Tietenvoetbal, bah!

Op zondag gaat alles langzamer en is het geoorloofd in slaapkledij plaats te nemen op de bank en deze slechts te verlaten voor een wandeling naar toilet, koelkast en tegenoverliggend Chinees restaurant. Aangezien het Nederlands elftal woensdag een oefeninterland speelde tegen Japan en in trainingskamp verkeert in verband met de interland tegen onze Schotse vrienden, lag de voetbalcompetitie stil. Wat moesten mijn huisgenoot en ik nu kijken op onze zondagavond? De NOS had iets, waarover ik nogal een uitgesproken mening heb, voor ons in petto. Vrouwenvoetbal. Het Nederlandse vrouwenvoetbalteam (leuke scrabblewoordwaarde!) had zich weten te plaatsen voor de halve finale van het Europees kampioenschap. Zoals de commentator nog voor de aftrap te kennen gaf: ‘wie het vergelijkt met mannenvoetbal zal teleurgesteld worden.’

Vrouwen en voetbal. Een slechtere combinatie is er bijna niet. Als je als vrouw dan toch geïnteresseerd bent in deze bij uitstek mannelijke sport, houd dat dan voor je. Mij hoor je ook niet in een kroeg praten over het door mij stiekem bekeken ‘Gooische vrouwen.' Dat houd ik wijselijk voor me. Bovendien zag alleen het tenue van de dames er al niet uit. Die hockeydames proberen er nog wat vrouwelijks van te maken, met hun wulpse rokjes. Door het slechte spel werden we enorm teleurgesteld, zoals de commentator van Studie Sport al zei. Verder moesten we hem gelijk geven in zinnen als ‘de totale gebreken zijn nog te groot,’ ‘het Nederlands team wordt laf spel verweten, maar anders waren zij niet zo ver gekomen’ en het zeer doeltreffende ‘de dames weten vooral heel goed wat ze niet kunnen.’ Achter de laatste zin moet dan uiteraard het werkwoord ‘voetballen’ worden gedacht.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat mijn aversie jegens vrouwenvoetbal zijn oorsprong vindt in mijn eigen niet heel glansrijke voetbalcarrière. Deze beleefde zijn aftrap zo’n dertien jaar gelegen in een tot voetbalveld omgespit weiland te Hei- en Boeicop. Mijn eerste wedstrijd. Tegen een vrouwenteam, dat werd een makkie! Hoe anders verliep het. De Hei-en Boeicopse meiden waren nogal lompe trienen die drie jaar ouder waren en ons finaal in de pan hakten. Het was mijn eerste wedstrijd als keeper, maar vergeten kan ik hem niet. Een jeugdtrauma! Maar liefst eenentwintig keer kon ik de bal uit het net vissen. Mijn katachtige reflex ten spijt.

De eerste wedstrijd verliezen met 21-0 tegen een vrouwenelftal is zeer vernederend en bepalend voor het verdere verloop van je voetbalcarrière. Zeker omdat de thuiswedstrijd nog gespeeld moest worden en enkele familieleden het wel leuk vonden om te komen kijken. Dit heb ik zo diep weggestopt, dat ik hier gelukkig geen herinnering meer aan heb. Bij het aanschouwen van voetballende vrouwen beleef ik echter nog steeds mijn traumatische ervaring met de voetbalvrouwen van Hei- en Boeicop. Van doffe ellende ben ik uiteindelijk zelfs maar gaan badmintonnen. Hoe gay is dat? Toch zal de herinnering aan deze ultieme vernedering me altijd blijven achtervolgen. Hoeveel therapeutische shuttles ik daarna ook heb geslagen en hoe vaak ik ook zal kankeren op vrouwenvoetbal!