Liefde, kniekousen en sandalen

Thee drupt op de tafel. Opa kijkt ernaar en loopt lekkend door naar het volgende kopje. Ook deze schenkt hij in, terwijl er een fontein aan bruine vloeistof naast het kopje spettert. "Ouwe gek! Kijk toch eens uit!" foetert oma. Ze volgt zijn route met een poetsdoekje. "Jajaja, ik kan er toch ook niets aan doen. Die theepot is lek", antwoordt opa verongelijkt. Oma kraakt haar botten, wurmt haar rok iets omhoog en knakt door de knieën. Mopperend poetst ze de vloer, de tafel, de koekjestrommel, het nieuwe kleedje dat er speciaal voor kerst ligt en uiteindelijk ook opa.

Ze zijn onafscheidelijk als Knabbel en Babbel en vullen elkaar aan als Kwik, Kwek en Kwak. Ze zijn omringd door vrienden en trekken met de vogels mee zodra de winter het land in komt. Het overwinteren gebeurt in Spanje en Portugal. Daar struinen ze de plaatselijke winkeltjes af op zoek naar de goedkoopste kleren. "Kijk eens wat mooi", riep opa tijdens een bezoek van zijn kleinkinderen. Hij showde vol trots zijn trainingspak. Groen met wit, een model dat zelfs in Noord-Korea niet meer in de mode is. "En deze heb ik er ook nog bijgekocht!" De witte sportschoenen doen pijn aan de ogen. "Weet je wat het heeft gekost?" We weten het nooit, om hem een plezier te doen.

Opa en oma zijn nu rond de tachtig jaar, maar reizen nog graag overal naartoe. Australië, Tunesië, Oostenrijk, ze zijn overal wel geweest. Tegenwoordig scheppen ze er naast hun overwintering vooral genoegen in om door Nederland te reizen. Ze zijn ervaren reizigers en spreken hun talen. "Zo dis is where de kangaroes lif", knikt oma dan wijs in de dierentuin. Hun meest schokkende reiservaring was dan ook in Nederland. "Haal jij nog even koffie?" vroeg oma aan opa. Hij sjouwde op het station Utrecht Centraal weer naar boven, naar de kiosk boven het perron. Toen hij terugkwam met twee dampende koppen was oma verdwenen. Evenals de trein. Vier paniekerige telefoontjes naar zijn volwassen kinderen en kalmeringsrituelen van het spoorwegpersoneel later, werd hem geadviseerd door te reizen naar Amersfoort. Daar was oma, die een hekel heeft aan mobiele telefoons, al uit de trein geplukt. Ze zat erg onschuldig op een bankje, handtasje op schoot, zonder kaartjes met een gratis kop koffie op opa te wachten. Dat die koffie gratis was, was erg belangrijk. Maar ze wil er vooral niet meer over praten. Bovendien was het toch de fout van opa. Zegt ze.

Naast opa's fantastische smaak in kleding - favoriete zomerschoenen: kniehoge sokken in bruine sandalen - is hij ook een geweldig accordeonspeler. Dat komt vooral goed uit nu ze voor een winkelcentrum wonen. Nee, hij gaat niet voor de draaideuren zitten, maar op zijn eigen balkon. Vanaf daar speelt hij met Weense walsen en Duitse riviermuziek de Balkanspeler met zijn trekzakje weg.

Zonder muziekinstrument zijn ze ook overal nogal aanwezig. Dat heeft te maken met hun conservatie- en conversatieniveau. De velletjes rond hun lieflijke oren zijn zo gerimpeld dat ze de gehooringang blokkeren, maar doof zijn ze beslist niet. Zolang de televisie nog harder kan, hebben ze geen gehoorapparaat nodig. Het betekent alleen dat ze geen gesprekken meer kunnen volgen zodra er twee of meer personen tegelijk praten. Maar dat lost opa op zijn eigen subtiele wijze op. Midden in een gesprek gaat hij staan en buldert door de kamer: "Hoe noem je een e-mail die kan vliegen?" Na even hikken roept hij het antwoord. "Een E-meeuw!"

Oma verstaat zijn moppen soms wel. Dat heeft ook weer te maken met het enorme volume waarop opa deze roept. "Waarom gaat een Belg op vrijdag door het raam naar buiten?" Oma valt hem dan in de rede. "Het was een Duitser."
"Neehee, een Belg", roept opa terug.
"Niet waar, jij verstaat het nooit als Peter het vertelt. Het was een Duitser."
"Het klinkt leuker als het een Belg is."
"Maar het is een Duitser." Oma vouwt haar armen over elkaar.
"Je verknalt de hele mop. Daar gaat het toch niet om."
"Hè, toe, vertel nou maar."
"Ja, nu hoeft het niet meer."

Toch zijn mijn opa en oma de leukste mensen op de wereld. Als ik later groot ben, wil ik ook zo worden. Vooruit dan, ik wil een tikje minder doof worden, een stuk minder eigenwijs, zonder de slechte grappen, met een betere kledingsmaak, zonder accordeon en met een theepot die niet lekt. Maar het lijkt me fantastisch om iemand te vinden om mijn leven zo mee te delen als zij dat doen. Elkaar aanvullen, eeuwig discussiëren, veel vrienden, leuke familie en heerlijk reizen. Maar bovenal hoop ik op mijn tachtigste samen te zijn met de liefde van mijn leven.