Het meisje – 21st Century Fox (1)

“Freedom is the freedom to say that two plus two make four. If that is granted, all else follows.” – Winston Smith

In de kamer was het pikdonker, op een flauw schijnsel bij het bed na. Met een pen met een zonne-energie-lampje schreef een jonge vrouw onder de dekens driftig in een aantekenboekje. Ze was al maanden bezig – ze pende elke dag een paar zinnen, gedachten, losse flarden op, soms een paar paragrafen achtereen. Ze rangschikte de informatie op onderwerp, herschreef, las in de bibliotheek relevante passages in boeken, op het internet bij kennissen de hoognodige artikelen, onthield alles zonder notities en schreef 's nachts verder. Van een kennis op het Veiligheidsministerie kreeg ze af en toe flarden doorgespeeld – vaak niet meer dan een paar woorden, maar ze wist zijn hints op te volgen. Het geheel duurde lang, was niet zonder risico, en moest tot op het allerlaatst geheim blijven. Ze had het er voor over – het was een zaak van alles of niets.

Zacht beet ze, diep nadenkend, op het uiteinde van de pen. Ze boog voorover en schreef weer. “De verlammende invloed van corruptie en belangenverstrengeling is in de samenleving alomtegenwoordig; ze drukt ons allen in een repressief, belast leven. De oliegiganten koffieleutend op Het Loo, Big Pharma in de apotheek, de media propagandistisch, de banken failliet, de bouw frauduleus, de overheid je reinste zelfbevlekking.” Ze streepte een paar dingen door, en verbeterde haar initiële woordkeuze door er minuscuul de tweede optie boven te schrijven. “Deze corruptie loopt als een rode draad door de geschiedenis heen – tot in de twintigste en deze eeuw, en doet zich vooral voor in de hoogste regionen van het landsbestuur en bedrijfsleven. Waar dit land zegt democratisch en Verlicht te zijn, worden de échte patriotten koelbloedig overhoop geschoten. Waar we vierjaarlijks netjes op een partij-ideologie naar keuze stemmen, krijgen we na veel water bij de wijn de belastingvuist immer dieper onze reet in geduwd.” Weer streepte ze wat. “De macht is naar Brussel geoutsourced, het geld naar Bermuda, de burgerlijke vrijheden naar het Midden-Oosten, de oliebelangen naar de koningin en de volksbelangen naar de prullenbak.”

Ze had door gewoon veel te lezen en almaar verder te zoeken grote geheimen ontdekt – coverups van misdaden en groteske blunders van vroeger, van minder vroeger, van recentelijk. Haar hele leven was ze al verbaasd geweest over de onkunde van het bestuur – de mate waarin men minder op fouten wordt afgerekend naarmate het inkomen en de machtspositie stijgen. Ze besloot bij de krant te gaan werken, deed netjes een studie journalistiek, en studeerde af net in een jaar waarin de helft van de journalisten hun baan verloren, wat te wijten was aan de faillissementen van een aantal grote mediaconglomeraten. Met het dieper worden van de recessie was de banenmarkt volledig opgedroogd en zat een kwart van de mensen gedwongen thuis te teren op het miserabele beetje uitkering dat de toch al in loon gekorte andere driekwart nog kon ophoesten.

Sinds het wereldwijd instorten van de oude munten was een systeem opgezet van puur giraal geld, te pinnen met je ID-kaart, rekening via de regering bij de Wereldbank. Het geweld nam halsoverkop toe, niet alleen in Nederland. De Europese autoriteiten gebruikten het argument van veiligheid om een continentaal CCTV-systeem de grond uit te stampen dat het Engelse deed verbleken – gezichts- en chipherkenning, full HD, hittesensoren, geuralarm, alles erop en eraan. Bijna een miljoen camera's werden in letterlijk elke hoek van het continent opgehangen. Het biometrisch paspoort werd doorgedrukt en vervolgens flink uitgebreid, elk identiteitsbewijs uitgevoerd met eigen radiofrequentie-identificatiechip. Op elke straathoek werd een lezer neergezet die tot vijf meter afstand chips kon uitlezen. Wie op CCTV werd herkend zónder leesbare chip, kreeg een boete van duizend credits – een gemiddeld maandloon. Bij gezichtsbedekking werd de politie geactiveerd.

