Rotterdam, 16 augustus 2014

Column door gluurbuurX

Lieve Anne,
God, wat mis ik je. Meer dan anderhalf jaar probeer ik mijzelf weer bij elkaar te rapen, maar het gaat niet. Niet zonder jou.
Hoe hadden we dit over het hoofd kunnen zien? Waarom zijn we niet op tijd naar het oosten van het land verhuisd, zoals de mensen deden die wij zo hartelijk konden uitlachen? 'Overstromingen? We zijn geen Bangladesh hoor!' hoor ik je nog zeggen. We waren zo zelfverzekerd. Zelfs de toeristen konden het nauwelijks geloven dat we ons hier twee meter beneden de zeespiegel veilig voelden, zeker met al die klimaatsveranderingen van de laatste tijd.
Dat is nu wel anders. Maar nu is het te laat.

Het kon ook op geen slechter moment komen. We zaten allebei zonder werk, dat weet ik nog goed. Net als die drie miljoen andere werklozen hadden we weinig meer naast onze eigen besognes om ons zorgen over te maken. We waren afgestompt, zeker. Ik herinner me jou nog dat je zo overstuur was van de moord op Obama in 2010. God, dat waren nog eens tijden; half Nederland stond op het Malieveld, wij nog met dat spandoek met iets van 'Dood aan de Fed!'. Wat zou de wereld gaan veranderen hè? Had je ooit kunnen bedenken dat het zo hard zou gaan? Stel dat je terug zou kunnen gaan naar 2009 en jezelf waarschuwen over wat er allemaal zou komen?
Nee, zo moet ik niet denken. Ik kan mijzelf zo vaak tegen de kop slaan dat ik bijna zou gaan denken dat dit allemaal míjn schuld is. Wij konden het niet weten toen. Nu, vijf jaar later, zou je jezelf voor blind verklaren, maar toen was het toch allemaal anders. Er was onduidelijkheid, onzekerheid, maar ook hoop. Die 'kredietcrisis' - zoals ze het toen noemden - zou vanzelf wel weer overgaan. Daar bestond geen twijfel over, Amerika zou het wel oplossen.

Amerika, alleen het woord al doet mijn nostalgie herleven. De Verenigde Staten, een Wereldmacht van de vorige eeuw, een vergaan imperium. Dat had toch ook niemand kunnen vermoeden, dat al die staatjes liever zélf verder gingen als onafhankelijke landen? Goh, het lijkt al zo lang geleden, één verenigd Amerika. Toch, het ging ook zo snel. Eerst Californië, toen Texas, Florida en Illinois, als ik het mij goed herinner. Toen de rest, en voor we het wisten bestond Amerika nog maar uit vijftien staten.
Ja, toen was het niet meer te houden. Toen wisten we het eigenlijk al; dingen zouden nooit meer hetzelfde zijn. Weet je nog toen we na de Chinese inval in Rusland ineens massaal blikvoedsel gingen inslaan? Of dat tijdens de Noord-Koreaanse nucleaire aanvallen iedereen de kelders in moest en wij nog dronken buiten ronddwaalden? Dat was 2011, nog maar drie jaar geleden.
Toen we in 2012 vijf jaar met elkaar hadden moesten we het eigenlijk uitbundig vieren, maar daar was het al te laat voor. Alle schappen waren leeg en de winkels die nog voorraad hadden, werden geplunderd. Dat je dat nog in Nederland moest meemaken, was vijf jaar geleden onvoorstelbaar.

Lieve Anne, wat waren we laks geworden. Na de uitbarsting van Yellowstone en die megabeving in Japan waar Tokyo werd verwoest, keken wij nergens meer van op. 'Wat? Peking vergaan in een nucleaire aanval? 3000 doden door Australische bosbranden en overstromingen? De laatste Palestijn vermoord? Jammer hoor!' Dat het zo dicht bij huis zou komen hadden we ook eerder moeten doorhebben.
Ik zal die nacht ook nooit vergeten. Ik zat nog laat op FOK!, toen dat berichtje over die IJslandse zeebeving binnenkwam. Niks aan de hand, dacht ik nog. Ik ging slapen zonder zorgen.
En toen, vroeg in de ochtend, de sirenes. Ik probeerde nog verder te slapen, want die sirenes gingen wel vaker sinds plunderen het nieuwe Rotterdamse tijdverdrijf geworden was. Weet je dat het mij in eerste instantie nog lukte ook, totdat het echte lawaai begon. Opeens zag ik water buiten. En een onbeschrijflijke ravage, echt ongelooflijk hoe die vloedgolf huis heeft kunnen houden. Geen straat was meer zichtbaar, overal doden die ondersteboven dreven en de ingestorte flatgebouwen die nog dagenlang narookten. Maar wat ik mij vooral herinner is die stank die zo lang bleef hangen! Waarom ik ben gebleven weet ik ook niet. Waarom ben ik niet met de kudde meegegaan naar het oosten?

En ook nu ik naar buiten kijk is er weinig veranderd. De Coolsingel ligt er verlaten bij, de Weena ligt nog vol rommel van het oude Nationale Nederlanden-gebouw en het Hofplein in nu een groen binnenmeertje. De eenden, ganzen en meeuwen zwemmen in het water en zitten op de oude bovenleiding alsof er niks gebeurd is. Waarom zouden ze ook anders? Voor hen is de Randstad een paradijs geworden. Voor ons - de laatste koppige bewoners - zit er weinig meer op dan wachten tot alles weer drooggepompt wordt of tot onze voorraden tomatensoep van de Lidl opraken. Dat eerste zal voorlopig nog niet gebeuren; het restant Nederland (lees; Limburg, Gelderland en dat stukje Utrecht en Drenthe) kampt nog altijd met rellen en anarchie. En de rest van Europa? Die heeft het veel te druk met hulp aan Rusland en de overige delen van West-Europa die getroffen zijn.
We zitten hier in de val. Maar het zij zo.

Lieve Anne, nogmaals, wat mis ik je. Jij had zelfs deze ellende nog kunnen relativeren. Jij had nog kunnen zeggen dat het wel goed zal komen uiteindelijk. Ik kan het niet meer.
Had ik je maar gewaarschuwd, lieve Anne. Had ik je maar 's nachts uit bed gebeld. En hoevaak je ook had gezegd dat het wel mee zal vallen en je weer vredig wilt gaan slapen, ik had je wakker gehouden.

Voor altijd de jouwe,
Je doemdenkertje