Thailand-Nederland 1-0

Het lijkt of sommige reclames of postbus 51-boodschappen uit Nederland volop aangeslagen zijn in Thailand. Geef ritsers de ruimte bijvoorbeeld. In mijn eerste deel over Azië zei ik al dat het verkeer zich schijnbaar chaotisch voorbeweegt, maar tegelijk heel natuurlijk in elkaar overloopt. Voorrang wordt er links en rechts gegeven en genomen. Zonder al te veel problemen. Taxi's, in allerlei heel opvallende kleuren, bepalen het straatbeeld in Bangkok. Geen getoeter, nauwelijks een onvertogen woord, allemaal heel vriendelijk.

Vele jaren geleden was er een reclame waar de zin "Durf nou eens groot te denken" in voorkwam. Ik heb geen idee meer waar deze reclame over ging. Feit is dat men het in Thailand opgepakt heeft. Alles is er groot, lijkt wel. Met name de plekken waar je wat kunt kopen. De weekendmarkt. Groot? Heel groot. De naam komt vanwege het feit dat deze markt er alleen in het weekend is, maar het geeft ook ongeveer de tijd aan die je nodig hebt om alles te bekijken. Markten zijn er volop, in vele vormen en maten, maar vrijwel zonder uitzondering groot. En sommige zijn heel specifiek in wat ze aanbieden.

Zo is er de amuletmarkt bij het koninklijk paleis. Daar verkopen ze amuletjes, hangertjes en munten. In ontelbare hoeveelheden worden ze aangeboden bij even ontbelbare kraampjes. De vismarkt. Daarmee wordt geen markt met vis voor consumptie bedoeld maar met tropische vissen. De meeste zijn in plastic zakken die wij voor transport gebruiken gestopt.  Daarin liggen die vele duizenden vissen naast elkaar op zeilen en kleedjes. Onvoorstelbaar. Dan is er ook nog de night market. Je kunt er, zoals op vele plekken, heerlijk eten, al dan niet in de open lucht. Daarna kun je er eindeloos langs kraampjes lopen en shoppen. In het regenseizoen kun je er soms ook nog zwemmen.

Tijdens één van onze bezoeken daar was er een wolkbreuk. Eerst begon het her en der te lekken. Vervolgens gingen de lekkages over in kleine watervalletjes. Een aantal kraampjes en winkeltjes werd gesloten. Sommige looppaden kwamen onder water te staan en binnen een half uur stond het water op de straat tot ver over je enkels. Taxi's waren niet meer te krijgen en het is een hele belevenis om in de stromende regen in een TukTuk naar huis te rijden.

Het is te hopen dat er in Thailand geen voetbaltournooi gehouden gaat worden waar het Nederlands elftal aan mee gaat doen. Niet omdat ik die landen geen groot tournooi gun, en ook niet omdat ik Nederland niet het eventuele succes gun, maar vanwege de supporters. De boeddhistische monniken kleden zich voornamelijk in oranjebruine gewaden. Deze zijn te koop in de grote winkelcentra en ik zie al beelden voor me van een hele horde Nederlandse voetbalfans die de schappen plunderen en de hele dag als monnik verkleed rondlopen. Ik kan me zo voorstellen dat dit absoluut niet op prijs gesteld gaat worden door de lokale bevolking.

En dan komt een vervelend maar algemeen bekend onderdeel van willekeurig welke vakantie; het eind ervan. Niet meer het heerlijke eten en de onbezorgdheid van alledag. Niet meer de vrijheid om te doen wat je wil, maar terug naar het vaste stramien van het gewone leven. Het eind is niet alleen vervelend omdat het over is, het is ook vervelend omdat er een twaalf uur lange vlucht terug naar huis volgt. Dat is het nadeel van ver weg gaan. Maar na vele lange, slapeloze uren kom je dan toch uiteindelijk aan op Schiphol. Vermoeid en tegelijk verheugd bij het weerzien met familie sta je bij de band te wachten op je koffer. Blij dat ik had gekozen voor een heel opzichtige kleur, zo pak je hem er snel uit tussen de vele grijze uniforme koffers eromheen. Nog even het poortje door en dan... word je opgewacht door zo'n dertig mannen en vrouwen van de douane.

