Games-afkick klinieken? Zo'n slecht idee nog niet!


Opeens was het zover. Na vijf maanden onafgebroken doorploeteren voor wat schamele goudstukken had ik er genoeg van. Na al die eindeloze raids die vrijwel altijd eindigden in epische discussies over de paar zeldzame stukken armour die we verzameld hadden. Na al die urenlange grinds om wat zeldzame veren te verzamelen van een vogel die alleen in de verste uithoek van het spel leefde, knapte er iets. Na het slaken van een hele diepe zucht, werd World of Warcraft van mijn harde schijf gewist. Het was mooi geweest, vond ik.

Zie je, net als honderdduizenden andere gamers wereldwijd had ik een intense haatliefde relatie met World of Warcraft. Een spel waarin ik me juichend keer op keer onderdompelde, om de monotonie van de dagelijkse sleur even te verbreken. Om in een wereld terecht te komen waarbij je kon doen en laten wat je wilt en waarbij alles binnen handbereik was. Ik deed mee met invasies van vijandige gebieden, maakte faam als professioneel klappen-opvanger tijdens missies en vulde zo hele dagen met deze fantasiewereld.

Totdat ook daar de sleur in begon te sluipen. Het werd geen spel meer, maar een tweede baan, compleet met de eentonigheid die daarbij kwam kijken. Opeens merkte ik de talloze keren op dat het hele serverpark platlag, evenals de onbeantwoorde klaagtopics op allerlei forums. Opeens besefte ik dat de variatie qua quests wel héél ver te zoeken was (“62 linkerkiezen van everzwijnen, en snel een beetje!”) en dat je het voor de interactie met je medespelers ook niet hoeft te doen. Tenzij je natuurlijk een fan bent van diepe ‘LFG HLR STRATO /W PLZ LOL KEKEKE’ boodschappen.

Nadat ik ‘cold turkey’ gestopt was, ging het een hele tijd goed. Andere verplichtingen zorgden voor genoeg afleiding. Ik had zowaar contact met mensen van vlees en bloed, en kwam zelfs naar buiten om iets anders te doen dan maandvoorraden energydrink in te slaan.

Tot dat ene moment. Het moment dat het Algemeen Dagblad maar liefst twee hele pagina’s én een artikel op de voorpagina aan verslaafde gamers weidde. Opeens gutste het zweet over m’n voorhoofd. Talloze gedachten raasden pijlsnel door m’n hoofd. Ik kreeg als een malle flashbacks naar die tijd dat ik precies zo was als de ‘probleemgamers’ die werden beschreven in het artikel.
Nog wat nareutelend over “essences of the cheetah” stortte ik ter aarde om drie uur later wakker te worden op m’n bureaustoel, met het installatiemenu van WoW voor me. Ik werd bedankt voor het succesvol installeren van vier gigabyte aan digitale crack.
Het feest kon weer beginnen.

Terwijl ik weer mijn eerste stappen in Azeroth zette, dacht ik aan de reacties die onmiddellijk volgden nadat 'we' in het ochtendnieuws geweest waren. Natuurlijk wist men niet hoe hard het AD aangevallen moest worden op dit artikel. Sensatie zoeken was het! Van een mug een olifant maken! Dingen zien die er niet zijn!
Maar tóch zit er een flinke kern van waarheid in de diverse waarschuwingen. Want hoewel de gemiddelde FOK! bezoeker waarschijnlijk alles prima voor elkaar heeft, gaat dat lang niet voor iedereen op. Voor enkelen vormt het WoW universum hét perfecte alternatief voor eventuele problemen in het echte leven.
Natuurlijk is er niks mis met een uitlaatklep. Sterker nog, iedere gamer zal kunnen beamen hoe heerlijk het is om je stress te botvieren op onschuldig knalvoer. Maar het wordt een ander verhaal als een speelwereld als vluchtwereld gezien wordt.
Zodra men liever ervoor kiest om alle tijd te steken in het succesvol worden in Azeroth, blijft er geen tijd over voor de 'echte wereld’. Mensen blijven in sociaal opzicht ‘steken’ op het punt waar de verslaving begon, wat het ideaal van een fantasiewereld alleen nog maar sterker maakt.
Immers, ten opzichte van de ogenschijnlijke uitzichtloosheid in het echte leven, is een fantasiewereld waarbij je met gigantische bijlen loopt te zwaaien en je in een gekke bui met een night-elf in het bed van een herberg kunt belanden, natuurlijk fantastisch.

Wat dat betreft vind ik het nogal kort door de bocht om te stellen dat gameverslavingen “heus wel meevallen”. Het heeft simpelweg té veel overeenkomsten met bekende genotsmiddelen, waarmee mensen soms ‘even ontsnappen’ als het tegen zit. Klinieken, waarbij mensen hun leven weer op kunnen pakken, zijn dan helemaal zo’n slecht plan nog niet.
Natuurlijk niet voor iedereen die eens een nachtje wat langer doorspeelt met Counterstrike, maar zodra iemand zichzelf in een sociaal isolement stort is het zaak om aan de rem te trekken, met of zonder professionele hulp. Afkickcentra zijn in mijn ogen dan ideaal.

Oh, en voor de paar geïnteresseerden: met mij is nu alles prima.
Net Guild Wars: Factions ontdekt. Net zo verslavend als WoW, en het kost nog minder ook! Jeuh!