Lekker man!

Heb ik bij toeval een nieuwe vorm van fetisjisme ontdekt, waarvan ik dan logischerwijs de eerste aanhanger ben? Zou dat nog kunnen in deze tijd? Het heeft in ieder geval te maken met zwetende mannenlijven die ritmisch bewegen. En ook met metaal en schoenen. Maar laat ik bij het begin beginnen.

Ik houd van mannen. Altijd al gedaan. Eerst van papa natuurlijk, zoals het een rechtgeaarde dochter betaamt. Later van de buurjongen in wie ik de broer zag die ik nooit heb gehad. Ach, in die jaren was ik nog zo onbedorven en waren mijn gevoelens zuiver en platonisch. De vertroebeling kwam later pas.

Eerst maakte ik kennis met verliefdheid en al snel ook met lust. Dan rijst vanzelf de vraag waar je dan zoal van houd, als vrouw. Vervolgens doe je er jaren over om het wensenlijstje samen te stellen om er dan achter te komen dat het eigenlijk nooit af is. Want er blijken altijd nog zaken te zijn waarvan je niet wist dat ze bestonden. En waarvan je dus ook niet wist dat ze zeker een plaatsje op je favorietenlijstje verdienen. Zo werd ik afgelopen zondag weer eens met mijn neus op de feiten gedrukt.

Maar even terug naar die mannen. Natuurlijk moeten ze lief zijn, maar ook stoer, intelligent, maar toch jongensachtig. Maar daar hebben we het nu even niet over. Zo een heb ik al gevonden. Ik heb het over oerkrachten. Over het dierlijk aantrekkelijke. De lust. Voor het oog.

Persoonlijk heb ik geen voorkeur voor blond of donker. Er zijn weinig dingen die me minder interesseren dan de kleur van zijn ogen. Zijn zijn oren te groot? Kan ik mee leven. Spleetje tussen zijn tanden? Mwah, charmant. Eigenlijk maakt het me allemaal niet zo gek veel uit. En toch zijn er dingen waarvan ik slap wordt in de knietjes. Lange mannen, bijvoorbeeld. Of voetbalkuiten. Of nog beter: lange mannen met voetbalkuiten! En als ik dan toch mag kiezen: doe mij maar liever de neukteugels dan het wasbordje. Maar ik dwaal af.

En dan zijn er natuurlijk de extra’s. Het leuke daarvan is dat iedere man er iets mee kan. Zoals de skeelers. Aan een paar stevige mannenbenen werken ze absoluut lustopwekkend. Of het kookschort. De gedachte alleen al aan een man die een maaltijd bereidt, is een waar afrodisiacum. Over lekker gesproken… Uniformen. Militair, politieagent, brandweerman. Of wacht, een vies uniform: tuinman, schilder, automonteur. Hij hoeft het niet echt te zíjn, als ‘ie maar af en toe zo’n pakje aantrekt. Maar ik dwaal weer af.

Waar gaat het nu werkelijk om? Het ontdekken van nieuwe dingen die met stip binnenstormen in de Voorkeuren Top 10. Twee jaar geleden werd ik er voor het eerst mee geconfronteerd. Toevallig eigenlijk, niet wetend wat me te wachten stond. En het is allemaal de schuld van die theaterbonnen die op moesten. Zo kwam het dat ik op een avond in november kennismaakte met Tapdogs, zes Aussies die in een decor van steigers en traanplaat het gladde laagje van de tapdans af stampten. Vergeet Fred Astaire met zijn gepolijste hand-voetcoördinatie en zijn onberispelijke lakschoentjes. En die lijndans van de Riverdancers met hun onbeweeglijke bovenlijven? Het doorstaat de vergelijking niet. I’m talking worker jeans, houthakkershemden en motorlaarzen met ijzers eronder. I’m talking wijdbeens gestampte ritmes. Adrenaline, pure adrenaline. Een half dozijn sexappeal op kistjes. Probeer daar maar eens onberoerd onder te blijven.

En dan zegt zus tussen neus en lippen door: “Heb jij zondagavond iets te doen? Ik kom er namelijk achter dat ik theaterkaarten heb en kennelijk was het mijn bedoeling om er met jou heen te gaan, want het is een dansvoorstelling.” Ik trek mijn wenkbrauwen enigszins op, want de link ‘dansvoorstelling – mij’ leg ik niet zo snel als zij. Maar wat kan het schelen. Ik wil best een avond mijn achterste in het rode pluche van de schouwburg neervlijen en het wordt vast leuk.

Raw Dance Company heet de club die op het podium gaat verschijnen. Uit Australië en daar had toch een belletje moeten rinkelen. Een driekoppige funkband, een human beatboxer en vijf hippe tapheren. En daar ging ik weer. G-Star jeans dit keer. En de ijzers onder sneakers bevestigd. Maar even pulserend, acrobatisch en mannelijk. En alweer from down under. Get down, sister, get down. Get down under.

Anderhalf uur later staan zus en ik sprakeloos in de foyer. “Ik weet het al,” zegt ze, “die van mij gaat op tappen.” ‘Ja’ knik ik en ik denk aan manlief. Die weet nog niet wat hem te wachten staat.