Afgeleid

“Dus ik zei tegen haar dat ze niet zo moest zeuren. Dat mag je schijnbaar ook niet zeggen. Te direct of zo. Maar het ging er om: zij begint over iets, waar ik vervolgens op inhaak en dan beschuldigt ze mij ervan dat ik van onderwerp verander. Daar kan ik niets mee hoor, waarom…”

Hoe kom ik in godsnaam door dit gesprek heen? Het is vreselijk oninteressant en ik ben al zo snel afgeleid. Mijn hoofd loopt vol. Vrouwen die hun vrouwenproblemen aan mij gaan zitten uitleggen, motiveren mij nou niet bepaald om bij de les te blijven. Hoewel het vaak best interessant is, kunnen ze ook zo eindeloos doorzemelen over klinkklare kul.

“...alsof zij zelf altijd zo’n goede vriendin is? Het is alweer een tijdje geleden, maar toch. Toen had ze een heel verhaal over vriendjes dit en vriendjes dat. Maar denk je dat ze één keer naar mij vroeg? Nee, totaal niet. En ik heb ook geen zin om mijn eigen verhalen te gaan opdringen. Ik ga haar niet bellen om haar te updaten over míj. Als ze wil weten hoe het met me gaat, kan ze het toch vrágen? Ze kan mij ook een keer bellen. Ze heeft mijn nummer...”  

Gebeld worden voor een column van Driek, dat zou grappig zijn.
‘Even met een van mijn columnisten gebeld. “Goedemorgen, Oplopers hier, Kuifkrullen in de buurt?” [stevig neergezette beschuldiging] Zo, daar had de gekrulde knaap niet van terug en tevreden hing ik op.’
Wat zou ik moeten doen om gebeld te worden? Moet ik op grote schaal keihard iets verneuken? Iets zodanig indrukwekkend doen, dat hij er niet onderuit kan? Want laten we eerlijk zijn: wanneer je door Driek wordt gebeld, heb je tenminste iets gepresteerd.

“…het is wel een goede vriendin, maar soms is ze ook gewoon een kutwijf. Sorry dat ik het zo moet zeggen, maar het is zo. Een paar maanden geleden…”

Kutwijf. Kutwijf. Weinig creatief scheldwoord. Het is goed dat ik mijn eigen repertoire aan scheldwoorden en vloeken de laatste tijd eens flink onder de loep heb genomen. Want tijdens dat klussen in mijn nieuwe huis kwamen ze állemaal langs. Ik vuilbekte, toen een muurtje niet zo strak geschilderd bleek als 
verwacht, toen ik een plank laminaat precies in spiegelbeeld zaagde, toen zowel de koffie als de sigaretten op waren, toen toen toen.
En nee, ik ben ook niet echt creatief in vloeken en tieren. Of beter gezegd: was. Ik werk eraan. Mijn doel is om net zo creatief te leren schelden als mijn moeder. 'Cool' schelden. Zij zegt zoiets schitterends als 'rare kwiebus'. God, wat zegt ze toch nog meer?

“…volgens mij heeft ze ook bindingsangst. Niet alleen met haar vriendje, maar ook met mij. Ze laat me niet echt binnen of zo. Het klinkt een beetje raar, maar misschien moet ze hulp zoeken. Ik heb het gezegd. De meeste mensen houden dit voor zich, roddelen erover, maar doen niets. Ik heb het haar verteld. Gevraagd of…”

Bindingsangst. Ik kan het goed begrijpen. Wat een oeverloos gezwam. Aan haar zou ik me ook niet graag binden. Van haar kom je nooit meer af. Stel je voor, dat je dit altijd hebt. Je oren zouden zelfmoord plegen. Tja, ik kan haar ook niet zeggen dat ze moet oprotten. Dat kan ik niet maken, niet in ons geval. We moeten nog langer door één deur. Jammer eigenlijk. Het mooie aan samen door één deur is dat wanneer de ander door die deur is, je deze keihard dicht kan rammen. In je eentje opgesloten zitten in een kamer is altijd nog beter dan met de ander samen in de volgende kamer te staan. Helemaal als het om deze mejuffrouw zou gaan.
Mooi woord eigenlijk, mejuffrouw. Ik zou dat meer moeten gebruiken. “Goedendag, mejuffrouw.”

 
“…daar kan ik zo chagrijnig van worden, wanneer ze niet naar me luistert. Ze vraagt al niets. En als ik uiteindelijk toch iets probeer te vertellen, dan is ze er gewoon niet met haar gedachten bij. Lekker dan. Als ze niet geïnteresseerd is, moet ze dat gewoon zeggen. En niet zo semigeïnteresseerd gaan zitten knikken. Laat haar oprotten met haar actieve luisterhouding. Zo’n houding zorgt er niet voor dat je ook iets hoort. Ze moet luis-te-ren! Met haar oren! Ja toch? Of vind jij van niet? Niet?”

Oh God, waar ging dit allemaal over? Wat wil ze dat ik zeg? Ze kijkt alsof ik moet instemmen.

“Sorry. Ja. Of nee. Inderdaad, heel irritant als mensen niet naar je luisteren.”