Weer een pleegkind

Daantje. Hij is pas acht, dus niet echt onze doelgroep. Dat zijn normaliter pubers van de mannelijke kunne. Maar goed, het kon volgens ons niet anders. Als er geen andere opties zijn en hij kan ook niet thuis blijven, dan moet je wat. En dan doe je wat. Niet definitief, dat hebben we meteen heel duidelijk aangegeven. We zijn per slot bijna 61 en dat gaat toch een beetje meetellen.

We kennen de familie en hij was al vele malen even bij ons in huis geweest. Dat hielp wel een beetje. Ik probeer me altijd voor te stellen hoe zo’n ventje zich moet voelen als al zijn zekerheden plotseling verdwijnen. Mam is weg, ze heeft een psychose en is opgenomen. Oma is oud en absoluut niet in staat om hem op te vangen. De rest van de familie komt niet in aanmerking. En dan? Jeugdzorg was al binnen en kende de situatie, dus aan het werk gaan nam niet veel tijd. Bellenbellenbellenbellen. Geen resultaat, zelf niet in Gezins Vervangende Tehuizen. Oftewel gvt’s. Ten einde raad werd ma gebeld. Die raadpleegde ons en we zeiden volmondig ja. Een hoop geregel, want zijn bed staat in mijn bieb die dus een heel eindje leeg moest. En opgeruimd en uitgestoft. Een paar planken moesten weg, anders kon zijn bed niet voor het raam. Lavalamp uit de opslag gehaald, nieuw lampje in een wereldbol gedraaid, tafeltje en stoel. Kastje. Boeken uit een Billykast in dozen gestopt, zodat zijn  kleren ergens kunnen liggen. Klaar was kees.

O ja, gauw een school geregeld, gelukkig op slechts enkele tientallen meters van ons huis. Een paar weken voor de grote vakantie lijkt dat niet slim, temeer daar zijn  eigen school prima bereikbaar is met de auto, maar dan zou hij in de vakantie geen vriendjes hebben om mee te spelen.

Hij is er nu een paar weken, in de weekends is hij naar huis. We hebben een beetje kennis gemaakt en hij lijkt behoorlijk slim. Gebruikt op zijn prille leeftijd jaartallen en getallen heel terloops, en ze kloppen allemaal. Hij is dol op Donald Duck, en dat is een treffer, want we hadden achter een knieschot nog vijf ordners vol ouwe DD’s liggen. En een hele rij pockets op de boekenplank, dus hem hoor je voorlopig niet. We moeten niet vergeten om hem ’s avonds om elf uur van zijn bed te lichten voor een plasje. Anders heb je de volgende morgen een trommel vol was.

Het is een structo. Standaard geintjes: je kun niet zo zachtjes naar boven lopen of hij is foetsie. Ligt onder zijn bed of staat achter zijn deur. Met een grijns op zijn giechel. Als hij uit school komt en voordat hij naar school gaat zit hij altijd op zijn bed. Zijn kamer is duidelijk zijn heiligdom. Hij doet alles secuur op tijd, je hoeft hem echt niet te roepen als hij naar school moet. Daan, je gaat nu even in bad. Nee, het is nog geen acht uur. Klopt, het is vijf voor acht en je gaat nu in bad, want ik ga echt niet voor vijf minuten naar beneden. O, nou, dan moet het maar. Precies.

Lichamelijk contact wil hij niet, afgezien van een knokkeltouch. maar dat loste ma op met een spelletje. Ze schreef iets op zijn rug en dan moest hij raden wat. Dat mocht, dolle pret. Warm eten? Nee, altijd een boterham met hagelslag of pasta. We probeerden een krentenbol met honing en ja, dat ging. Maar na een paar weken gaf hij opeens te kennen dat hij ’s avonds wat anders wilde. Wat? Gehaktballen. Goed man, met appelmoes? Nee, dat nog niet, maar het begin was er, de gehaktballen vielen zeer in de smaak. Dat komt goed, ma kan geweldig koken.

