Nachtritten: sexy lading (29)

Hier lees je deel (28)

‘Ik word gek in ziekenhuizen, Giovanni. Ben een beetje doelloos door het ziekenhuis gelopen. Het is verdomd groot, weet je dat?’ Hij vertrouwde haar uitleg niet helemaal en vroeg door.
‘Ben je ook in die verbouwde recreatieruimte geweest?’ Ze wist dat dit een strikvraag was. Ze wist dat hij haar niet vertrouwde. Aan zijn houding en manier van vragen wist zij zeker dat er helemaal geen verbouwing geweest was, in welke recreatieruimte dan ook.
‘Verbouwd? Dan ben je in de war met een ander ziekenhuis, schat. Heb je nog meer schatjes in ziekenhuizen?’ Ze besefte haar gevaarlijke vraag en glimlachte erbij.
‘Nee, niet echt ik houd het bij één’, zei Giovanni resoluut. ‘Maar je hebt gelijk. Ik ben in de war met iets anders. Maar even iets anders; kom je iets te kort hier?’
Man wat ben jij simpel. Als ik een konijn als huisdier zou hebben, zou deze al slimmer dan jij zijn, dacht Vicky. Hij probeerde haar in zijn val te laten lopen. Ze vroeg zich af wat er gebeurd was wanneer ze hem niet door gehad zou hebben en twijfel had laten zien. Hij zou waarschijnlijk weer door het lint gegaan zijn en haar geslagen hebben. Ze wist dat ze nog meer op haar hoede moest zijn. Vicky praatte nog wat met Giovanni. Hij maakte een relaxte indruk op Vicky. Maar met hem wist je het nooit zeker. Soms kon je alles tegen hem zeggen. En dan, wanneer je het niet verwachtte, sloeg hij totaal door.

‘Er zijn hier vijf soldaten die de hele nacht in je buurt zullen blijven. Hoe voel je je verder?’ Vicky’s gedachten sloegen weer op hol. ‘Ik voel mij nu net zo een moordenaar als jij, vuile klootzak. Ik zou willen dat ik mijn Beretta nog had. Ik had een magazijn op jou leeg kunnen schieten.’
Maar in plaats daarvan zei ze: ‘Ik voel mij beurs. De dokter heeft gekneusde ribben en een gekneusde nek vastgesteld. Daarnaast heb ik kneuzingen aan inwendige organen. Verder gaat het wel, Giovanni.’ Ze kreeg haar gedachten en gevoelens daarbij maar moeilijk onder controle. ‘Man je zou eens moeten weten hoe ik je haat. Ik zou je hart eruit kunnen rukken en daarna een taart vreten.’
‘Toch merk ik nog iets aan je.’
‘Dat zou best eens kunnen kloppen. Ik voel mij vaak een beetje misselijk. Misschien ben ik in verwachting.’ Ze wilde Giovanni peilen. Hij stond op en pakte haar gekneusde gezicht. Zijn gelaat leek een voltreffer van de zon te hebben gehad.
‘Mijn kind! We gaan het opvoeden, schat. Ons kindje.’
‘Jij voedt helemaal niets op, lul!’ Ze kreeg de stem in haar hoofd niet stil. Hij kuste haar op haar voorhoofd en maakte aanstalten om weg te gaan.
‘Vijf man buiten. Als er wat is roep je een van de soldaten. Ik heb de dokter al gesproken. Ik wist al dat je in verwachting was, schat. Je denkt toch niet dat ik het niet wil hebben? Je schijnt te vergeten dat ik oprecht van je hou.’
‘Weet je dat ook dat je kind een kind is uit een verkrachting, lul? Dat heb ik tijdens die verkrachting gemerkt, hoeveel jij van mij houdt. Dat heeft niks met liefde te maken heeft, hond!’, dacht ze.

‘Natuurlijk weet ik dat. Maar soms twijfel ik daaraan. Dat begrijp je toch wel, hè Giovanni?’ Hij keek nog eens goed naar haar gezicht. Ze zag spijt in zijn gezicht, in zijn ogen. Hij draaide zich resoluut om. Alsof hij er niet mee om kon gaan. Vicky liet zich vermoeid op het bed zakken en viel vrijwel direct opzij. Nu pas voelde zij hoe moe ze was. Binnen een paar tellen sliep ze.

