De snelste babe van de wereld

Ik zal het maar eerlijk zeggen: ik heb niets met racen. Of eigenlijk moet ik zeggen ‘had’, want daar is verandering in gekomen. Sinds afgelopen zondag.

Ik geloof niet dat we ooit zoiets impulsiefs gedaan hebben. “Waarom gaan jullie niet mee?” riepen onze vrienden enthousiast, een paar uur voordat we hen naar het vliegveld zouden brengen. We moesten er hartelijk om lachen, mijn man en ik. Zij ook, omdat ze het zo’n goed idee vonden. Met hen meereizen ging niet meer, maar een dag later nakomen wel. En zo zaten we anderhalf etmaal later in het vliegtuig naar Newark voor een roadtrip met als eindbestemming Indianapolis.

Indianapolis, de stad in Indiana die bekend staat om één ding: de Motorspeedway en daarmee de Indy 500 die jaarlijks op Memorial Day verreden wordt. Mijn hart ging er niet sneller van kloppen. Wel van de attracties die we onderweg tegen zouden komen. De chocoladegeuren in het stadje Hershey, Obama’s nieuwe optrekje  in Washington DC, Redneck County en de Smoky Mountains, het uitgaansleven in Nashville, inclusief Coyote Ugly (ja, het is precies zoals in de film), dáár keek ik naar uit. En die race? Ach, ik zou hem wel uitzitten.

Onze vrienden ontpopten zich tijdens de trip als ware reisleiders. Feilloos leidden zij ons langs de hotspots en onderweg praatten zij ons bij over wat volgens hen het absolute hoogtepunt zou worden. In rap tempo leerde ik over Pace Cars en neutralisaties, de favorieten en over de betekenis van diverse kleuren vlaggen. Ik zou ervan genieten, heus.

Het bevolkingsaantal van Indianapolis moet verdriedubbeld zijn geweest in de dagen voor de race. Campers, caravans en tenten in bermen en tuinen, zover als je kijken kon. De straten bevolkt met een joelende menigte, jong en oud, man en vrouw, zuipend en feestend. Raceminnend Amerika deed zoals het Amerikanen betaamt: ze maakten er een show van. Waar het manvolk voornamelijk pronkte met blinkend chroom en sonoor geluid van Mustangs, Camaro’s, Corvettes en Harley Davidsons, gebruikten de dames hun koplampen om zoveel mogelijk felgekleurde, plastic kralenkettingen te scoren. Beads for boobs, geheel volgens aloude Amerikaanse traditie.
 
Maar hoeveel aandacht de half ontblote dames ook kregen, hun met plastic bekroonde bovenlijven halen het niet bij Amerika’s nr. 1 race hotty Danica Patrick. Zij bevindt zich niet in de pits maar in een zwarte racewagen met nummer 7. De snelste vrouw van de wereld is immens populair, zowel op het circuit als daarbuiten. Zet een tv aan en ze verschijnt in reclames en talkshows, sla een blad open en je ziet haar in de meest verschillende gradaties van aankleding: van haar racepak met helm via sexy avondjurken naar piepkleine bikinietjes. Danica Patrick is hot in more than one way.

Op de ochtend van zondag 24 mei lopen wij, vier Nederlandse zieltjes, te midden van een gigantische drom racefans, richting de Motorspeedway van Indianapolis. Vlakbij de ingang doemt haar beeltenis weer op. Als enige is Danica Patrick vertegenwoordigd met een stand met persoonlijke merchandise. De favorieten hebben namen als Briscoe, Kanaan, Dixon en Castroneves, maar Danica’s naam zoemt als een mantra door het stadion. De publiekslieveling is een dame.

Een Amerikaanse vlag zo groot als een voetbalveld, uitgerold door een honderdtal Amerikaanse soldaten, het overvliegen van twee bommenwerpers en het zingen van de National Anthem krijgen ons en nog 299.996 bezoekers stil. Onvoorstelbaar muisstil. Totdat door de speakers de befaamde zin klinkt: “Ladies and gentleman, start your engines.”

Van meet af aan draait Danica mee in de top 10. Elke ronde wordt ingeluid door de commentator met de kreet “Here they come!” waarna hij de namen van de koplopers en die van Danica Patrick noemt. Ze wint terrein, stukje bij beetje. Crashes en motorpech blijven haar bespaard en met nog een kwart race te gaan, snuffelt ze aan de staart van de podiumgegadigden. Overal springen petjes en shirtjes met haar naam en beeltenis op als het haar lukt om de nummer drie voorbij te streven. Onaantastbaar aan kop gaat een man, Helio Castroneves. In zijn kielzog Dan Wheldon en Danica Patrick.

Tijdens mijn ontgroening in de racesport ben ik getuige van een historische gebeurtenis. Danica Patrick is de eerste vrouw in de geschiedenis die het erepodium van de Indy 500 bestijgt. Zit er nog meer in voor haar? Ik weet het niet want wat weet ik nou helemaal van racen? Maar ik ga haar volgen. Ze heeft me nieuwsgierig gemaakt. En mocht ik nog eens de gelegenheid krijgen de Indy 500 mee te maken, dan grijp ik die met beide handen aan. Dan zal ik me toch aangesproken voelen door de kreet die al dagen voor het evenement door de stad galmt: “Welcome racefans!”