Nachtritten: sexy lading (27)

 Hier lees je deel 26

De deuren van de ambulance werden hard dichtgegooid door de broeder die de wagen moest besturen. De soldaten van Giovanni reden er in drie grote auto’s achteraan. Het was een grotesk schouwspel. In de auto die achter de ambulance aan reed zat Giovanni.
‘Sjaak?’, zei ze voorzichtig. De broeder draaide zich om en zoende haar direct vol op haar lippen. Ze voelde hoe zijn tong zich voorzichtig een weg baande tussen haar kapotte lippen. Ze proefde hem. Sjaak. Hij had halflang, blond haar. Zelfs de kleur van zijn ogen was anders.

‘Sjaak, nu weer ambulancebroeder? Hoe krijg je dat telkens voor elkaar?’
‘Ik word enorm geholpen door Max en de Nederlandse autoriteiten. Zij weten dat het via de Italiaanse regering een lange geschiedenis zou worden. Die zullen eerst ontkennen dat je tegen je wil vastzit. En als het dan bewezen wordt, dan zal de totale maffia op Sicilië ontkennen dat jij tegen je wil wordt vastgehouden.  We moeten dit wel intelligent spelen. Het enige dat ons tegenhoudt jou hier veilig weg te halen, is die verdomde GPS-zender. Ook al ontsnappen wij schat, hij weet precies waar we zijn. Altijd.’
 
‘Ik heb me, in de weken dat ik niet bij je in de buurt was, heel veel verdiept in de andere vrouwen die verdwenen zijn bij Gioivanni. Ik heb geprobeerd een patroon te herkennen. Dat is er maar of het echt zin heeft dat op dit eiland hard te gaan roepen lijkt mij onverstandig. Ik geef het wel door aan mijn baas in Nederland.
We sturen de ambulance expres de file in. Zo krijg ik de tijd je in te lichten, lieverd. Ten eerste zijn al de vrouwen vermoord. Dat is wat wij, en alle speurneuzen die Max kent, denken. Ook al omdat er nooit een spoor van leven gevonden is. Het gaat in totaal om vijf vrouwen. We hebben huishouders gesproken die voor hem werkten vlak voordat de vrouw die hij net voor jou kende, verdween. De huishoudsters wist mij te melden dat juist het slaafse gedrag van de vrouw, al dan niet veroorzaakt door angst, zijn grootste irritatie was. Zolang zij hem bleef aanvallen in woord en tegengas bleef geven, vond hij het leuk.’
‘Mag ik dan wel even melden dat alle tegengas die ik geef mij alleen dikke lippen, gespleten jukbeenderen en gekneusde kaken geeft? En dan heb ik het nog niet over de rest van mijn lichaam. Tot aan mijn vagina toe, Sjaak. Ik wordt met regelmaat gewoon keihard verkracht. Hoe moet een vrouw hier doorheen komen? Hoe moet ik dat overleven, Sjaak?’
Ze probeerde overeind te komen. Ze was woedend. ‘Er komt een moment dat ik het niet meer trek.’
‘Alles beter dan dood.’

‘Soms heb ik het gevoel al dood te zijn. Vooral als jij zo lang wegblijft. Ik voel mij zo dood van binnen dat het volgens mij geen verschil zal maken of ik adem ja of nee.’
Hij pakte liefdevol haar gezicht met beide handen. Hij voelde met zijn duimen oude kneuzingen op haar voorhoofd. Het waren kleine bobbels. Hij had intens met haar te doen. Maar de emotie die hij voelde, kon niet geleefd worden. De dreiging van ontdekking zou op zeker hun dood worden.

