Netnietslet

Soms  kruist een woord mijn pad, waarvan ik het bestaan nog niet wist. Zo kwam onlangs ‘netsletten’ voorbij. Een woord dat mij zowel hevig irriteerde als intrigeerde.
Het feit wil namelijk dat ik regelmatig op het net verkeer. Maar maakt dat gegeven alleen mij al tot een netslet?
Is het een werkwoord of een zelfstandig naamwoord, gá je netsletten of bén je een netslet? Wat betekent het en is het een mannelijk of een vrouwelijk woord, kun je als man ook een netslet zijn? De Dikke van Dale heeft deze noviteit nog niet in zijn woordenlijst opgenomen, maar google biedt gelukkig uitkomst. ‘Netsletten is de praktijk van het agressief streven naar wederzijdse opwinding via het net. In de meeste gevallen gebeurt dit anoniem of onder een schuilnaam.' Netslet als zelfstandig naamwoord: 'een downloadable babe'.
Aah, het begint me te dagen. Het betreft dus netwerkers die met onbekenden hun intiemste verlangens willen delen, ongeacht of de ontvangers daar op zitten te wachten. Mannen en vrouwen die Windows verkiezen boven het echte raam. Keurige dames die hun boeketreeksenkennis aan de man proberen te brengen door zich te verschuilen achter virtuele vamps. Stille wateren die liefde verwarren met parttime cyberpassie. Toch?
Stel nu dat ik tot het leger van netsletten zou willen toetreden. Dan moet ik me dus eerst verdiepen in een door mij gewenste cyberidentiteit. Het is wel heel verleidelijk, zo’n fragmentarisch profiel van jezelf neerzetten. Wie zit er ten slotte achter zijn pc te wachten op real life onthullingen van een ochtendhumeur, een extravagante koopverslaving en chronische voetschimmel? Allemaal hypothetisch natuurlijk.
Ik kan me ongestraft presenteren als mooi, jong, goedgeproportioneerd en ondeugend. Een onweerstaanbare combinatie. Het mag dan een feit zijn dat cougars momenteel hot zijn, maar ik maak mij geen illusies dat de aantrekkingskracht tot de groentjes haar levenservaring betreft. Beetje fotoshoppen en een nieuwe cyberbabe is geboren. En dan maar gelijk aan de gang; onbeperkt flirten en flemen op het net. Om me vervolgens te laven aan de enthousiaste en  ‘hartverwarmende’ reacties. En zo kan ik er dus gewoon een tweede persoonlijkheid op na houden in een geheim virtueel leven. Daar merkt de buitenwacht niets van, zolang ik fantasie en werkelijkheid maar naar behoren weet te scheiden. Iets voor mij?
Als je als netslet eenmaal op menig harde schijf staat, promoveer je zelfs tot schijfwijf. Dit lijkt me bij nader inzien toch een twijfelachtige eer. Onbekende mannen die dingen met mij kunnen gaan doen, waarvan ik het bestaan niet eens wíl weten. Diverse beelden dringen zich aan mij op en doen mij dieprood kleuren. Ik besluit bij deze om dit spannende surrogaatleven aan mij voorbij te laten gaan. Cybersex mag dan zelfs zonder rubbertje de meest veilige vorm van seks zijn, het blijft behelpen met zo’n muis.
En de voornaamste reden is toch dat ik degene die voor mij echt het verschil maakt, moet kunnen horen, zien, ruiken, voelen en proeven. Maar dat is vast een generatiekwestie.
Schijfwijf zijn is niets voor mij. Ik ben meer een schrijfwijf.