Chris Zegers' hoorcollege

"Beste jongens en meisjes. Nou ja, vooral meisjes, zie ik. Jeetje, zoveel mooie meiden bij elkaar in een collegezaal: dat doet me denken aan mijn eigen studietijd in Groningen. Bij studentencorps ‘Zoek de poes’ wist ik al heel goed hoe ik de meisjes moest entertainen,  dus jullie zitten hier prima dit semester. Ik heb een schitterende syllabus voor jullie laten maken met fotootjes van mezelf. Mooie plaatjes, al zeg ik het zelf. Voor het verhaal en mijn handtekening moet je natuurlijk naar college komen, hehehe. 

Maar goed, even over entertainment. Zeg nou zelf, meiden: met wie heb je liever een date? Een afgestudeerd econoom of een knappe, succesvolle entertainer? Precies. Dus toen ik na mijn studie genoeg Singapore Slings achterover had geslagen, wist ik wat me te doen stond. Ik werd meteen gevraagd voor een reclamespotje. En met die acteerervaring kon geen castingdirecteur meer om me heen. Soaps, films, whatever. Zo werkt het nou eenmaal. Als je echt wilt, dan lukt het je. 

Mijn looks hebben daar niks mee te maken. Dat kan ik zo kwaad om worden als mensen dat zeggen. Ik sta gewoon op, trek mijn versleten jeans aan, lekker strak lichtblauw bloesje noncha eroverheen met wat knoopjes open en schuif mijn zongebruinde voetjes in een paar teenslippers. Ik doe niks aan mijn haar. Kijk dat Fransje Bananasplit dat niet gelooft, is zijn probleem. Nee, ik ben gewoon lekker relaxed. In Amsterdam kan ik zo over straat in mijn Porsche Carrera. 

Dat is trouwens wel belangrijk als je in de entertainmentbranche wilt werken: maak dat je wegkomt hier uit de provincie. Ik heb altijd gezegd: ik wil in Amsterdam wonen, maar alleen als ik ook aan de Amstel kan wonen. En zoals ik al zei: als je echt iets wilt, dan lukt het je. Nou helpt een beetje netwerken hier en daar ook wel. Maurits en Bernard zijn goeie maten van me, nog uit Groningen. Je krijgt toch een ontzettende band als je na een avondje jasje-trekken samen een Febo-kroketje naar binnen schuift. Af en toe geef ik ze de sleutel van mijn appartementje. Want een beetje buiten de deur snuffelen past in de beste koninklijke tradities natuurlijk. 

En dat is voor mij he-le-maal prima. Ik ben als ‘traveller’ toch vaak van huis. Krijg je ook een bruin velletje van en dat doet het goed op tv. Overal ter wereld stroop ik mijn broekspijpen op, schop mijn havaianas uit en loop door de branding. Ik trap een balletje met arme kindertjes in sloppenwijken, lach wat naar ze en huppakee: Floortje’s Kassa rinkelt weer voor me. En geloof me: dat is pas echt het Zwitserleven gevoel. 

Maar je moet ook offers brengen. Ook dat hoort erbij. Wendy wist van wanten, en ze wilde graag met me de koffer in. Wie niet? Maar dat wilde ze niet over de hele wereld, met zo’n kleine spruit erbij. Dat vond ik toch jammer. 

Jeetje, ook de tijd vliegt, zeg. In het volgende college vertel ik een beetje over racen, Parijs- Dakar en meer van dat soort dingetjes. Oja, kan je nou echt niet genoeg van me krijgen: dit weekend treed ik weer op met mijn bandje. Wel in Amsterdam natuurlijk dames. Tchau!”