Modern aanmoedigen

Vroeger vond ik het leuk als ik werd toegezongen op mijn verjaardag. Het is één van de dingen die zo’n dag bijzonder maakt. Daarbij is het niet zo dat de hoge kwaliteit van het gezang me al die tijd is bijgebleven. Mijn vriendjes en vriendinnetjes (zij het weinig) kwamen niet bepaald in aanmerking voor een plek bij Kinderen voor Kinderen. Het geluid dat ze uit hun jonge strotjes persten had nog het meeste weg van een kudde langzaam stikkende kuikentjes. Maar het gaat om het gevoel wat ik er aan overgehouden heb. Het was fantastisch dat ik even in het middelpunt van de belangstelling stond en anderen speciaal voor mij een liedje zongen. Ik dacht hier laatst ineens aan toen ik een voetbalwedstrijd bezocht en naar de scheidsrechter keek. Hij werd ook toegezongen, maar als ik de tekst goed verstaan heb, niet omdat hij jarig was.

Als het tegenwoordig aan de aanhang van de thuisspelende club ligt, verdient een scheidsrechter al kanker als hij een strafschop aan de tegenstander geeft. Terecht of niet terecht, dat maakt niet uit. Eén fluitje teveel en de supporters onthullen dat de scheids de zoon van een hoer is of nog erger: dat hij zélf de hoer is, bij voorkeur van Amsterdam. Volgens mijn vader was voetbal vroeger een spelletje waar je rustig op zondagmiddag met je zoontje heen kon en gezellig samen een patatje kon halen in de rust. En als de scheidsrechter een off-day had, dan werd hij bij hoge uitzondering voor hondenlul uitgemaakt. Maar dan floot hij ook wel heel slecht. Een wedstrijd die stilgelegd werd door de leidsman wegens de meest afschuwelijke verwensingen? Ondenkbaar.

Bij de bookmakers kun je sinds dit seizoen gokken hoe vaak een wedstrijd wordt onderbroken wegens spreekkoren. Ook zoiets bijzonders, de op de scheidsrechter neerdalende scheldkanonnades worden ‘spreekkoren’ genoemd, terwijl het van een koor toch weinig weg heeft. Een koor is voor mij een verzameling mannen en vrouwen, die in een kerk samen een mooi gezang ten gehore brengen. En als je die duizenden voetbalsupportende chimpansees met hun beledigende teksten ergens niet wilt hebben, dan is het wel in de kerk. In een stadion evenmin trouwens. Bij mij in de rij zat een verstandelijk gehandicapte jongen, die zijn club enthousiast en fanatiek ondersteunde (onverstaanbaar weliswaar, maar toch). Ik zou willen dat menig supporter zijn club zo zou aanmoedigen zoals hij.

Even terug naar de scheidsrechter. Wat motiveert zo’n man nog om op zijn vrije zondag een wedstrijd te fluiten? De gratis consumptiebonnen misschien? De mooie plek in het stadion? Ik kan het niet bedenken. Tijdens de wedstrijd door spelers en publiek verguisd, na de wedstrijd afgemaakt door so called voetbalanalisten. Maar wel negentig minuten in het middelpunt van de belangstelling.