Tjielp Tjielp - de literaire zooi

Voorspelbaarheid is de grootste verschrikking voor een stichting die variatie wil benadrukken. De stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) is daar het tragische voorbeeld van. Dit propageert de diversiteit van boeken binnen de Nederlandse handel, maar blijft stilstaan in het stoffige bekende beeld van de boekhandel. Krabbé, Bernlef, Mak, Wolkers. Zomaar wat auteurs van het Boekenweekgeschenk van de afgelopen tien jaar. En dankzij de hardcover van deze uitgaven kan ik ze niet eens gebruiken om mijn billen te reinigen. Mijn kin raakt mijn borstbeen dan ook sneller dan ik de titel van de laatste editie uit kan lezen.

Tjielp Tjielp. Het helpt ook niet om de Boekenweek interessanter te maken met dat thema. Tjielp Tjielp. Bij zoveel snoezigheid moet ik de neiging onderdrukken om een luchtbuks te pakken en alles met veren, vleugels, pluisjes en wat erop lijkt grondig neer te knallen. Inclusief onschuldige oude zwervers die duiven of eendjes voeren. Of allebei tegelijk. Het Boekenweekgeschenk heeft, op de metaforische titel een tafel vol vlinders na, ook niets met beesten te maken. Tim Krabbé wist waarschijnlijk net zo min als de organisatie wat hij met het thema moest. Maar CPNB heeft zich ingedekt; Midas Dekkers schrijft het Boekenweek essay. Jazeker. Alsof iemand dat leest.

De P van Propaganda geeft al aan wat voor soort organisatie CPNB is. Propaganda. Een kantoor met miepen die beppen over truitjes. Daar zit dan zo’n overjarige Wilma, die met Truus van de opvliegers mijmert over de schrijvers voor het Boekenweekgeschenk. Ze kwijlden en zwijmelden in de afgelopen jaren al bij de keuze voor Anna Enquist en huilden bij het idee Arthur Japin überhaupt te zien. Mulisch was een foutje tussendoor, gekozen in de tijd dat Truus nog een baby had, waardoor zij noch haar baby konden slapen. Daar maakte Mulisch’ talent voor narcolepsie een eind aan. Het kind heeft er nog trauma’s van, maar mama Truus masturbeert tegenwoordig bij de poster van Gerrit Komrij. Elke avond zegt ze haar mantra. ‘Zweer trouw met je bloed, dip je vinger in mijn vaginale vocht en schrijf je gedicht.'

Dit soort knottenkrengen dienen niet het beleid te bepalen. Binnen de komende vijf jaar voorspel ik een stroom van overbekende namen. Alsof deze schrijvers de extra promotie nodig hebben. Martin Bril is als eerst aan de beurt, zolang de kanker hem de kracht nog niet ontneemt om een lekkere novelle of extra lange column te schrijven. Mensje van Keulen, even ter afwisseling van al die mannen. Kader Abdolah voor het allochtone gevoel, Yvonne Kroonenberg voor het feminisme, Gerrit Krol, Susan Smit, Vonne van der Meer. Literair. Veilig. Saai.

Het Boekenweekgeschenk lijkt gelukkig wel populair. Waarschijnlijk alleen omdat het die ene dag in het jaar dienst doet als vrijgeleide voor de trein, maar de winkels komen er makkelijk vanaf. Omdat het gratis is. En gratis dingen gaan nu eenmaal goed samen met de aard van het Nederlandse beestje. Als CPNB zou ik zeker die kans grijpen om het brede aanbod van boeken te laten zien. Ik zou het interessanter maken! Geef mij maar meer verhalen over het mooie kotsende meisje van Brusselmans, verwonder mij over de pruiken van Sophie van der Stap, doe eens een editie van Hanco Kolk, Peter van Straaten, Fokke & Sukke, Kluun. Verbaas me desnoods met een kookboek. Of het verzameld werk van DriekOplopers, een Bazbo of een Drulovic. Maak lezen leuk!

Voorlopig zit ik thuis met een grote stapel Boekenweekgeschenken die ik nooit heb gelezen of nooit meer ga lezen. Ik zal de komende tijd druk zijn met Bookcrossing: het gewetensvol achterlaten van boeken in de hoop een ander er ooit gelukkig mee te maken. Tim Krabbé vond ik in het kader van gegeven paarden nog oké, al zou ik zijn boek graag nog eens in een Sloveense grot achterlaten. Giphart’s Gala heb ik gedumpt in een lijnbus. Anna Enquist verkommert in een bibliotheek in Oosterwolde. Voor Japin zoek ik nog een geschikte dumpplaats. Ik kan gratis reizen in het weekend, dus ik sta open voor suggesties.

Maar veel liever heb ik gewoon een goed Boekenweekgeschenk. Van nieuwe schrijvers, andere schrijvers, spannende vormen. Dat kan zowel in een stripverhaal als in een literaire parel. Breek met de traditie en laat de echte diversiteit zien. Ik wil me laten verrassen. Een boek moet voor mij geen veredeld treinkaartje zijn. Een boek mag mij meenemen op een echte reis. Zelfs als het is uitgegeven door het CPNB.