‘Sjaak, zal je ervoor zorgen dat ik een zwangerschapstest krijg?’ Sjaak verschoot eerst van kleur en daarna een grote glimlach. ‘Heb je een idee van wie?’
‘Ik heb niks, geen idee. Hij heeft mij ook verkracht. Het voelt als jij. Wanneer ik mijn handen op mijn buik leg, voel ik jou. Zullen we gewoon geen DNA-test doen en gewoon zeggen: het is van ons?’
‘En dan komt er een klein Italiaantje? Ik heb met alle twee vrede, okay?’ Ze lachte.
‘Okay, wanneer het op mij lijkt, heb ik nog meer vrede.’ Ze sloeg hem speels. Ze stonden in de file, een file die net zo gewenst was als ademhalen. De soldaten konden niet zien wat er zich in de ambulance afspeelde. Op maar een paar meter afstand zat Giovanni. Sjaak en Vicky zoenden elkaar, ze voelden weer even een heftig geluk.
‘We kunnen een vruchtwatertest doen. Maar zie maar eens iemand te vinden in een ziekenhuis in Sicilië die dit wil uitvoeren’, zei Sjaak rustig.
‘Ik weet wel iemand.’ Vicky dacht aan Paolo. Dit waren zaken die hij wel aandurfde ook al omdat hij Vicky vertrouwde.

Ze wist Paolo tussen haar onderzoeken door in te lichten. Hij knikte alleen dat het goed was. Daarna zei hij ook daadwerkelijk dat ‘alles goed zou komen’. Dit vond ze geen bevredigend antwoord. Waarschijnlijk had Giovanni de druk ook bij hem op een of andere manier opgevoerd. Vermoedde Giovanni iets? Ze hoopte dat Giovanni de vriendschap tussen Paolo en haar niet opgemerkt had.

De tweede nacht in het ziekenhuis diende zich aan. Het natuurlijke licht in Vicky’s kamer werd langzaam minder. Ze was moe en viel in een diepe slaap. Toen ze haar ogen opende, bleek het helemaal donker te zijn in haar kamer. Ze voelde eerst paniek. Er ging een klein lampje aan. Zij had het niet aangedaan, er was nog een persoon in haar kamer. Ze keek de persoon naast het zwakke licht aan.
‘Max, Max van Schie?’, fluisterde Vicky. Max had oude kleren aan, maar leek niet meer op een clochard. Meer een gewoon geklede man die absoluut niet op zou vallen. Ze zag wel dat hij een dikke bril en een pruik droeg.

‘Luister, Vick’, fluisterde hij. ‘Sjaak is overvallen op straat toen hij naar zijn hotel wilde gaan. Hij sloeg de drie overvallers half dood. Had hij beter niet kunnen doen. Nu zit hij op het politiebureau. Ik zit met een dilemma. Sjaak zit nu nog in een cel op een voorpost van de politie hier in Palermo. Wanneer ze hem morgen over zullen brengen naar het hoofdbureau zal ik hem nooit meer kunnen bevrijden. Op die voorpost nog wel. Ze zijn hem nu nog aan het ondervragen. Het zal een kwestie van tijd zijn dat ze zijn vermomming ontdekken. Als ze die op dit moment al niet ontdekt hebben. Bij een huiszoeking zullen ze de rest ontdekken. Daarna zal het ook voor Giovanni een makkelijke zaak worden Sjaak te herkennen. Dat zou op zeker zijn dood betekenen.’
‘Bevrijd hem, nu’, siste Vicky.
‘Ik heb een probleempje. Ik kan het niet alleen.’
De deur van haar kamer werd voorzichtig geopend. Max liet zich met de snelheid van het geluid op de grond vallen. Wanneer de onbekende naast het bed zou gaan staan, zou deze Max kunnen zien.
‘Paolo?’, stamelde Vicky. Max stond direct op. Vicky had over Max van Schie verteld. Ze schudden elkaar de hand. Vicky keek Max weer aan. ‘Ik ga mee, punt.’
Nog voordat Max iets kon zeggen, richtte zij zich tot Paolo. Ze pakte zijn handen. ‘Ik hoop dat je goed nieuws hebt.’
Ze keek naar het ernstige gezicht van Paolo. ‘Nou? Van wie is het Paolo? Wie is de vader van mijn kind?’