Getekende fantasie

Ik moet u wat bekennen: ik ben een dagdromer. Dat komt nog uit mijn jeugd en inmiddels, heel wat jaartjes verder, heb ik het dagdromen tot kunst verheven. Er is niemand die zo dagdroomt als ik en daar ben ik best wel trots op.
‘Waar dagdroom je dan over?’ vragen mensen mij weleens quasi belangstellend.
Ik heb ze zich echter wel zien verkneukelen om mijn dagdromend persoontje dus ik geef ze dan ook een even quasi beleefd antwoord. Iets in de trant van “lekkere wijven” of iets dergelijks; zijn ze ook weer tevreden.
‘Zie je wel’, hoor je ze dan denken, ‘ranzige aap!’
Maar beste lezers, waar het werkelijk om gaat is dat dagdromen echt fantastisch kan zijn. Jezelf verliezen in een dagdroom is even eruit zijn, even in een andere wereld leven.
En als ú, beste lezer, aan mij vraagt wat ik dan dagdroom, ben ik echt de beroerdste niet om dat te vertellen.  Ik weet dat ú het, in tegenstelling tot de rest van Nederland, niet door zult vertellen, mij niet zult beschimpen.
“Stripboeken!” Ik verlies mezelf graag door over strips te dagdromen en de laatste tijd heb ik heftig gedagdroomd hoe het toch eigenlijk gesteld is met de sport in strips. Je hoort er eigenlijk weinig over maar het is er wel degelijk.

Míjn eerste ervaring met sport in stripvorm was toen ik een jaar of tien was. Het was tevens mijn eerste ervaring met de dagdromer aller dagdromers Guust Flater, maar dat terzijde.
Op een gegeven moment kwam ik bij een pagina die mij deed huiveren. Flater verbeeldde zich dat hij topsporter was. Ik zag hem achtereenvolgens als menselijk sprintkanon, wielerkoning, Europees topvoetballer, rugbycrack en Flater met de mokervuisten, bokser dus. Wat een impact heeft die ene pagina op mij en mijn beleving van de sport op stripgebied gehad.
Dit is het moment geweest dat ik de sportstrip in al zijn facetten ging verkennen. Bibliotheken ben ik gaan uitkammen naar beeldverhalen over sport. Mijn hele zuurverdiende zakgeld gleed door het levensgrote gat in mijn hand naar de plaatselijke stripboekenhandel. Internet had je toen nog niet maar als dat er was geweest dan was Marktplaats' afdeling Sportstripboeken persoonlijk door mij leeggekocht.

Kent u deze namen nog: de Knoest, Leen van Meerderveurt, Sjakie Strijkijzer, Tinus Plotseling, Pqrstuvw, Lange jan-met-de-pet, Henri Buitenzorg, Pietje Peelee, ouwe Dirk de doordouwer, de Schaver, Casanova, Tik-Tak Theo? Niet?
Wel, zij maakten deel uit van het roemruchte elftal “de Taaie Tijgers” met als hoofdrolspeler bananenbijter Appie Happie.
Wat een feest was het om die albums te mogen verslinden zoals Appie zijn bananen verslond.
Menig uur heb ik me bescheurd om de capriolen van Appie en zijn Taaie Tijgers. Niet alleen voetbal passeerde de revue in zijn albums maar ook andere sporten werden aangeroerd. Als wielrenner, gewichtheffer of ijshockeyer liet Appie zich ook niet onbetuigd. Wat hij ook deed, ik vond het helemaal geweldig!
Een ander hoogtepunt in mijn stripsportcarriere vormde het aanschaffen bij het hoofdstedelijke Lambiek  van “Abe”. Dertig harde Nederlandse guldens legde ik er voor neer, voor mij destijds een recordbedrag.
Getekend en geschreven door Theo van den Boogaard was dit voor mij de ultieme sportstrip. Een forse portie voetbal, een flinke vleug erotiek en zalig tekenwerk deden mij de wangen kleuren. “Abe” met als onderschrift “Hot story van een voetballerina” ging over een jonge Friese deerne die het tot het legendarische Ajax van begin jaren ’70 schopte. Zoals ze het zelf ergens aanroerde was ze “geschapen als een vaginale Johanna Cruijff”.
De perikelen van Abe waren voor een jongen in zijn pubertijd als de middenpagina van de Playboy; héél stimulerend.

