Au!

Wielrennen in Frankrijk of Spanje. Het zal wel. Zwemmen in Rome. We vallen tegen. Nee, sport die door amateurs wordt verricht, daar ligt mijn hart. Meestal…

“Wááánhúúúndritééndééééétíééé!” schreeuwde de moddervette kerel met plakhaar en een armoeiige jaren-70-bril in de microfoon. Even tevoren was ik nietsvermoedend het café ingelopen. De regen viel ondanks de naderende zomer met bakken uit de hemel, dus ik had wel zin in een lekker warm bakkie pleur, alvorens ik de wandeling naar huis zou voltooien. Goh, 180. Ik wist niet dat ze ook het gewicht omriepen van die darters. Inderdaad, de meeste waren geen magere mannetjes, zag ik. Ze worden wel regelmatig getroffen door vervelende ongevallen, las ik in de krant.

Zo. Dus u dacht bij het begrip “zware jongens” aan figuren als Willem Holleeder? Die pijltjesgooiers, díe zijn pas zwaar. Zwaarlijvige trambestuurders, postbodes en fabrieksarbeiders beoefenen die belachelijke, uit Britse legerkazernes overgewaaide sport: Darts. Maar het schijnen wel heel dappere kerels te zijn. Want darten is best gevaarlijk. Die pijltjes zijn levensgevaarlijke projectielen. Je zult maar getroffen worden door zo’n ding, dat is wel even andere koek dan het prikje van de Mexicaanse varkensvaccinatie. Zo nu en dan wordt er een darter geraakt door een pijltje van de concurrent. Omdat die veel te ongeduldig is, en niet wacht tot zijn voorganger de pijltjes uit het bord heeft getrokken en opzij is gestapt. ARBO-technisch natuurlijk volstrekt onverantwoord.

Misschien is het een idee om de regels van het dartspel te veranderen. Ter verhoging van de veiligheid. Iedereen krijgt een heleboel pijltjes, en ze mogen er om de beurt eentje gooien. Tijdens de wedstrijd worden er geen pijlen uit het bord verwijderd, want dat scheelt een hoop geloop in het schootsveld. En ieder vakje waar een pijl in is gegooid, is “bezet”. Degene die aan het eind van het spel de meeste vakjes heeft bezet is gewoon de winnaar. Ook rekenkundig een stuk inzichtelijker. Want die telling, ik snap er niets van. Echt geen moer. Of is het zo, dat de omroeper gewoon een getal noemt op basis van de verstrekte steekpenningen? Of is ‘ie zo stomdronken dat ‘ie echt zelf ook geen idee meer heeft?

Maar goed, daar zat ik dus in het café. Van een verlepte mevrouw die zeer langdurig met haar kop in een emmer waterstofperoxide had gehangen kreeg ik een kopje slootwater. Echt genieten... Geprobeerd een goed gesprek te voeren met een darter. Tsjonge, wat stonk die trouwens uit zijn bek naar bier... Kan iemand mij even het verschil uitleggen tussen dartsport en kegelsport? Maar goed, toch een gesprekje met hem aangeknoopt, want ik ben zoals u weet nogal een gezelligheidsmens. "Ik begrijp dat jullie bij het darten af en toe in jullie oor worden geraakt?" "Nee meneer, hoe komt u daar nou bij," baste de getatoeëerde krachtpatser. Ik antwoordde: “Ik dacht dat jullie gehoor beschadigd was." "Hoezo," vroeg de dronken pijltjesgooier mij? Ik legde uit: "Omdat die klere-Fransie Bauer hier keihard aan staat. Wat een pokkeherrie." Om nog onopgehelderde reden werd ik vuil aangekeken. Heel vuil. Bijzonder vuil. Echt uiterst vuil. Een stemmetje in mijn hoofd zei me, dat ik maar snel mijn koffie op moest drinken, en dat ik misschien maar beter kon gaan... M’n bek verbrand, en snel betaald bij dat peroxidespook. Kolere, ik zag nu pas dat haar cellulitisreet verpakt was in een veel te strakke gifgroene legging. Bah.

Het was nog steeds berekoud, buiten. Terwijl ik de kletterende regen tegemoet liep, besefte ik dat ik vergeten was, de vraag aller vragen te stellen. Zou het waar zijn dat de grootste groep letsels bij de edele sport van het darten bestaat uit Korzakov en levercirrose?