's Ochtends, twee maanden later. Ze stond op, toen de televisie om half zeven aanfloepte met het Staatsnieuws. Haar mobiele pc liet haar eerste agendapunt zien: werken,  8-13, 14-19. Ze waste haar gezicht en kamde haar haar, stommelde de trap af om de dag te ontmoeten. Ze was zenuwachtig, maar wilde niet afwijken van haar normale patroon. Met tegenzin slurpte ze de thee en muesli naar binnen. Ze staarde naar de krant, maar nam niets in zich op. Ze gaf Beëlzebul eten, die knorrend aan kwam lopen, poetste haar tanden en trok haar jas aan. Ze stak een bruine envelop in haar tas, kneep zichzelf hard, stapte naar buiten en trok de deur van Insulindeweg 808 achter zich dicht. Normaal liep ze het kwartiertje naar haar werk op de Stadhouderskade via het Oosterpark, maar ditmaal moest ze tien minuten eerder van huis, omdat ze een pakketje moest afleveren bij het poststation in de Wibautstraat. Ze probeerde zo weinig mogelijk te denken aan wat er in haar handtas zat. Nerveus gedrag, een verhoogde temperatuur of hartslag konden haar verraden. Ze graaide in haar tas, vond een valiumpje, brak 'm doormidden en stak een helft in haar mond. Ze slikte 'm weg met Spa, stak een sigaret op en wandelde het Oosterpark in.

Ze wilde haar route zoveel mogelijk hetzelfde houden, om pas op het allerlaatst haar route te hoeven wijzigen. Toen ze in plaats van af te buigen naar het Weesperplein koos voor de Ruyschstraat richting het postkantoor, werd ze gescand en geregistreerd. Bij het uitkomen op de Wibautstraat opnieuw. En bij het postkantoor. Vijf meter voor de brievenbussen brak het kille zweet haar uit. Ze realiseerde zich plots dat ze de envelop niet vingerafdruk-vrij had geveegd. Het was te laat om terug te lopen. De CCTV-camera staarde haar kil in de ogen. Haar hart ging als een razende tekeer, ondanks de valium. Ze ademde een paar keer diep, liep naar voren, pakte het bruine document, keek naar het opschrift – “Het Parool, Jacob Bontsiusplaats 9, SPOED” – en stak het in de middelste gleuf. Nu lag haar lot in de handen van de oplettendheid van het systeem. Ze zuchtte diep en liep richting haar werk.

Het Orwelliaans benaamde 'Veiligheidsministerie' werd Europees opgericht om niet de veiligheid van de bevolking, maar de continuïteit van de zittende macht te garanderen. Waar Nederland vóór de crisis al de twijfelachtige eer ten deel kwam, de meeste telefoontaps ter wereld te zetten en in wetgeving ver voorliep op naburige landen wat betreft privacy-inbreuk, werd het Europese initiatief direct omarmd om zo spoedig mogelijk totale veiligheid te kunnen garanderen. Niemand had toch iets te verbergen? Niets ging meer ongezien. Menselijke surveillance was door de automatisering onnodig. De computer filterde alle informatie die door kabels of de lucht te onderscheppen was – het gehele internet en alle correspondentie, zij het mail, MSN, telefonie of brief werd doorgelicht. Waar de bevolking geen idee had van de meeste achtergrondoperaties, hadden taalkundigen al tientallen jaren gewerkt aan een feilloos systeem van spraak-naar-schrift-techniek, 'meeluister'-grammatica en vocabulaire, alles wat je maar kon bedenken van en naar tientallen talen – een computer kon nu zelfs puur op basis van een woord dat gebruikt werd in een foutieve context (codewoord?) een telefoontje of mailtje uitlichten, lezen en bepalen of er dreiging in zat.

Toen ze in de verte het flatgebouw waarin ze werkte zag opdoemen, ging haar pc af. Ze haalde hem uit haar tas, en las het mailtje. “Wij hebben reden te geloven, dat u dankzij de omweg die u zojuist heeft gemaakt een gevaar voor de publieke orde zou kunnen zijn. Gezien de vermoedelijke inhoud van de zojuist door u aan het postsysteem overhandigde documenten, wordt overwogen u diverse nog nader te specifiëren aanklachten ten laste te leggen. Mocht u kans willen maken op een daadwerkelijke rechtzaak, dan verzoeken we u dringend u vóór nul achthonderd uur te melden op Politiepunt Weesperplein. SPOED

Dit bericht is automatisch aangemaakt. Reageren is niet mogelijk.” Ze staarde vol ongeloof naar de mail, trilde over haar hele lichaam, en liet haar pc op de grond vallen. Tranen welden op in haar ogen. Ze veegde haar gezicht schoon, keek naar het zich ontvouwende ochtendleven van Amsterdam, de drukte, de continuïteit, de onbezorgdheid. De vogeltjes floten. Het was kwart voor acht.

 

 

Network (1976)