Verreweg de meeste sportstrips gaan over voetbal. Niet vreemd, want het is de meest beoefende sport in den lande. Ik noem titels als: Kick Wilstra (voor de ouden van dagen onder ons), FC Knudde (de capriolen van Jaap en “Tikkie terug Jaap” Dirk), Rob van de rovers, de wondersloffen van Sjakie, Roel Dijkstra, de Macaroni’s, Vincent Larcher en de voorganger van Appie Happie Chris Crack.
Andere sportstrips zijn wat minder wijd en zijd verspreid maar wie goed oplet vindt ze wel.
Ik noem: Michel Vaillant (verrekte mooie karretjes altijd), Julie Wood en de brozems (motoren).
Verder zijn er heel veel voorbeelden van bekende striphelden die een uitstapje naar de sport waagden. Enkele voorbeelden:
Peanuts (honkbal), Asterix en de Olympische spelen (allerlei), Donald Duck (allerlei), Joop Klepzeiker (voetbal), Guust Flater (allerlei).
Nog meer getekende sportuitingen vind je in cartoons. Kent u de cartoons nog die Dik Bruynesteyn voor Studio sport maakte? Iedereen heeft er zo de mond van vol dat ze zondagavond met het bord op de schoot naar het voetballen keken, maar volgens mij zaten ze allemaal te wachten op de cartoon(s) van Dik. Later heeft hij dit, toen het darten hoogtij vierde in den lande, nog eens dunnetjes over gedaan.
Dik heeft zich ten aanzien van mijn persoontje trouwens ook niet onbetuigd gelaten. Bij een tekensessie in een Heerhugowaardse boekhandel heeft hij mij vereeuwigd als American Footballspeler, kicken!

Nu u iets meer van de sport in het stripverhaal afweet (hoewel er nog heel veel valt te ontdekken), moet ik mijn eerste lijntje nog even voltooien.
Mijns inziens is het meer dan oké om te dagdromen. Volgens mij beoefenen hele volksstammen deze sport. Waarschijnlijk dagdromen zij ook óver sport; dat ze fantastische spitsen zijn of keihard beukende boksers of wellicht pijlsnelle schaatscracks of, nou ja, vult u zelf maar in.
Dit gegeven leert ons dat dagdromen misschien een soort van compensatie is. Van onze bevolking komt 99 % qua sportprestaties niet boven de zeer grote hoeveelheid grauwe middelmaat uit. Hierdoor wordt wellicht bevorderd dat zij dagdromen over onbereikbare idealen, idolen en niet vervulbare (sport)wensen.
Mensen, ìk vind het niet erg! Integendeel, ik zou het alleen maar willen promoten. De geestelijke gezondheid van dagdromers is volgens mij beslist niet minder dan de gemiddelde Nederlander en die is best wel gelukkig. Kijk niet naar de doorgewinterde raspessimist die zijn onbevredigde verlangens toch nooit zal waarmaken maar leef u uit in uw fantasiewereld.
Ik zou willen voorstellen dat u het eens probeert. Stel u voor dat u een of andere topsporter bent en ga van start. Kietel uw verbeeldingskracht, kies een sport uit waarin u altijd al hebt willen uitblinken, denk u dan eens het hoogst haalbare in die sport in en imagineer er op los.
Blijft uw geest blank na deze oproep? Pak dan een stripboek waarin sport centraal staat; lees Appie Happie, Abe of Michel Vaillant en uw brein gaat vanzelf met u op de loop.

Mocht u na al deze tips nog niet weten wat u moet dagdromen, dan kunt u altijd nog over die “lekkere wijven” fantaseren. Gouden tip: beachvolleybaldames, dát zijn pas lekkere wijven!