gedaan."
"Ja, en terecht!" Daar ging ik. Ze had er zelf om gevraagd.

"Gék word ik van al die nonchalance hier in dit huis!
Allerlei post ligt overal op allerlei stapeltjes verspreid. Ook op stoelen en de bank.
Een stoel en een bank zijn om op te zitten; niet om tassen op neer te zetten! Straks kan ik zélf nergens meer zitten!
De rol wc-papier moet met het eerste velletje naar me toe hangen; niets is zo erg om ergens achter die rol te moeten martelen om het eerste velletje te vinden.
Afwas nooit stapelen! Zeker borden niet, want als je het wél doet, moet je de onderkanten ook afwassen!
Die vaatwasser moet je hándig inpakken! Zodanig, dat ik 's morgens dat wat ik als eerste nodig heb, ook als eerste kan pakken. Dat ik dus niet door ladingen schalen, bestek, borden en kopjes heen moet ploeteren om helemaal achteraan mijn geliefde koffiemok te vinden.
Als je een nieuwe zak in de pedaalemmer doet, dan moet er zo min mogelijk lucht tussen de bak en de zak zitten; dat die zak niet gelijk vol zit als je er één prulletje ingooit.
We hebben een prachtig servies! Waarom dan tussen de middag voor je tosti die plastic campinghondenbakken gebruiken!
Als je iets op maakt, zeg het dan of zorg ervoor dat er nieuw komt! Niets is zo ergerlijk als ik spaghetti wil koken en de saus is bijna klaar en dan blijkt dat de spaghetti op is!
Pak niet bij ieder klusje een schone pan of schaal of mes, maar kijk eerst of er een gespoeld exemplaar beschikbaar is. Ik blijf niet afwassen!
Gebruik gereedschap en bestek uitsluitend voor die dingen waarvoor ze zijn ontworpen! Een spijker sla je ook niet in de muur met het handvat van een schroevendraaier. Dus geen blikken openmaken met het fileermes!
Als je kookt, dan kóók je. Ga niet tussendoor de was doen, e-mail controleren, vakantiefoto's inplakken of een IKEA-kastje monteren. Ik eet graag een rosé gebakken stukje vlees!
Bij een eenpansgerecht gebruik je maar één pan!
En bovenal, de aller- allerbelangrijkste regel in het leven: gebruikte lucifers stop je NOOIT maar dan ook helemaal NOOIT terug in het doosje!"

"Gaat het een beetje, schat?"
Hijgend stond ik op. Ik beende naar de boeken- en muziekkast in de woonkamer.
"Wat ga jij nou doen?" vroeg Vrouwlief, terwijl ze achter me aan liep.
"Dit hele geleuter bracht me op een schitterend idee," zei ik. "Ik ga mijn boeken, LP's en cd's rangschikken. Op kleur."


Apeldoorn, maart 2010