2008, een drieluik (2)

KUIFKRULLEN

In 2008 heb ik weer meer nagedacht dan goed voor me is. Vragen, vragen, altijd maar vragen.
Moet ik bezwaar maken het digitaal patiënten dossier? Is mijn schaamhaar eigenlijk veranderd in de afgelopen vijftien jaar? Mijn haarkleur is wel een stuk donkerder geworden. Als mijn schaamhaar inderdaad van kleur is veranderd, heeft het dan überhaupt zin om te laten vastleggen welke kleur het heeft wanneer het net begint te groeien?

Zou er humor bestaan in reïncarneren? Dat je als dolfijnentrainer doodgaat en terugkomt als een vis. Die vervolgens in het dolfinarium aan de dolfijnen wordt gevoerd. Of dat je als bergbeklimmer terugkomt als een berg. Of op z’n minst een stukje daarvan. Dat Henk-Jan Smits terugkomt als een heel slechte zanger die niet door heeft dat hij geen noot raakt.

Op tv is het zoveelste programma gestart met vrijgezelle mannen en vrouwen. 100 stuks deze keer. Wat mensen, vooral mannen, zoeken is over het algemeen vrij suf en voorspelbaar. Mannen zeggen heel vaak dat ze een vrouw zoeken die aantrekkelijk is en dat ze een beetje spontaan moet zijn. Stel dat ze een vrouw ontmoeten die bij eerste date vanuit het niets boven op een kast klimt. Wat op zich toch een zeer spontane actie is. Zouden ze dan gevonden hebben wat ze zochten?

Swaffelen is ‘het woord van het jaar’ geworden… ben ik daar wel zo blij mee? Ik weet het niet. Ik vind het een vrij puberaal woord om te kiezen als woord van het jaar. (En heb ik dan zoveel gemist dit jaar? Mijn jaar stond niet bepaald in het teken van swaffelen.) Je zou eerder iets politieks verwachten gezien de economische crisis. En daarbij, ‘het woord van het jaar,’ wat is dat eigenlijk voor een verkiezing? Waar gaat het over? Staat er straks in de Dikke van Dale achter swaffelen: woord v/h jaar 2008? Dat lijkt me toch niet. Als we dan toch gaan verkiezen dan zou ik gaan voor ‘het woord van een heleboel jaar.’ Zoals een oeuvre-prijs voor acteurs en muzikanten. Ik nomineer bij deze: ‘nochtans,’ ‘doch’ en ‘polichinel.’
In de categorie ‘volledig zinloze verkiezingen’ nomineer ik: ‘het woord van het jaar,’ ‘het gebaar van het jaar’ en ‘de letter van het jaar.’

Heb ik dit jaar nog een beetje vooroordelen gehad? Jawel. Weldegelijk. Absoluut. Ik fiets nog steeds graag een blokje om als ik een groepje allochtonen tegenkom in een donkere nacht.
Amerika heeft een negroïde president, de volgende Monica mag zich nog net iets flexibeler en rekbaarder opstellen dan de originele Monica. Obama die trommelt, als je het mij vraagt, probleemloos een groepje brothaaa’s op voor een serieuze gangbang.
En de krukken van Rita Verdonk tijdens haar partijpresentatie waren slechts een promotiemiddel, een symbool. ‘Ik heb het moeilijk, ik kan nauwelijks lopen. Het is niet gemakkelijk. Maar ik laat me door niets tegen houden. Ik sta er! Ik ben Trots op Nederland.’ Zou Rita zich voor het slapen gaan kapot lachen? ‘Wat ik vandaag toch allemaal weer voor een onzin uitgekraamd heb… Och och och Rita. En wanneer zouden de mensen doorhebben dat een schaap net zo veel zinvolle dingen te zeggen heeft? Als ze naar de auto lopen? ’s Avonds in bed? Of pas na de verkiezingen?’

Hoe kan het dat wij deelnemen aan een vredesmissie in Uruzgan en dan vervolgens beschuldigd worden van het maken van burgerdoden en het vernietigen van huizen?
Nonnen willen wel eens neuken. Daar hoeft geen tekening bij. Hoe verdrijven ze de zin?
Alle mannen scheppen er over op hoe slecht ze het kunnen vinden met hun schoonmoeder. Maar hoeveel mannen hebben dat al eens gedeeld met hun schoonmoeder?
Iedereen heeft wel eens nagedacht over de perfecte moord. Hoe zou je iemand kunnen vermoorden en het waterdicht verzwijgen?
In de volksmond is een verkeerslicht een ‘stoplicht,’ hoe noemen we een stoplicht wanneer het op groen staat?
Kan je een onderzeeër een boot noemen? Een boot hoort immers te drijven.
De man die de Nederlandse taal het mooist kan laten klinken is Tom Lanoye en dat is een Belg. Is dit zijn verdienste of onze fout?

Duizenden vragen heb ik (mijzelf) gesteld dit jaar. Zin, onzin, triviaal, filosofisch. Om er moe van te worden. Maar ik kan niet zonder. Ik moet vragen stellen anders blijf ik niet kritisch. En wanneer je niet kritisch bent dan wordt alles zo zinloos. Als je niet kritisch durft te zijn kabbelt alles maar voort. Hoe verschrikkelijk is dat? Durf ik me af te vragen hoeveel mensen leven zonder vragen te stellen, zonder kritisch te zijn? Durf ik me af te vragen hoeveel mensen het heerlijk vinden dat alles maar gewoon voort kabbelt?
Ik hoop dat ik mijzelf nooit hoef mee te tellen bij bovenstaande vragen. Ik hoop nooit van mijn leven een eindejaarscolumn te hoeven lezen waarin staat dat ‘dit jaar alle antwoorden op alle vragen zijn gevonden.’ Wat een hel zou dat zijn.
 
Wordt vervolgd.