Het Wildersjournaal aflevering 1

Wilders bezorgt me soms een unheimisch gevoel. Zo'n gevoel dat er iets mis is met mij. Ik bedoel dat hij soms tegen alle logica in een beetje een zielsverwant van me lijkt te zijn. Als je een zielsverwant hebt is dat normaal gesproken juist fijn. Je zit op dezelfde golflengte, je hebt een klik, je vertrouwt elkaar. Dat is met Wilders helemaal anders.

Na een beetje zelfreflectie moet ik mezelf dan toegeven dat hij dingen zegt die ik ook wel eens zeg of op zijn minst denk. Ik heb ook niets met de Islam bijvoorbeeld, met geen enkele vorm van godsdienst trouwens. En net als Wilders vind ik dat rotjochies best op hun falie mogen hebben ook als hun grootvaders uit Marokko komen. Als ik ooit lastig gevallen zou worden door een lichtgetint rotjochie, dan roep ik misschien ook wel “lazer toch op naar je eigen land!”. En ik vind ook dat er geen geld verspild mag worden aan linkse hobby's, al weet ik niet zeker of we het dan over precies dezelfde linkse hobby's hebben. Een beetje licht zit er wel tussen Wilders en mij want ik hoor hem nooit over rechtse hobby's. Bonuscultuur lijkt me een rechtse hobby en die kost, economische crisis inbegrepen meer dan alle linkse hobby's bij elkaar.

Maar het bleef knagen. Hoe eng ben ik zelf eigenlijk? Toen viel het kwartje. Wilders doet een beetje als een columnist, realiseerde ik me. Dat is wat ik met hem gemeen heb. Maar Wilders is columnist in een verkeerd lichaam, dat van een politicus. Je kan ook zeggen dat hij geen van beide maar wel van allebei wat is. Hij heeft de grote waffel en het observatievermogen van een columnist en de eenzijdigheid en de onderbuik van een politicus. Een freak of nature, zoiets als een transseksueel of een hermafrodiet. Een echte columnist fantaseert ook wel eens over oplossingen maar die zijn niet bedoeld om toe te passen. Een columnist mag dus tot in het absurde overdrijven. Maar als Wilders zegt dat hij een hoofddoekjesbelasting wil, dan meent hij het echt. Wat in hem als columnist opkomt kraamt hij uit als politicus. Ronald Plassterk was een echte columnist. Hij begreep het, een columnist kan geen politicus zijn en omgekeerd. Hij stopte met zijn column in Buitenhof toen hij in de politiek ging om een echte politicus te worden. Wilders blijft van 2 walletjes eten.

1 op de 5 Nederlanders is blijkens de peilingen fan van Wilders. Een echte columnist met zoveel fans zou zich kapotschrikken, hij zou denken dat hij iets fout deed. En terecht, een echte columnist deelt links en rechts uit, een echte columnist maakt zich nergens populair. Een politicus is juist dolblij met zoveel fans. Dus gelukkig voor mijn gemoedsrust blijkt Wilders toch vooral een politicus te zijn. Eentje die misbruik maakt van de exclusieve voorrechten van columnisten. Is dat dan Nieuwe Politiek? Ik geloof pas in in een nieuw type politiek als er een nieuw soort mensen is. Wilders heeft de schijn mee, hij ziet er alvast een beetje buitenaards uit. Maar zouden er uitgerekend in de PVV-fractie allemaal nieuwe mensen zitten? Als iets bij oude politiek hoort, dan is het wel teveel drinken. Bij bosjes zijn oude politici door de jaren heen op handkarren uit kroegen gesjord. Met dank aan Hero Brinkman voor zijn hulp bij het ontzenuwen van een mythe.