Wilders mag beledigen

Ik gooi van woede bijna een mok koffie tegen de muur. De antieke pruiken in Engeland willen de blonde pruik uit Venlo niet toelaten! Het immer verkeerd aangehaalde citaat, dat aan Voltaire (1694-1778) wordt toegeschreven, maar eigenlijk uit een Engels boek over Voltaire komt uit 1906, ‘Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen tot mijn dood verdedigen’, gaat klaarblijkelijk voor het Verenigd Koninkrijk niet op. Hoe kan het dat de oudste parlementaire democratie van de wereld de vrijheid van meningsuiting verloochent? Ik schaamde mij al voor het feit dat Wilders in Nederland wordt aangeklaagd voor zijn uitlatingen, maar de Engelsen gaan nog een stukje verder.

In een korte verklaring van de Britse regering staat: “De regering is tegen extremisme in al zijn vormen. Het zal diegenen die extremisme, haat en gewelddadige boodschappen in onze gemeenschap uitdragen weren uit ons land.” Wilders vormt ‘een bedreiging voor de harmonie en openbare veiligheid.’ Dat lijkt me een beetje de omgekeerde wereld. Het Engelse schorriemorrie dat schreeuwend, zingend, zuipend, blowend, neukend en kruipend iedere dag de Amsterdamse binnenstad onveilig maakt, lijkt mij meer een bedreiging voor de harmonie en openbare veiligheid, dan een angstig naïeve blonde pruik uit Limburg. Laat hem die prutfilm toch lekker vertonen in het House of Lords. Als de Britse regering overigens echt handelt naar het weren van extremisme en gewelddadige boodschappen, dan wacht de Britten een grootschalige zuivering van de bevolking.

Ondanks de naar rascisme neigende uitspraken van de PVV moet het mogelijk zijn dat deze geuit worden. Het zou een enge wereld zijn als er voor ons bepaald zou worden wat we wel en wat we niet mogen zeggen. Bovendien kunnen meningen geuit in het parlement direct bestreden worden met argumenten. Stupide meningen moeten bestreden worden met argumenten, niet door repressie. Er zal dan weinig meer overblijven van de cabarateske pleidooien van Wilders. Van zijn ‘borreltafelpolitiek’ blijft dan niet meer over dan een grappige zin (het is de linkse grachtengordel met haar kleffe vriendjes, lurkend aan de subsidiekraan) of vergelijking (Pinacolada-maffia). Grappig, maar inhoudloos. Iemand op grond van zijn mening weren, hoort niet thuis in een parlementaire democratie. Repressie is meer iets voor autoritaire regimes, het voortbestaan van dit soort regimes is immers niet gebaat bij kritiek. Vrijheid van meningsuiting is universeel en niemand heeft het recht iemand dat te ontnemen.

Mag dan alles gezegd worden? Wat mij betreft wel. In principe houdt de individuele vrijheid op waar deze de vrijheid van een ander individu schaadt, aldus het schadebeginsel van John Stuart Mill. Aangezien dit nogal relatief is (wat voor de een wordt opgevat zijnde belediging, kan door de ander als niet beledigend worden opgevat), staat de vrijheid van meningsuiting gelijk aan het recht op belediging. Daarmee pleit ik absoluut niet voor het beledigen van mensen of voor discriminatie. Dat ongeciviliseerde types als Wilders deze vrijheid misbruiken om anderen te beledigen of te discrimineren vloeit voort uit de onmogelijke vrijheid die de vrijheid van meningsuiting is. De vrijheid van meningsuiting impliceert nu eenmaal geen grenzen te hebben. Aan Maxime Verhagen nu de taak dit duidelijk te maken aan de Engelsen door hen te herinneren aan hun eigen meneer Smith en meneer Stuart Mill.