Iets Anders

Nog voor zijn voet op de drempel van de winkel staat, wordt hij al naar binnen gekeken. Zijn bewegingen worden uitvoerig gadegeslagen als hij door de winkel loopt. Hij trekt zijn jas recht en zet zijn hoed af. Bij de balie staat een medewerkster. Van dichtbij is ze nog lijziger dan hij al dacht. Ze opent nuffig haar rode mondje. ‘Goedemiddag, waarmee kan ik u helpen?’
Hij kijkt op zijn horloge. ‘Ik heb een afspraak.’
‘Even kijken hoor… Ik zie aan uw neus dat u meneer Groeneveld moet zijn, klopt dat?’
‘Goed gezien. Zeg maar Hans.’
‘En u komt voor onze nieuwe brillencollectie, meneer?’
‘Ja. Met oogkleppen.’
‘Welk type oogkleppen had u gewenst?’
‘Tja. Wat heeft u?’

Haar stem slaat over naar de automatische piloot. ‘De ware bril vindt u bij ons. We hebben oogkleppen met diverse filters. U kunt steeds kiezen voor een losse filter of twee filters tegelijk.’
‘Is dat per oog?’
‘Nee meneer, dat gaat per setje van twee ogen. Anders gaat het uw ene oog in en het andere weer uit, als u begrijpt wat ik bedoel.’
Hij knikt instemmend en kijkt naar haar roodgelakte nagels, die allerlei modellen aanwijzen.

‘We hebben oogkleppen tegen onrecht algemeen, tegen kinderporno, tegen dierenleed, tegen…’
‘Die tegen dierenleed wil ik niet. Die beviel niet.’
‘Hoe kwam dat dan, meneer?’
‘Mijn zoon sloeg onze hond. Mijn vrouw zei het me de hele tijd, maar ik geloofde het pas toen ik mijn oogkleppen af deed en het met eigen ogen zag. Geen dierenleedfilters meer voor mij.’
‘Ach, wat spijt me dat voor u, meneer. We hebben ook kleppen tegen de financiële crisis, kinderen onder de acht in de supermarkt in combinatie met Oost-Indische hoorapparaten, huiselijk geweld…’
‘Ik mag die oogkleppen tegen huiselijk geweld niet hebben. Ik heb ze twee maanden gehad, maar ik had niet door dat ik mijn eigen vrouw sloeg. Ik was achteraf gezien te emotioneel vanwege die hond.’
‘Ach. Jeetje!’
‘Ik wil geen miskoop begaan.’
Ze slaat haar handen voor haar mond. ‘Nee, dat is zeer begrijpelijk. Och heden. Wij hebben nu wel een recentelijke aanbieding voor filters tegen hongersnood, anorexiamodellen of tegen homo’s.’
‘Dat is discriminerend!’
‘U hoeft niet zo te stampvoeten hoor. Maar hoezo?’
‘Ik heb de oogkleppen tegen homo’s geprobeerd. Toen ik ze afdeed, bekeek ik de wereld met heel andere ogen.’
‘Maar meneer, uw vrouw dan?’
‘Gescheiden. Ga toch meteen naar hem, zei ze.’

‘Met alle respect meneer, maar bent u dan homo?’
‘Jawel mevrouw. Ik zie dat u de kleppen tegen potenrammers ook in de aanbieding heeft.’
‘Dat klopt, maar zou u dat nu wel doen meneer Groeneveld? Ik bedoel, straks voelt u wel pijn, maar weet u niet door wie u in elkaar wordt geslagen. Mocht het u overkomen, natuurlijk, maar dat hoop ik uiteraard niet!’
‘U heeft gelijk. Doet u mij dan zo’n blauwe die achter u staat.’
‘Maar meneer! Dat is de oogklep tegen… u weet wel… sprookjes…’
‘Wat doet dat?’
‘Het zorgt ervoor dat u… nou ja… geen sprookjes meer zult zien.’
‘U bedoelt dat ik altijd de waarheid onder ogen heb?’
‘Ja, meneer.’
‘Laat mij die dan eens proberen…’
Zwijgend geeft ze hem het product aan.

Hij kijkt verbluft om zich heen. ‘Oh! Verhelderend!’
‘Echt waar?’ Even straalt er een gevoel van opluchting van haar gezicht.
'Ja, zeker.' Hij pakt zijn telefoon.
'Dat is dan 750 euro, meneer.'
'Nee, dat zie ik niet zo zitten.'
'Hoezo? Maar meneer, wat doet u nu?'
'Ik bel mijn advocaat. En reken er maar niet op dat ik hier nog terugkom.'