Maar hoe word je zo’n structo?  We hebben bij eerdere bezoeken wel gemerkt dat hij zijn moeder compleet leegzuigt. Altijd zeuren om aandacht, drammen en zaniken om van alles en nog wat. En zijn zinnetje krijgen. Dat is bij ons natuurlijk meteen finito. Dat had-ie al heel snel in de smiezen, reden om geen uitglijders in die richting te maken. Maar als hij dan even met zijn ma belt komt hij prompt met klachten over die rotschool, en dat hij er niet meer heen wil. Mijn vrouw zei dat ze dat dan wel even aan de politie moest vertellen, die moeten dat namelijk weten. Probleem over, het gaat best, hij haalt het ene stickertje na het andere.

Dat gedrag is dus uitgelokt, althans niet ontmoedigd. Hij heeft een rugzak. Wedden dat ze het in zijn dossier over autisme hebben? En PDD-NOS? Met een vleugje Asperger? ADHD en ADD zijn duidelijk niet op hem van toepassing, dus dan is het meestal PDD-NOS, daar kun je zowat de hele rest aan afwijkend, minder-wenselijk gedrag in kwijt. Ik wil het gewoon niet weten, maar komende week komen een paar deskundologen hem weer doorlichten op zijn nieuwe school. We hebben in een telefoongesprek de nadrukkelijke wens uitgesproken om alles zoveel mogelijk te down-playen. Hij krijgt alleen maar last van allerhande rottigheid in zijn dossier.

Want wat er in staat gaat er nooit meer uit. En dat het lang niet altijd klopt behoeft geen betoog. Op school kijk ik dan ook helemaal nooit in een dossier. Dyslexie is iets dat me door de leerling zelf wel wordt verteld, want dat geeft hen meer tijd bij toetsen, maar de rest interesseert me totaal niet. Ik ga op mijn eigen inzichten af en dat werkt tot dusverre prima. Een stuiterbakkie is bij mij nooit een ADHD’er. Dus van mij hoeft er ook geen aanmoediging te worden verwacht voor het gebruik van Ritalin. Ik vind het rotzooi, maar daar heb ik het al eens over gehad.

Onze dochter, als docente werkzaam op een school met alleen maar rugzakkinderen  heeft een heel venijnig idee over deze materie. Zij legt verband tussen het rugzakje en het persoons gebonden budget, het pgb. In eenoudergezinnen betekent zo’n pgb een behoorlijke verruiming van de geldelijke middelen en volgens haar zijn veel ouders dan ook best ingenomen met een rugzakje voor hun kind. Zij zegt vaak te hebben waargenomen dat ouders de problemen fiks overdrijven. Lekker bezig jongens, zo komen we nog eens ergens. De AWBZ was toch al onbetaalbaar, daar kan best nog een beetje bij. Totdat de hele boel wordt afgeschaft wegens teveel misbruik en oncontroleerbaarheid. Dan zit iedereen in de rottigheid, terecht of niet.

Maar goed, we zien wel. Tot dus verre loopt het allemaal best. Daantje is Daantje en hij hoeft echt niet op onze eigen koters te gaan lijken. Trouwens, dat zijn toch ook allemaal wereldjes op zich. We zijn heel voorzichtig om ze met elkaar te vergelijken. Het doet meer onrecht dan goed, vinden we.  

Zijn moeder kwam vanavond even mee toen hij weer bij ons werd afgeleverd. Ze was duidelijk zichzelf niet. Doffe ogen, afwezig, moe. We hopen dat er een goed resultaat komt van de behandeling, maar wanneer is de grote vraag. Dat het lang gaat duren is nu al te zien.

Pluspuntje is de vriendschap die onze teckels hebben gesloten met Daan. En onze kleinkinderen vinden hem ook best te pruimen. Teckels en kleinkinderen weten het meestal het beste, dat is algemeen bekend. Nietwaar?