Flickr op

Zelfs na vijfhonderd jaar trekt Lisa del Giocondo dagelijks nog veel bekijks. Alleen ’s nachts is het even rustig, maar overdag drommen massa’s mensen samen om haar te zien. Bejaarde negers, dikke Belgen en kleine Japanners, allemaal leggen ze kilometers af om haar te zien én vast te leggen. Allemaal hebben ze een fototoestel en schieten ze erop los als Lisa in beeld komt. Waarom? Geen idee. Want wie googlet op Mona Lisa ziet dat er dik een miljoen afbeeldingen te vinden zijn van de bitch van Leonardo. In drie klikken heb je een foto op je computer, in drie minuten heb je het plaatje op papier. In goede kwaliteit en zonder ervoor naar Parijs te moeten.

‘Kijk,’ zegt een mevrouw op het terras als ze me haar camera in handen drukt. ‘Dit is De Zeemeermin in Kopenhagen, daar ben ik dus geweest. En hier is het stadhuis.’ Een voor een laat ze de foto’s zien. Beelden die ik al ken omdat ik zelf ook al in Kopenhagen ben geweest en anders wel in de toeristengids heb zien staan. Of ze ook foto’s heeft van haar hotel of van haar zelf? Ja, lacht ze, maar niet zoveel, want die zijn toch helemaal niet belangrijk genoeg om gefotografeerd te worden.

Zou dat het zijn? Dat mensen het belangrijk vinden om bekende beelden ook met hun eigen camera vast te leggen? Of dat ze het doen om te bewijzen dat ze echt op die plekken zijn geweest? ‘Onzin!’ roept de mevrouw op het terras. ‘Aan wie zou ik me nou moeten bewijzen?’ En toch, toch lijkt het voor veel mensen de reden te zijn om de camera te gebruiken.

Bij popconcerten is het ook een gebruik geworden om opnames te maken. In sommige gevallen heeft zelfs bijna de helft van de bezoekers een mobiel-met-camera vast met het optreden in de lens. Gebruiken die mensen de opnames als herinnering aan het mooie concert? Nauwelijks voor te stellen, want een paar fletse beelden zonder sfeer en slechte geluidskwaliteit doen alleen maar af aan de goede herinneringen aan het concert. En nee, je bewijst er ook anderen geen dienst mee om de filmpjes op YouTube te pleuren, waar het al stikt van de filmpjes met slecht beeld en geluid. ‘Weet je,’ zegt de mevrouw op het terras: ‘vorige week was ik bij een concert van Barbara Streisand, ja echt. Oh, ik heb daar toevallig ook opnames van, moet je zien. Kijk, ik had een goede plek, heb een goed beeld op het concert. Met Barbara, zie je Barbara, hier zie.’

Aan wie zouden ze zich moeten bewijzen, die mensen? Toch vooral aan zichzelf. Het bezoeken van de Mona Lisa doe je niet omdat je nog nooit het plaatje van de vrouw hebt gezien, maar om er geweest te zijn. Omdat het moet, omdat iedereen er is geweest, om te kunnen zeggen dat je er bent geweest. Om er een mening over te kunnen hebben. Je bent er geweest en nu mag je een mening hebben! En eigenlijk is die ervaring pas compleet als je ook een foto mee terugneemt. Net als een toerist die uit elk land een lelijk souvenir meeneemt. Om aan zichzelf te kunnen bewijzen waar hij is geweest. ‘Zo,’ zegt de mevrouw op het terras: ‘Jij voelt je wel enorm goed hè. Verheven boven de rest enzo met je afkeer van toeristenfoto’s. Flikker toch op. Ga jij dan maar fijn artfoto’s maken hè, lekker zwart-wit, van naakte bloedende lichamen en aftandse keukenkachels. En wat al niet meer. En dan plemp je ze lekker op internet, op zo’n profieltje waar niemand ze bekijkt, omdat er al miljoenen van dat soort mislukte fotografen zijn. En dan zeuren dat je niet begrepen wordt en dan een oor afsnijden, net als die da Vinci.’
Van Gogh.
‘Die ja.’