I've got the Blues

I've got the Blues. And now I'll play you some …

Heerlijke oneliner. Zeker als het wordt vervolgd met een stuk muziek dat door merg en been gaat. Doorleefde Mississippi Blues waar tweehonderd jaar slavernij nog in doorklinkt. Louisiana Blues, recht uit de zweterige moerassen, met de dwingende baslijnen en de schreeuwende slides. Stuk voor stuk nummers die amper meer omvatten dan drie akkoorden en een melodie die is bedacht door muzikanten die nog nooit een noot hebben kunnen lezen. En toch vrijwel onmogelijk te kopiëren.

Het is alweer ruim twintig jaar geleden, toen ik zag hoe een door het leven getekende neger, met zijn afgetrapte gitaar op het podium plaats nam. Hij vertelde dat zijn vrouw er net vandoor was. Dat ze hun twee zoontjes mee had genomen. Hij was twee dagen dronken geweest en weer ontnuchterd omdat er nu eenmaal geld moest worden verdiend. Waarna hij met zijn gitaar op dat podium ging zitten, over zijn ellende verhaalde, en zijn Blues begon te zingen en te spelen.
Ik voelde zijn ellende. Ik beleefde zijn laatste paar dagen. Ik werd lichamelijk onpasselijk van zijn laatste flessen whiskey. Op dat moment was ik eenzamer dan de artiest zelf. Ik jankte om zijn scheiding. Ik miste zijn zoontjes. Ik speelde met hem voor mijn leven. Kippenvel. Rillingen over mijn rug. Het zweet op mijn voorhoofd.
Ieder cliché dat je er maar op los kunt laten, ervoer ik op dat moment.

Jaren heb ik er op gezweet. The House Of The Rising Sun bestond uit de eerste akkoorden die ik blind kon pakken. Nummers van Mississippi John Hurt waren de eerste fingerpicking Blues-nummers, die ik van mijn eerste gitaarleraar leerde spelen. Technisch was er niets moeilijks aan Black Snake Moan. Toen ik erachter kwam dat je een gitaar ook anders kunt stemmen, bleek heel veel slide Blues niet eens zo moeilijk te zijn. Op den duur deed ik mee aan jamsessies, waar ik heel aardig mee kon komen. Na zo'n tien jaar spelen was ik technisch helemaal zo slecht nog niet.
Maar geen enkel cliché was op mij van toepassing.

Daarna kwam mijn scheiding. Zag ik mijn zoons alleen in de weekeinden. Werkte ik mezelf diverse malen in de diepe shit. Ben ik niet dagen, maar járen dronken geweest. Deurwaarders voor de deur. Huisuitzetting. Therapie. Oud zeer kwam naar boven in nieuwe pijn. Zelfmedelijden en liefdesverdriet.  Foute keuzes en domme beslissingen. Te hard werken voor ontoereikend geld. Werkeloosheid. Dakloosheid. Alcoholisme. Depressies.
En mijn levensverhaal werd langzaamaan een compleet cliché.

I've got the Blues. And now I'll play you some! Inmiddels heb ik zelf de woorden oprecht uit kunnen spreken en oprecht kunnen spelen. Alle clichés zijn inmiddels ervaringen geworden en knallen nu wel van de snaren van mijn gitaar. Technisch wat minder, maar iedere noot geladen met levenservaring. Een niet zo briljante, deels kapot gerookte zangstem, die echter wél ieder gezongen en gesproken woord meent.

En zo werd ik zo'n heerlijk cliché: I've got the Blues.