Samenzwering in de keuken

Ik gluur door het keukenraampje naar binnen. Een kleine groep fanatiekelingen staat gewapend met bleekmiddel en haarlak rondom een computer. Een stoffige monitor toont de laatste beelden van YouTube, waar Geert Wilders vanuit Denemarken een interview geeft. Hij zegt dat hij moslims Europa wil uitzetten die crimineel zijn en/of nadenken over de jihad of de sharia. De mensen binnen schudden de flessen haarlak heen en weer tot een angstaanjagend getik ontstaat. Ze joelen en juichen voor Geert. Ik zet mijn camouflagehelm stevig op en plaats de klimopsliert terug op mijn schouders.

Het Nederengels van Wilders gaat door en de groep zit aan het scherm gekluisterd. ‘Europa moet geen nieuwe moslims binnenlaten als zij zich niet aan onze waarden en normen kunnen aanpassen. Maar luister goed, beste Denen, beste Europeanen, ik ben niet tegen moslims. Ik ben tegen hun totalitaire religie.’ Het getik van de haarspraybusjes gaat verder en ik juich bijna met hen mee. Het is zo meeslepend! Wilders is helemaal niet zo gevaarlijk als hij lijkt. Hij wil helemaal niet elke moslim Europa uitzetten. Het gaat dus alleen om de ‘foute’ moslims. En om de moslims die de islam als religie hebben.

Zijn toespraak gaat verder en ik waag me verder in de rozenstruik om het te kunnen horen. Nu verklaart Wilders dat het gaat om een groep van tientallen miljoenen moslims die Europa uit moeten. Ik huiver. Tientallen miljoenen? De groep binnen roert zich nu ook. De leider spuit in het rond om de aandacht te vragen. Onmiddellijk brengen de overige aanwezigen het bleekmiddel naar hun middel en gaan zitten. De vraag rijst nu ook bij mij: wat is Wilders' voorstel om tientallen miljoenen mensen uit Europa te plaatsen?

De leider kijkt om zich heen en ik duik snel weg. Het gesprek is overgegaan in gemompel, waardoor ik weinig meer hoor. Dan laait de discussie op. Ik durf weer te kijken. Een kleine pummel drukt een pen tegen zijn neus en krijgt het woord. ‘Laten we de NS inzetten om al die mensen uit Nederland te krijgen!’ Hij krijgt veel bijval, maar de leider is het er niet mee eens. ‘Dat gaat nooit op tijd lukken.’ Een ander drukt nu ook een pen tegen zijn neus en roept: ‘En bussen? Auto’s? Ze kunnen toch wel carpoolen?’ Ik sla het ritueel gade met een stijgende verbazing. Meer en meer pennen en potloden worden tegen de neuzen gedrukt. Een stevige kerel drukt er zelfs een Lange Vinger tegenaan en eet het na zijn woorden op.

‘En waar moeten ze eigenlijk naartoe, als ze in Nederland zijn geboren?’ vraagt een klein opdondertje in de hoek. Het blijft stil in de groep en voor ik het weet roep ik uit ‘Australië!’ Ik schrik van mijn eigen kreet en duik weer achter het raam. ‘Wie zei dat?’ Ik herken de stem van de leider, maar gelukkig wordt hij overstemd door de anderen. ‘Ja, Australië! Australië!’ Een wild rumoer gaat op. De leider maant hen weer tot kalmte door in de lucht te spuiten. ‘Australië is al lang geen gevangenenkolonie meer. Ze zullen een ander stuk land moeten zoeken.’

Ik luister nog verder, maar tot echte oplossingen komt de groep niet. Iedereen is het erover eens dat criminele moslims, moslims die nadenken over de sharia en jihad, moslims die überhaupt nadenken, de Koran lezen, hoofddoekjes dragen, economie en rechten studeren, in de politiek zitten, hun kinderen naar de basisschool brengen, geen varkensvlees eten, topscoorder zijn in de plaatselijke voetbalclub en moslims die überhaupt al zichtbaar zijn, eigenlijk direct moeten vertrekken. Behalve Ali dan, want Ali heeft de beste shoarma van het dorp en dat is een goeie jongen.

Voorzichtig laat ik me weer zakken. Dit leidt nergens meer toe. Vol hernieuwde angst kruip ik de tuin uit en haast me naar mijn contactpersoon. Eberhard staat achter zijn BMW van zijn ene been op het andere te wippen. Hij kijkt me vragend aan. ‘En? Hoe reageert zijn achterban? Heb je nog nieuwe idiote ideeën door kunnen geven?’ Ik schud de klimopsliert nonchalant van mijn schouder. ‘Als Wilders komende week verklaart dat hij alle moslims naar Australië wil sturen, dan weet je waar het vandaan komt.’