"Of ik nog iets had aan te geven" vroeg de vrouw mij. Er spookten diverse dingen door mijn hoofd die ik dringend aan zou willen geven. Zoals het feit dat ik toch heel duidelijk en welbewust de uitgang met het bovenschrift "niets aan te geven" heb gekozen. Dat het dan op zijn minste raar is dat ze mij gaat vragen of ik iets aan te geven heb. Of ze gaat er van uit dat ik niet goed kan kiezen, of ze weet zelf niet bij welk poortje ze moet staan. Het tweede wat ik aan zou willen geven is dat het een beetje overdreven is dat er zo'n dertig man van de douane bij de uitgang staan om teruggekeerde vakantiegangers te controleren. Maar door schade en schande ben ik wijs geworden en heb geleerd dat het niet verstandig is om een ambtenaar die iets voor jou moet doen tegen de haren in te strijken. Zeker niet als deze je hele koffer ondersteboven kan keren. Dus ik weet ik mij te beheersen en zeg dat ik niets heb aan te geven.

Waar ik vandaan ben gekomen. Bangkok. Of ze even in de koffer mocht kijken. Gelukkig zei ze niet duiken. Ja ze mocht kijken. Of ik geen illegale dingen mee had genomen vroeg ze nog. Nee, dat had ik niet. Wel was ik nu positiever gestemd over de controle. Die dertig man stond daar natuurlijk om ervoor te zorgen dat men geen inheemse dier- of plantensoorten mee zou smokkelen zodat de flora en fauna in Thailand beschermd zou worden. Maar nee, of ik geen nep t-shirts of illegale CD's of DVD's had gekocht. Mijn positivisme sloeg 180 graden om. Het ging dus weer eens alleen om geld. Nee, die had ik niet gekocht. Ik overwoog de mevrouw nog te zeggen dat ik thuis een internet verbinding heb waarmee ik een DVD in een half uur naar binnen slurp en dat het dus volslagen belachelijk is om dan in Thailand DVD's van dubieuze kwailteit te gaan kopen. Maar ook dat heb ik niet gedaan. Ik wilde zo snel mogelijk naar buiten.

"Wat is dat?" Ze tikte op een plastic zak waar iets van hout in zat.
"Inderdaad" antwoorde ik, verbaasd over haar kromme Nederlands.
"Pardon?"
Ik opende de zak en haalde er een houten miniatuur van een Thaise tempel uit. Die leek me leuk voor bij de nieuwe vijver (waarover volgende week meer). "Dit is een Wat, een Thaise tempel". Ze was al niet meer geinteresseerd en ploegde door de rest van mijn koffer. Redelijk snel was ze klaar met haar controle zonder iets te vinden. Ik ben me toch een modelburger. Met een "fijne dag verder" liep ze van mij weg.
"Goede vangst", zei ik. Wijzend op de berg spullen, die zo op het eerste gezicht nooit uit één koffer leken te kunnen komen, riep ik haar na "ik begrijp dat ik dit weer in kan pakken?" Zonder om te kijken knikte ze nauwelijks merkbaar ja.

Kijk, dat ze moeten controleren op dingen die verboden zijn, begrijp ik. Prima zelfs. Maar controleer dan op de juiste dingen. Ga niet voor het geld. Ga niet kijken of je dingen kunt vinden waar je nog invoerrechten over kunt heffen. Controleer of er geen inheemse planten of dieren gesmokkeld worden. Nog beter, controleer bij vertrek of er niet van die vieze mannetjes vertrekken die alleen voor sex met minderjarigen die kant op willen. Hou die eens tegen. Niet alleen hier, alle landen moeten daar eens sterk op controleren. Net zoals ze bij binnenkomst van Thailand daar op moeten letten. Maar dat zal wel weer te moeilijk zijn. Dus gaat men voor het snelle geld.

Nog geen vierentwintig uur nadat ik terug was had ik ook mijn eerste boete alweer te pakken. Ik stond geparkeerd op een plek waar dat niet mocht. Het was tegen een blinde muur, op ruime afstand van een bocht en rechts van mijn auto konden nog drie auto's elkaar makkelijk passeren. Kortom, ik stond daar niets of niemand in de weg. Maar ja.... je mag daar nou eenmaal niet parkeren, dus kreeg ik een bon van zestig euro. Het snelle geld, waarom niet. Ik moest terugdenken aan Bangkok waar helemaal geen parkeermeters zijn. Tja, zo kan het ook. Of Thailand beter leven is dan Nederland, ik kan het niet zeggen. Daarvoor moet je denk ik minstens een jaar echt in het land wonen en niet alleen op vakantie zijn. Maar mijn heimwee naar het land waar ik net van was teruggekeerd werd wel weer een stukje groter. Het zal nog flink wennen worden.