Dit is de laatste keer. Sorry.

What makes a house grand
Ain't the roof or the doors
If there's love in a house
It's a palace for sure
Without love...
It ain't nothin but a house

- Tom Waits

Dit is de laatste keer. Ik heb jullie er al eindeloos mee vermoeid. Ik heb honderden, zo niet duizenden, woorden besteed aan de gaatjes in mijn plafond; het werken aan mijn keukentafel; het in- en uitpakken van verhuisdozen; mijn oude huis; het nieuwe. Hoewel het nooit de bedoeling was om over mijn verbouw- en verhuisperikelen een reeks columns te schrijven, is dat toch enigszins gebeurd. Weliswaar geen serie met veel regelmaat (deel 1,2,3,4...), maar thematisch was het wel degelijk een serie. Vandaag stop ik ermee: dit is het laatste deel van mijn onbedoelde vervolgverhaal. In dit slot wil ik mijn oprechte excuses aanbieden.

Het is niet zo dat mijn verhuizing helemaal afgerond is, maar het einde is nu echt in zicht. Ik kan het bijna aanraken. Sluimerend begin ik weer een beetje te leven. Ik zie weer mensen en dingen om mij heen, kruip onder mijn steen vandaan.
Anderhalve maand zat ik opgesloten in een blok beton dat langzaam een fijn huis werd. Net zoals ik in het huis zat, zat het huis in mij. Het hield me al die tijd constant bezig. Hoe ga ik dit doen? Dat moet ik nog kopen. Kan ik dat alleen of moet ik hulp vragen? Er waren nachten dat ik zelfs in mijn dromen nog met het huis bezig was.
Wanneer ik afleiding zocht, als ik wegging, als ik iets leuks ging doen met het mooiste meisje, bleef het huis - en al het bijbehorende werk - in mijn hoofd malen. En dat spijt me.

Ik wilde niet dat mijn hoofd vol zat met plannen, planken, verf, behang, zagen, boren en noem maar op. Nee, ik wilde dat mijn hoofd op die momenten alleen maar gevuld was met háár, mijn vriendinnetje. Ik wilde niet antwoorden dat ik weer een muurtje had geverfd, toen ze vroeg hoe het met me ging. Ik wilde niet niet naar de bioscoop gaan, omdat ik nog even naar de Gamma moest. Ik wilde niet op haar mopperen, toen ze tijdens het klussen iets anders deed dan ik verwachtte.

Maar ik kon er niets aan doen. Ik was bevangen. Misschien was het project wel te groot. Misschien had ik alles anders moeten doen. Misschien had ik minder perfectionistisch moeten zijn. Misschien had ik vaste rustmomenten moeten inbouwen, niet doorwerken na tien uur ‘s avonds, of zoiets.
Misschien had ik meer stil moeten staan bij haar geduld met haar eindeloos mierenneukende vriendje. Misschien had ik duidelijker en eerlijker moeten zijn.

Het ging zoals het gegaan is. Het is bijna klaar. Terugkijkend levert het me een dubbel gevoel op. Over de letterlijke verbouwing ben ik behoorlijk tevreden: het heeft geresulteerd in een heel mooi huis. Een plekje waar ik me nu al thuis voel, ook al staan er nog overal dozen, rommel en gereedschap.
Maar hoe ik me als persoon heb opgesteld, stemt me allesbehalve tevreden. Ik heb me als een halve autist gestort op het project en heb alles en iedereen om me heen in verschillende mate verwaarloosd.

Het is bespottelijk dat mijn huis belangrijker leek te worden dan zij. Dat was niet zo. Ik voelde het ook nooit zo, maar ik heb veel te weinig laten merken dat zij belangrijker was, en is. Ik had dat hele kuthuis moeten laten voor wat het was, wanneer zij er was. Ik had al mijn aandacht aan haar moeten geven.

Dit is het einde van deze themareeks. Het is klaar hier op FOK! met de verbouwcolumns. Op naar de zoetsappige zwijmelcolumns.
Het is klaar in mijn hoofd met plannen en klussen. Het spijt me dat ik er in mijn hoofd vaak niet was. Ik ga mijn hoofd leegmaken en me weer volledig openstellen. Openstellen voor het mooiste meisje ter wereld.