Stoffige leraren

Het leven valt niet mee als je veertien bent. Dat zie ik aan mijn nichtje. Terwijl ze het al zo druk heeft met de puistenplaagbestrijding, het kiezen van de juiste outfit en dromen van Zac Efron, moet ze ook nog naar school. “Duuuh!” Daar draait al twintig jaar lang hetzelfde stel museumstukken plichtsgetrouw de lesjes af. Ik kan het weten. Want ook ik heb onder hun juk op die school mijn pubertijd uitgezeten. 

Beklaagt mijn nichtje zich over de vrijpostige leraar biologie met zijn lievelingetjes? Dan begrijp ik als geen ander hoe hij stiekem gluurt naar de jonge meiden in heupbroeken waar de stringetjes stout bovenuit piepen. En die zwartekousenleraar Nederlands, die pas sinds enkele jaren thuis een tv heeft? Natuurlijk weet ik dat bij hem alleen ‘ja en amen’ het juiste antwoord is. Mijn nichtje wist dat nog niet. 

Haar klas kreeg de opdracht om een Nederlands boek te lezen. Het mocht alles zijn, behalve de vertaling van een Amerikaans boek. Mijn nichtje koos een vertaling van een Engelse roman. 
Ai! Ze kreeg de zwarte kous op de kop.
Mijn nichtje was het er niet mee eens.
“Als u wilt stimuleren dat kinderen meer boeken gaan lezen, moet u vooral zo doorgaan.”
Die opmerking leverde haar een enkeltje conrector op. Plus een grondige hekel aan lezen.

Het kan ook anders. In mijn eindexamenjaar kwam er een nieuwe economieleraar op school. Daar was bij voorbaat iets mis mee. Een econoom kon toch in het bedrijfsleven veel meer verdienen? Met zijn ongecontroleerde bos rossige krullen, grote hangsnor en enorme, Groningse accent viel deze dertiger inderdaad uit de toon. En dan had hij ook nog eens zijn eigen koffiezetapparaat mee naar school genomen!
Een doodzonde, vooral uit conciërgeoogpunt. 

Aan het begin van de les sprak hij altijd de meest ingedutte leerling aan: “Haal jij even de Volkskrant. En neem ook even een pak koffie mee.” Met een verse bak koffie bladerde hij daarna in de krant naar de sector ‘economie’. Hij las wat artikeltjes voor, legde moeilijke stukken uit en stelde ons er vragen over. Eindelijk iemand die je voor vol aanzag. Hij leerde me logisch nadenken en tussen de regels van de nieuwsberichten door te lezen. De suffe theorie bleek in de praktijk zo gek nog niet. 

Maar niet iedereen dacht daar zo over. Sommige klasgenoten zaten met de saaie studieboeken van professor Heertje voor hun neus. “Wanneer krijgen we nou echt les?”, verzuchtten ze. 
Ze klaagden bij hun ouders. 
Die klaagden bij de schoolleiding. 
En die haalde weer verhaal bij de leraar.
De Groninger vertelde in de klas dat er geklaagd was. 
"Wat was het probleem?"
De klagers zwegen. Dus ging de leraar door met zijn eigen manier van lesgeven. Dat jaar haalde de eindexamenklas uitzonderlijk goede economiecijfers.

Als ik mijn nichtje over haar stoffige docenten hoor klagen, denk ik nog wel eens aan die economieleraar terug. Ik hoop dat zij ooit ook les krijgt van iemand zoals hij.
Maar ik ben bang dat dit nooit zal gebeuren.
Zulke topstukken passen niet in de museumcollectie.