Daar kan een kilo drugs niet tegenop...

Het is alweer een tijd geleden dat ik een succesvolle zanger én gitarist was. Ik werk nu in de gehandicaptenzorg waar ik cliënten begeleid tijdens het maken van meubels van afvalhout. Dat is bijzonder werk waar ik veel plezier aan beleef. Maar van drie oude pallets een stoel maken is volledig anders dan mijn artiestenbestaan. Ik weet niet of het beter of slechter is. Ik mis de muziek wel. In die tijd vulde ik mijn dagen met het schrijven van liedjes, optreden en het afwijzen van vrouwen. In willekeurige volgorde.

Het klinkt krankzinnig om dat afwijzen van vrouwen te benoemen als een deel van mijn baan. Om eerlijk te zijn heb ik het altijd bizar gevonden, ook toen. Wat deed ik nou helemaal? Ik schreef liedjes en trad op. Ik had van tevoren nooit kunnen bedenken dat dat zo’n uitwerking op mensen zou hebben. 
Er kwam eens een vrouw naar me toe, ogenschijnlijk om een handtekening te vragen, maar nog geen vijf minuten later staat ze haar kont langs je pik te wrijven. Dat soort dingen gebeurden meer dan eens. En dan is dit nog het meest suggestieve voorbeeld. Wanneer een hete vrouw gehuld in een piepklein rokje je de spijkerstof van het lijf probeert te schuren kán je nog denken dat ze jeuk aan haar kont heeft. Ik geef toe, ik ben ietwat naïef soms.

Het waren geen dikke viezige vrouwen, die vroegen vaak echt alleen een handtekening en een foto. Een groot deel van de groupies konden echt gecategoriseerd worden als mooi. Een aantal was zelfs zéér mooi.
En ze wilden allemaal seks met me. Niet uit liefde, ze kenden me immers helemaal niet. Nee, vrouwen gaven zich volledig aan me over omdat ik een aantal mooie liedjes heb geschreven.
Het was niet altijd gemakkelijk om ‘nee’ te zeggen, ik heb ook gevoel, maar ik heb me nooit overgegeven aan al de verleidingen. Zíj is al in mijn leven en al de andere vrouwen waren te goedkoop en domweg oninteressant.

Wat wél interessant was aan mijn bestaan als muzikant, was het creatieve proces van liedjes schrijven en het optreden. Godver, optreden dat was zo fantastisch. Ik kan niets anders bedenken wat me een grotere kick bezorgt dan een zaal vol mensen die uit hun dak gaan op mijn muziek. Ik zag wel eens mensen staan in de zaal die huilden wanneer ik een breekbaar nummer speelde, dat is pure schoonheid. Dat ik iets kan doen - op mijn eigen niveau, ik kan mooie liedjes schrijven, maar ik ben geen briljánt songschrijver, het kan altijd beter – wat mensen echt ontroerd. Er is geen fijner gevoel.

Of de energie die uit de zaal het podium opgeblazen wordt wanneer we een stevige set speelden. Je kunt een kilo drugs wegsnuiven, maar dan nog krijg je niet zo’n rush als wanneer je een flinke beuker inzet en de hele zaal lijkt te exploderen.

Eigenlijk is het mal. Als je ziet wat er gebeurt in een zaal tijdens het spelen, zeker als je het vergelijkt met hoe het ontstaan is. Ik schrijf mijn liedjes altijd in een schemerdonkere kamer: een paar kaarsen aan, tientallen aantekeningen om mij heen, gitaar op schoot. Wanneer ik een melancholisch moment heb en het spelen ineens intens mis, dan zijn dát de momenten waar ik het meest aan denk. Die lange nachten in mijn donkere kamer.

Vaak was zíj erbij, dan zat ze in een hoekje, voor zich uit te kijken, te luisteren. Een muze hoeft eigenlijk niet zoveel te doen, zitten is voldoende. Een groot deel van mijn liedjes heb ik aan haar opgedragen of zijn door haar geïnspireerd.
Zíj speelt misschien wel beter gitaar dan ik. Maar ze heeft de behoefte niet. Ze hoeft niet zo nodig op een podium te staan om mensen te laten horen wat ze gemaakt heeft.
Ik heb ooit een prijs gewonnen voor een gitaarpartij in één van mijn nummers. Onterecht. Het was niet mijn gitaarpartij. Zíj jamde wat in mijn studio en ik nam haar stiekem op, uiteindelijk heb ik daar een nummer van gemaakt. Grappig eigenlijk dat ik bekend sta als een zeer goede gitarist, maar de enige prijs die ik ervoor won werd gebaseerd op het gitaarspel van iemand anders.

Ik mis het spelen wel. Mogelijk komt er nog weer eens een mogelijkheid om het weer op te pakken. Wie weet. Hoe lang zou het eigenlijk geleden zijn dat ik mijn laatste uitverkochte show speelde? Hoe lang geleden schreef ik mijn laatste liedje? Hoe lang geleden werd ik aanbeden door vrouwen die ik nooit sprak? Het is belachelijk, maar ik kan het me niet precies herinneren.

Het is nu tien uur in de morgen. Eigenlijk is het dus helemaal nog niet zo lang geleden. Twee en een half uur geleden ging mijn wekker. Die laatste show, het laatste nummer, al die vrouwen die niet kunnen tippen aan zíj… Als ik goed reken moet dat drie of vier uur geleden zijn.