De deur van haar kamer ging langzaam open, een beetje piepend. Ze durfde zich niet te verroeren in haar ziekenhuisbed. Het zweet gutste van haar voorhoofd en liep in een straaltje tussen haar borsten. Haar hart sloeg over. Een persoon kwam langzaam dichterbij. Ze zag hoe deze een wapen vasthield in de rechterhand.
‘Vicky, Vicky?’ de laatste y werd in een lange adem uitgeblazen. ‘Vicky, je bent een moordenaar, een smerige moordenaar. Ik moet je koud maken. Waar wil je hem hebben, de kogel? In je hoofd?’ De persoon drukte de loop van het wapen op haar voorhoofd.
‘Je voelt alleen de inslag, niet de pijn. In je buik?’ De loop van het wapen zakte via haar gezicht daarna tergend langzaam tussen haar borsten door naar haar buik. ‘Dat is wel wat pijnlijk, maar dan laat ik zien wie ik ben. Als ik je moet doden door een kogel in je hoofd zul je nooit weten wie ik ben. Als ik mijn wapen niet eens in je kut zet, dan.’
‘Wie ben je, vuile sadist?’, schreeuwde ze voluit. Zijn gezicht werd haar langzaam getoond door het maanlicht dat zwak haar kamer binnendrong.
‘Jij bent verdomme die kerel die ik vanmiddag gedood heb. Verdomme! Je bent dood! Ik schoot je in je gezicht! Verdomme!’
‘Mevrouw, mevrouw, word wakker, word wakker.’ Vicky opende haar ogen en zag direct dat ze gedroomd had. Ze keek de voor haar onbekende soldaat aan.
‘Wat is er gebeurd?’
‘Je droomde. Ik hoorde alleen een paar keer hard ‘verdomme’. En je lag te worstelen in je bed. Met wie vocht je?’
‘Jezus, als ik dat eens wist. Met de doden?’, zei Vicky met een geknepen stem. Hij moest eens weten.
‘Wie zal het zeggen. Ga maar weer slapen.’, zei de onbekende soldaat sussend.
‘Hoe heet je?’
‘Orazio.’
‘Orazio? Shit, dat hoor je niet vaak hier.’ Ze glimlachte. Met zo’n naam had je het op Sicilië echt niet makkelijk. ‘Dus jij staat hier buiten te wachten tot ik gil en dan kom je binnen Orazio?’, zei ze sarcastisch.
‘Ja, maak het maar belachelijk. Maar weet je, ik kan ook fluiten.’
‘Ja, die ontgaat mij even Orazio.’
‘Oké, denk er maar even over na. Dat is hetzelfde als schaapjes tellen.’
‘Orazio?’
 ‘Ja?’
‘Laat maar.’ Vicky zocht afleiding. Ze wilde niet weer dromen over de twee agenten die zij dood had geschoten. Net voordat Orazio de deur van haar kamer wilde sluiten, riep ze hem nog één keer.
‘Orazio, ik zag zonet op tv dat er twee agenten zijn doodgeschoten. Gebeurt dit hier vaker?’ Ze wilde om een of andere reden aanvullende informatie hebben. Orazio keek haar bedenkelijk aan. Het was een gevaarlijke zet van haar dit zo aan hem te vragen. Ook Giovanni’s mannen waren behoorlijk paranoïde.

‘Waar jij allemaal mee zit, zeg! Ga rusten. Het waren hardwerkende agenten.’
‘Waarom dood, hè?’
‘Ik weet het allemaal niet.’ Orazio was een slechte leugenaar, zoveel was Vicky wel duidelijk nu. Het zou een kwestie van tijd zijn voordat hij zijn mond voorbij zou praten. Ze had er heel veel voor over Orazio zijn armen te mogen zien. Dan wist ze zeker dat de tatoeages wellicht overeen zouden komen met die van de door haar gedode agenten. Ze pakte de afstandbediening van de kachel en schroefde die naar het hoogste punt. Het zou snel ondraaglijk worden.
‘Orazio, wil je daar op die stoel gaan zitten en hier blijven? Als ik weer droom ben je dichterbij, oké?’
‘Oké’, zei hij rustig. Hij trok zijn colbert uit en ging zitten. Het was nog donker in de kamer. Vicky knipte haar bedlamp aan en zag hem staan in zijn overhemd met korte mouwen, stropdas en dezelfde tatoeages als de door haar gedode agenten. Nu wist zij het zeker. Ze schroefde de kachel weer lager op de afstandsbediening. Orazio ging op de enige stoel in haar kamer zitten. Vicky schatte in dat Orazio gestudeerd had maar voortijdig de universiteit had verlaten. Ze vond hem Oxford-achtig Engels spreken en ook zijn manier van doen zei haar dat hij geen domme soldaat was. Hij was een zachtaardige jongeman. Ze schatte hem eind twintig.

De volgende dag kwam Giovanni haar vroeg halen. Orazio zat niet meer in de stoel.
‘Waar gaan we naartoe?’, vroeg ze aan Giovanni.
‘Waar we vandaan kwamen, schat. Nu moet je zeker goed beschermd worden.’
‘Ik voel mij thuis beter, Giovanni. Ik heb frisse lucht nodig.’ Vicky bedoelde Giovanni’s villa even buiten Palermo.
‘Het huis en de beveiligde ruimtes worden versneld afgebouwd. Tot die tijd wonen we in de bunker.’ Zijn besluit stond vast. Ze maakte aanstalten om zich aan te kleden. Giovanni’s telefoon ging af, na een paar seconden verdween hij uit haar kamer. Ze was alleen. Een elektrische hangbak waar meestal glazenwassers of schilders hun werk in deden, kwam langzaam voor het raam. Ze vond het een beetje gênant zich aan te kleden terwijl de glazenwasser de ramen lapte. Ze keek hem een beetje boos aan en wilde de gordijnen sluiten. Maar ze zag direct dat het geen gewone glazenwasser was.