Moord op Milly, Nederland huilt

Er zijn van die gebeurtenissen die je naar je strot grijpen. Als een grote klauw die iedere realiteitszin uit je lichaam perst. Wat overblijft zijn innerlijke tranen die maar moeilijk naar buiten komen.

Milly mocht niet ouder dan twaalf worden van haar moordenaar. Sander V. is een afschuwelijk mens. Dat zeggen wij allemaal. Maar daar sus je niks mee in je eigen hart en geest. De woede welt alleen aan als je bedenkt welke doodstrijd Milly waarschijnlijk geleverd heeft. En je kunt er geen ene klote aan doen, helemaal niets. Als ouder niet, als regering niet en al helemaal niet als politiemacht. Deze monsters staan plotseling op, hun verderfelijke IK ontwaakt uit een van de duisterste spelonken van hun ziel. Ze gaan als een demon aan het werk en hebben hierbij totaal geen last van een menselijk geweten. Hier kan je als ‘normaal’ mens niet tegenop. Nu was het een politieman, morgen is het een bakker en overmorgen de bankdirecteur. Je leeft je leven op goed geluk.

En nu huilt Nederland, massaal. Toen ik de duizenden mensen zag meelopen in de stille tocht, vulde heel mijn zijn zich met woede en een verdrietig gevoel naar haar nabestaanden. Een paradox, net zoals deze hele gebeurtenis. De bedoeling van het mens zijn staat recht tegenover de moord op Milly. Ik besefte ook dat dit ons allemaal aangaat. De mens wordt mondiger en durft steeds meer te uiten wat hij voelt. Of het nu om politiek gaat of om deze diep menselijke tragedies. De mens wil niet alleen binnenshuis een harde stem hebben, maar zoekt steeds meer de confrontatie op. Krankzinnigheid wordt niet meer geaccepteerd. En dat is goed. Maar dat neemt nog steeds niet weg dat je je kind morgenochtend een goede dag kan wensen, zijn brood verpakt en hem of haar een dikke zoen voor de dag geeft en dat dit voor het allerlaatst kan zijn. Het scenario van een krankzinnige moordenaar is nooit te voorspellen. Je kunt je er ook niet tegen wapenen. Je kunt je kinderen waarschuwen, maar als de buurman, die een notabele politieman is, voor de deur staat en je dochter bijvoorbeeld aanbiedt zijn kat met jonkies te bekijken dan gaat ieder kind kijken.

Ik begrijp het niet, is de meest gehoorde reactie. En daarna verzinnen we met zijn allen een passende straf voor dit monster. Maar er is geen passende straf zoals er geen passend antwoord is op de vraag waarom. Niets klopt. Het enige dat klopt is dat het gebeurd is. Dat Milly dood is en nooit meer in ons midden zal zijn. Dat ze twaalf is geworden en dat we weten dat haar hart een grote vaas was die altijd vol rozen stond.

We zullen onze voordeuren nog meer gaan barricaderen. We zullen ook onze kinderen nog meer angsten aan moeten gaan praten over wat ons allemaal kan overkomen wanneer we denken met een onschuldig iemand mee te gaan om zijn kleine katjes te bewonderen.

Haar dood leek niet voorkomen te kunnen worden. En toch denk ik daar anders over. De vriendin van Sander V. heeft aangegeven dat hij zich bizar gedroeg tijdens het seksspel. Hij kneep haar keel dicht wanneer hij opgewonden was. Ze moest hem stoppen. Duidelijk is nu dat er voor deze uiting van hem geen ‘vervanging’ werd gezocht door hun beiden. Ook zij is politieagent en zal in mijn beleving dus nooit een rechercheur worden.

Milly, waar je ook bent, ik hoop dat jij de rust voelt die je verdient.