De dromendokter

‘Wat is er, wat is er?’, hoor ik naast me. Er klinkt paniek in zijn stem. Geen prettige manier om wakker te worden.
‘Niks,’ zeg ik lodderig, ‘ga slapen.’
En dan herinner ik me ineens de langgerekte kreet die ik slaakte. In mijn droom, voor zover ik weet.
Het lukt me nog net om opzij te kijken. Hij slaapt alweer. En ik ook bijna.

’s Morgens bij de koffie kom ik er nog eens op terug: ‘Riep jij nou wat tegen mij vannacht?’
‘Blijkbaar’, is het antwoord. ‘Omdat jij gegild hebt. Dacht ik.’
‘O, dat zal dan wel.’
En dan herinner ik me de angstige situatie waarin ik verkeerde en het ijselijke geluid dat ik daarbij produceerde. In mijn droom tenminste. Dat overkomt me de laatste tijd vaker. Bedreigende situaties, enge wezens, waar ik weerloos aan overgeleverd ben. Ik ren, maar ik kom niet vooruit. Ik sla, maar ik raak niets of niemand, alleen uitgeput. Het enige wat ik kan doen is gillen. Zou mijn onderbewustzijn me iets duidelijk proberen te maken?

Jaren geleden werd ik ook geplaagd door repeterende dromen. Ik droomde over huizen, soms wel drie, vier keer in de week. Het verhaal was altijd hetzelfde. Ik had een huis gekocht dat ik vol trots aan vrienden en familie liet zien. De meest exotische bouwwerken heb ik gedroomd en tijdens de rondleiding ontdekte ik steevast allerlei geinige details die ik nog niet eerder gezien had. Koofjes, torentjes, geheime doorgangen, erkertjes, kelders en zelfs inpandige bruggetjes. Dromen vol verrassingen. Eng werd het nooit, maar ik werd er toch een beetje moe van, van al dat verhuizen.
De oplossing diende zich uiteindelijk aan in de persoon van dokter Bart.

Dokter Bart, dromendokter, was destijds wekelijks te gast in het radioprogramma van Jeroen van Inkel. Als ik ’s morgens naar mijn werk reed, hoorde ik hem met zijn sonore stem zijn expertise uitstorten over de nachtelijke belevenissen van luisteraars. Dokter Bart, dromendokter, was altijd goed voor een paar beslagen ramen. Op een ochtend trok ik de stoute schoenen aan en stuurde Jeroen van Inkel een mailtje waarin ik vertelde over mijn verhuisdromen. Waarom eigenlijk? Geloofde ik echt in dokter Bart? Daar was ik toch veel te nuchter voor. Of wilde ik die sexy donkere stem gewoon mijn naam uit horen spreken op de radio?

De uitzending heb ik uiteindelijk zelf nooit gehoord. Die ochtend zat ik in de stoel van een tandarts, of zoiets, en van tevoren aankondigen, daar deed Van Inkel niet aan. Maar de receptioniste van het bedrijf waar ik toen werkte, kondigde nog voordat de deur achter me dicht viel luidkeels aan dat ze mijn naam op de radio had gehoord. Ze was meer dan bereid dokter Barts bevindingen uitgebreid samen te vatten. Het was een enorme teleurstelling. Haar stem leek in de verste verte niet op die van dokter Bart.

Ze ging er eens goed voor zitten en keek me ietsje te onderzoekend aan. Even had ik spijt van mijn onbezonnenheid, bang dat zij en vele anderen een ongewenste kijk in mijn privéleven hadden gekregen die waarschijnlijk niet eens op waarheid berustte. Ik had geen flauw idee van wat dokter Bart die ochtend allemaal onthuld had en vreesde het ergste.

Waar het op neer kwam, volgens dokter Bart, was dat ik qua werk niet op mijn plaats zat. Ik had ambities die nog verwezenlijkt moesten worden, dromen die nog uit moesten komen, al hadden ze niets te maken met huizen en verhuizen. Ik was opgelucht. Geen verborgen trauma’s of karakterfouten die aan het licht kwamen, geen perverse verlangens of gewelddadige trekjes. De receptioniste wilde naadloos overstappen op een derdegraads kruisverhoor, maar ik vluchtte de trap op en liet haar verwonderd achter.

In de dagen die volgden, werd ik door allerlei collega’s aangesproken op dokter Barts droomconsult. De receptioniste bleek een sleutelrol te spelen in de verspreiding van het nieuws. Of het dan echt zo verschrikkelijk was om daar te werken, vroegen sommigen me, maar ik was me van geen kwaad bewust. Gelukkig was het snel oud nieuws, ook voor mij. Ik dacht er niet meer aan. Na een week was alles weer bij het oude.

Kort daarop vond ik bij toeval een nieuwe, betere baan. Dokter Bart kennelijk ook, want zijn weekmakende geluid verdween van de radio. Tijdens mijn inwerkperiode heb ik nog wel eens aan hem gedacht. Over extravagante verrassingshuizen heb ik vanaf die tijd nooit meer gedroomd.